Chilcot-rapport fileert Tony Blair

© Getty Images
Walter Pauli

De Britse politiek beleeft stormachtige weken. Eerst was er de brexit, en vorige week kwam daar het Chilcot-rapport bij: een strenge veroordeling van de manier waarop de regering-Blair in 2003 ten strijde trok in Irak. Onderzoeksjournalist Tom Bower legde de gebroken beloftes van Tony Blair al bloot.

Toen Tony Blair in mei 1997 de Britse verkiezingen won, werd hij op zijn 43e niet alleen de jongste eerste minister sinds Lord Liverpool in 1812, hij was ook de eerste socialistische premier in achttien jaar. Daarvoor had de klassieke socialistische partij moeten veranderen in New Labour, en hij beloofde zijn kiezers niets minder dan ‘a new Britain’. Zijn campagne creëerde over het hele land een gevoel van verwachting en enthousiasme. Na zijn klinkende verkiezingsoverwinning op de Conservatieven (New Labour behaalde 63 procent van de parlementszetels) hield Blair een bevlogen toespraak: ‘A new dawn has broken’, ‘een nieuwe dageraad is aangebroken’.

Een van zijn supporters was toen Tom Bower, een onderzoeksjournalist die zijn sporen had verdiend als BBC-producer. Bower had dat jaar Labour gestemd en was helemaal mee met het discours van Blair. Hij kende een aantal ministers van het kabinet zelfs persoonlijk. Bowers echtgenote was tot 2009 de hoofdredacteur van de krant Evening Standard, het koppel kwam op feestjes waar ook de top van de Britse politiek aanwezig was. Ze vonden Blairs spindoctor Alastair Campbell een geweldige kerel, enthousiast en betrouwbaar. In 2003 steunde hij zelfs de Amerikaans-Britse invasie in Irak, want hij geloofde Blairs uitleg over Saddam Hoesseins geheime vernietigingswapens. Toen kwam de grote ontgoocheling: hij zag in dat hij een man had geloofd die meer had gelogen dan de waarheid gesproken. Bower schreef het vuistdikke Broken Vows, een pijnlijk gedetailleerd onderzoek naar het optreden van Tony Blair en de zijnen, tijdens maar ook na zijn jaren in Downing Street 10.

Vuile politiek

Achteraf bekeken, schrijft Bower, zat de klad er al in van bij het begin. Ten eerste geloofde Blair wat over hem geschreven was: dat hij een nieuwe messias was voor zijn land. Hij had geen vertrouwen in het oude ambtenarenkorps, ook al hadden de belangrijkste ambtenaren er een erezaak van gemaakt om het verkiezingsprogramma van New Labour in werkbare beleidsnota’s om te zetten. Het gros van de nieuwe ministers keek er niet eens naar. Ze luisterden alleen naar eigen vertrouwelingen en consultants die ze zelf hadden aangetrokken. Resultaat: de New Labourministers kregen weinig gerealiseerd, zeker in vergelijking met de hoop die ze ooit hadden gewekt. De hervormingen van de gezondheidszorg, het onderwijs en de energievoorziening liepen met een sisser af.

Daarbovenop bedreven Blair en zijn aanhang een ongemeen vuile variant van politiek. Bij New Labour was het inhoudelijke argument altijd ondergeschikt aan het persoonlijke belang. En de top van de regering gaf het slechte voorbeeld, met premier Tony Blair en minister van Financiën Gordon Brown voorop. Alles was ondergeschikt aan hun vijandschap. Zelfs het Britse lidmaatschap van de Europese instellingen. In de zomer van 1997 had Blair in Financial Times laten weten dat het Verenigd Koninkrijk klaar was om zich bij de eurogroep te voegen. Niet in een eerste fase, maar naar Britse gewoonte wel binnen afzienbare tijd na de lancering van de eenheidsmunt. Waarop zijn eigen minister van Financiën aan The Times liet weten dat er ‘deze ambtstermijn geen sprake is van de eenheidsmunt’. En dat is tot vandaag zo gebleven. Het was zelfs geen kwestie van principe, want Gordon Brown gaf Tony Blair duidelijk te verstaan dat, als hij premier was geweest, hij óók voorstander zou zijn geweest van een Brits lidmaatschap van de euro. Het was cynisme in het kwadraat: het beschadigen van eigen partijgenoten stond hoger op de agenda dan een inhoudelijke discussie over eerbare Europese projecten. Het hoeft niet te verbazen dat de gewone Brit de Europese instellingen wantrouwt: hij heeft niets anders gekend.

Het grote geld

Blair was boos, maar het kon zijn zin in politiek niet bederven. De vraag is of hij ooit wel echt meende wat hij zei, schreef of deed. In de kerstvakantie van 1997 werkte hij aan zijn nieuwjaarsboodschap, die draaide rond armoedebestrijding. Blair werkte aan de tekst onder de palmbomen op de Seychellen waar hij te gast was bij zijn vriend Richard Branson, de puissant rijke eigenaar van Virgin. Al van in het begin van hun machtsdeelname hadden de kopstukken van New Labour het grote geld geroken. Blair en de partij ontvingen grote sommen van lieden als staalbaron Lakshmi Mittal, en vervolgens werd druk uitgeoefend op de Britse ambassade in Roemenië om Mittal ter plaatse te helpen bij het opkopen van de oude staalindustrie. De media schreven over ‘cash for influence’, geld in ruil voor invloed, maar Blair zag er geen graten in. Samen met zijn spindoctor Alistair Campbell behandelde hij de ambtenarij, het parlement en de media met steeds grotere minachting.

Tom Bower noemt het male macho culture, en die cultuur heeft bijgedragen tot het morele failliet van Blairs optreden. Niemand is vergeten dat Tony Blair zich verregaand had geëngageerd in de oorlog tegen Saddam Hoessein. Hij legde toen een moreel argument op tafel: dat de strijd tegen zo’n dictator in wezen een kwestie van beschaving was. Om die oorlog te kunnen voeren, werd het Britse publiek een rad voor de ogen gedraaid. Zelfs de legerleiding werd genegeerd. Hij had meer vertrouwen in de Amerikaanse generaals dan in de Britse, die voorzichtiger waren.

‘Niet voorgelogen’

Bowers boek verscheen in maart. Wat hij over de Irakoorlog schreef, werd vorige week bevestigd in het zogenaamde Chilcot-rapport, een vernietigende analyse van de wijze waarop de regering-Blair de Irakoorlog aanpakte. Daaruit blijkt dat er nooit voldoende bewijs was dat Saddam Hoessein over massavernietigingswapens beschikte, en dat de Britse regering dat nooit zo stellig aan het parlement en het publiek had mogen verklaren. De hele operatie was slecht voorbereid, en na zes jaar oorlog had de regering geen enkele van haar doelstellingen verwezenlijkt. Ex-vicepremier John Prescott heeft zich al verontschuldigd, Tony Blair niet.

Blair ontkent dat hij zijn land heeft voorgelogen. Dat strookt zelfs met wat Tom Bower te weten kwam. Blairs eigen cabinetsecretary, een hoge ambtenaar, verklaart in zijn boek on the record: ‘Ik zou het geen leugen noemen. Je kunt ook bedriegen zonder te liegen. Bijvoorbeeld door een foute interpretatie van feiten niet te willen corrigeren.’ Als politici zelf niet aan de alarmbel of de noodrem willen trekken, bestaat natuurlijk de kans dat burgers of kiezers het in hun plaats doen. Dat heet: de zelfreinigende functie van de democratie.

Tom Bower, Broken Vows – Tony Blair, the Tragedy of Power, Faber & Faber, 651 blz., 28,95 euro.

Walter Pauli

Tony Blair behandelde de ambtenarij, het parlement en de media met steeds grotere minachting.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content