Dromen mag natuurlijk, ‘maar de mensen geloven je pas als ze ook resultaten zien’, zegt Yves Leterme (CD&V). Dit soort nuchterheid is Vlaanderens nieuwe minister-president ten voeten uit.

‘Ik ben nu twee dagen minister-president,’ bekent Leterme in de ochtendzon van zijn thuisstad Ieper, ‘maar ik word daar niet euforisch van.’ Integendeel, de kersverse minister-president draagt zijn functie als ‘een zware verantwoordelijkheid’. ‘De druk dat je elke dag opnieuw je uiterste best moet doen, die is bij mij heel sterk aanwezig’, verklaart hij zich nader. Voluit genieten is er dus niet bij. De rust die nu over de Wetstraat is neergedaald, is dan ook bedrieglijk en van korte duur. Dit najaar al duiken de eerste gevaren op voor Letermes driepartijenregering, met de geplande communautaire onderhandelingen over de schuldafbouw en de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde. Aanvaringen met de federale regering van Guy Verhofstadt (VLD), waarvan de christen-democraten (vooralsnog) geen deel uitmaken, vallen daarbij niet uit te sluiten. Al weet je dat met Leterme nooit zeker. Zijn door velen als onmogelijk omschreven formatieopdracht heeft hij immers ook zonder noemenswaardige dissonant voltooid.

De meest gehoorde reactie op het regeerakkoord luidt: de intenties zijn goed, maar de tekst is op vele punten vaag.

YVES LETERME: We hebben alle maatregelen anders wel uitgebreid becijferd. Dat is ook een van de redenen waarom de onderhandelingen bij ons vier dagen langer hebben geduurd dan aan Franstalige kant. Trouwens, vóór mijn promotie tot ‘notaris’ werd ik een grijze boekhouder genoemd. Noem mij dus om het even welke maatregel uit het akkoord, en ik geef u het bijbehorende bedrag.

In het hoofdstuk over inburgering bent u anders alleen erg concreet over de plichten, niet over de rechten van allochtonen.

LETERME: Hoewel we toch ook elke vorm van discriminatie, ook die op de arbeidsmarkt, willen proberen weg te werken. Daarnaast wordt het aanbod van inburgeringstrajecten sterk uitgebreid. We trekken daarvoor 120 miljoen euro uit, bovenop wat al geprogrammeerd was. Maar we beschouwen samenleven in Vlaanderen inderdaad niet langer als iets vrijblijvends. Wie dus in de toekomst voor een sociale woning in aanmerking wil komen, zal zich wat moeten aanpassen, of toch minstens de taal van zijn buren kennen. Want je kunt daar wel diepgaand over filosoferen, maar eigenlijk is dit een heel concreet vraagstuk: hoe kunnen mensen nu met elkaar overeenkomen, als ze elkaar zelfs niet verstaan?

Wat vond u van de scherpe kritiek in de media op het ‘gebakkelei’ van de onderhandelaars over wie welke bevoegdheden in handen krijgt?

LETERME: Dat is één grote misvatting. Over die bevoegdheidsverdeling is al met al anderhalf uur onderhandeld. Maar weet u dat ik, zelfs deze week nog, bevoegdheden heb ontdekt waarmee ik heb vergeten rekening te houden? Planning en statistiek bijvoorbeeld, waar hoort dat bij? Ik heb, ook tijdens de onderhandelingen zelf, veel tijd gestoken in het uitvlooien van al die zaken. De anderen zaten ondertussen rustig een glas te drinken, wat grapjes te maken, de sfeer was erg ontspannen. Het is dus gelogen dat er lang over de postjes is gebakkeleid. Nee, toen het uitgangspunt van tien ministers eenmaal door iedereen was aanvaard, viel de puzzel eigenlijk vrij snel in elkaar.

U wilt met uw regering een stijlbreuk tot stand brengen. Wat bedoelt u?

LETERME: Ik wil vooral goed besturen, wat minder uitpakken met ‘grote verhalen’ ook. Je moet natuurlijk een droom hebben voor Vlaanderen, en die droom zit ook wel in dit regeerakkoord, maar ik ga daar zeker de eerste weken hardop niet al te veel over zeggen. Dat zal allemaal wel gaandeweg blijken, uit wat we concreet doen. De basisopties die we genomen hebben – meer ruimte geven aan de samenleving aan de ene kant, een efficiëntere aanpak van de kerntaken van de overheid aan de andere kant – die kun je immers nog honderdduizend keer herhalen. Maar de mensen geloven je toch pas als ze ook resultaten zien.

Denkt u ook dat de Vlamingen gewoon geen behoefte hebben aan nog eens een groot verhaal?

LETERME: Daar ben ik van overtuigd. Dat heb ik ook tegen de collega’s gezegd, die in het begin sterk aandrongen op ‘een verhaal voor de mensen’. Ik heb hier in de streek nog nooit een groot verhaal verteld, en ik heb niet het gevoel dat mensen dat missen. Er is mij op mijn zitdag in ieder geval nog nooit iemand om een groot verhaal komen vragen. (lacht) Maar er moet natuurlijk wel een gemeenschappelijk project schuilgaan achter de bestuursdaden van de verschillende ministers.

Maar als zelfs Bart Somers, die mee onderhandeld heeft, dat gemeenschappelijke project niet ziet, zoals hij in ‘De Morgen’ zei?

LETERME:(haalt schouders op) Ik vond dat ook een rare uitspraak. Maar goed, ik zal zorgen voor het gemeenschappelijke project van deze regering, laat Bart maar werken aan het project van de VLD. Dat is nodig, want naar de precieze inhoud daarvan ben ik de laatste maanden ook soms op zoek geweest.

Hoe moeilijk was het om na die venijnige verkiezingscampagne met de VLD te moeten onderhandelen?

LETERME: Het was wennen. Maar ik ben er wél altijd van overtuigd geweest dat de VLD ook echt een akkoord wilde. Omgekeerd hebben Bart Somers en Karel De Gucht op den duur moeten toegeven dat CD&V niet alleen uit was op revanche. Een specifieke moeilijkheid tijdens de onderhandelingen was natuurlijk de financiële situatie. De onzekerheid daarover heeft de eerste drie weken geregeld voor wrevel gezorgd. Ik had soms het gevoel dat ik op drijfzand stond. Vandaar ook mijn beroep op het Rekenhof, maar ook dat rapport bracht geen honderd procent duidelijkheid.

Uw driepartijenregering is een verstandshuwelijk van partners die tot elkaar veroordeeld zijn. Kan daar een samenhangende ploeg uit voortkomen?

LETERME: In ons politiek systeem moeten verliezers en winnaars na de verkiezingen nu eenmaal opnieuw met elkaar praten. Dan is het ook normaal dat de wederzijdse achterdocht de eerste weken vrij groot is. Maar ik heb toch de indruk dat er tussen de onderhandelaars een vertrouwensband is gegroeid. Nu moeten ook de andere collega’s, die niet bij de onderhandelingen betrokken waren, de kans krijgen om zich de tekst en zijn achterliggende bedoelingen eigen te maken. Want van deze regeringsploeg hebben alleen ikzelf, Frank Vandenbroucke en Dirk Van Mechelen de formatie van begin tot eind meegemaakt.

Betreurt u het dat Karel De Gucht niet mee in uw Vlaamse regering zit?

LETERME: Hij heeft de VLD-delegatie tijdens de onderhandelingen tot het laatst geleid. En dus ja, ik had hem graag in de Vlaamse regering gezien.

De VLD heeft over het algemeen niet haar sterkste figuren naar de Vlaamse regering afgevaardigd: Karel De Gucht is federaal minister geworden en Bart Somers partijvoorzitter.

LETERME: Onderschat mensen als Fientje Moerman en Dirk Van Mechelen toch niet, ook niet binnen hun eigen partij.

Tussen sommigen van uw nieuwe ministers is de persoonlijke aversie groot. Dan denken we op de eerste plaats aan gewezen VU’ers Geert Bourgeois en Bert Anciaux.

LETERME: Goed, maar ondanks de conflicten uit het verleden hebben Geert Bourgeois en Bert Anciaux nu de morele plicht hun persoonlijke animositeit achterwege te laten. Minister worden is een eer, hè, geen recht.

Zult u om de lieve vrede ook bepaalde revanchistische neigingen in uw eigen partij moeten onderdrukken?

LETERME: Met die wraakgevoelens valt het best mee. Er is namelijk een spectaculaire vernieuwing in de fractie doorgevoerd, dat mag ook wel eens gezegd worden. Wij hebben zeven dertigers en een stuk of vijf twintigers. Iemand als Tinne Rombouts, de jongste verkozene in het Vlaams parlement, kan moeilijk van revanchisme verdacht worden. Tinne was amper twintig toen we in 1999 in de oppositie werden geduwd. Ongeveer hetzelfde geldt voor mensen als Vera Jans, Inge Vervotte of Cathy Berx. Dus de – stilaan – dragende figuren van de partij, die hebben echt geen boodschap aan revanche nemen. Meer ervaren leden van de fractie hebben natuurlijk wél bepaalde zaken op hun harde schijf opgeslagen. De paars-groene meerderheid is dan ook niet altijd even hoffelijk met de oppositie omgegaan, en dat laat sporen na, ook bij mij.

Op de harde schijf van uw Vlaamse parlementsleden staat nu ook dat niemand van hen geschikt werd bevonden voor een ministerfunctie. Dat wordt u erg kwalijk genomen.

LETERME: Zulke spanningen ontstaan onvermijdelijk bij elke regeringsvorming. Ze waren er bijvoorbeeld ook toen Jean-Luc Dehaene in de regering kwam zonder deel uit te maken van de fractie. Achteraf bleek dat toch niet zo’n slechte keuze. Herman Van Rompuy heeft het in 1992 zelfs gepresteerd twee ministers buiten de fractie om – Leo Delcroix en Mieke Offeciers – in de regering te halen.

Noch uzelf, noch Inge Vervotte of gewezen Unizo-baas Kris Peeters hebben ervaring als minister. Had u toch niet beter ook een routiné als Eric Van Rompuy in uw ploeg opgenomen?

LETERME: Maar Kris Peeters is wel al járen voorzitter van de Sociaal Economische Raad voor Vlaanderen (SERV), de belangrijkste adviesinstantie in Vlaanderen, waar elke grote maatregel van het parlement of de regering wordt getoetst. Peeters kent dus evenveel, om niet te zeggen méér van het Vlaamse beleid dan alle anderen die nu in de Vlaamse regering stappen.

Waarom was Kris Peeters zo belangrijk voor u?

LETERME: Omdat ik geloof dat hij, zonder afbreuk te willen doen aan de verdiensten van anderen, een goed minister zal zijn. Bovendien is hij iemand die uit het middenveld komt. Een aantal jaren geleden las ik in uw tijdschrift nog een essay dat de politiek geen eiland mag worden. Welnu.

En daar had u een krachtmeting met uw fractie voor over?

LETERME:(sec) Het was geen krachtmeting, ook al waren er inderdaad twee stemrondes nodig.

Milieuorganisaties maken zich dan weer zorgen dat iemand die jarenlang de belangen van de kleine ondernemers heeft behartigd, nu leefmilieu in zijn portefeuille heeft.

LETERME: Dat kan ik mij voorstellen. Maar op het vlak van milieubeleid hebben we een goed regeerakkoord en Kris Peeters gaat dat loyaal uitvoeren.

Het regeerakkoord bevat ook ambitieuze communautaire doelstellingen, om te beginnen de ‘onverwijlde’ splitsing van de tweetalige kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde. Maar wat betekent dat precies?

LETERME: Wat er staat: dat de Vlaamse regering al haar institutionele pressiemiddelen zal gebruiken om ervoor te zorgen dat de splitsing er snel komt.

Volgens Geert Bourgeois betekent onverwijld: vóór het einde van het jaar.

LETERME: Bart Somers en Steve Stevaert hebben dat ook zo beloofd aan de burgemeesters uit Halle-Vilvoorde. Ik kan me daarin terugvinden.

Eric Van Rompuy zei op Ring-TV zelfs dat er zonder die splitsing op het eind van het jaar geen Vlaamse regering meer zal zijn.

LETERME: Ik antwoord niet op hypothetische vragen. Maar ik weet wel dat als we nu eenzijdig een voorstel tot splitsing goedkeuren, de Franstaligen dan de alarmbelprocedure inzetten, de federale regering misschien valt, en de Vlamingen dan met lege handen achterblijven.

Toont het bereikte compromis over de fiscale amnestie niet hoe moeilijk het ligt dat CD&V op Vlaams niveau wél, en op federaal niveau niet meeregeert?

LETERME: Ik vind het compromis voor de fiscale amnestie echt niet dubbelzinnig. Wij blijven de fiscale amnestie immers op federaal vlak bestrijden, én we doen onze belofte gestand dat CD&V nooit een Vlaamse amnestieregeling zal goedkeuren. In tegenstelling tot het Waalse Gewest en de Brusselse Hoofdstedelijke Raad zal er in Vlaanderen dus geen decreet over de fiscale amnestie worden aangenomen. Maar de in de vorige Vlaamse regering ook door Groen! goedgekeurde begroting, met 39,3 miljoen euro aan inkomsten uit ontdoken successierechten, die nemen wij over. Meer niet. En als u het mij vraagt, de fiscale amnestie zal zoveel niet opleveren. Want los van de morele aspecten is het gewoon een slecht gemaakte wet.

Blijft toch de verwarrende situatie dat CD&V, naargelang van het beleidsniveau, met de paarse partijen samenwerkt, of ze juist bestrijdt?

LETERME: Op dat punt hebt u gelijk. In dit land, met nog veel gemengde bevoegdheden, zal dat voor de burger soms moeilijk te volgen zijn. Maar ik vraag me wel af waarom er alleen aandacht is voor die paradox bij CD&V. Want wat bijvoorbeeld socialisten en liberalen met ons in Vlaanderen over inburgering hebben afgesproken, dat staat haaks op de federale snel-Belg-wet, die geen enkele eis tot integratie bevat. En dus suggereer ik om die zogenaamde spagaat tussen Vlaamse en federale standpunten toch ook eens bij liberalen en socialisten te onderzoeken.

Vormen de huidige, asymmetrisch samengestelde regeringen in dit land de echte vuurproef voor de werkbaarheid van onze federale staatsindeling?

LETERME: Of ons federale stelsel ook in de praktijk werkbaar is, is mijns inziens minder een zaak van politieke meerderheden dan van goede financiële afspraken. Het belang van de budgettaire factor voor de samenhang van het land wordt sterk onderschat. Vergeet ook niet, het eerste belangrijke communautaire dossier na de zomer is niet Brussel-Halle-Vilvoorde, maar wel de in september geplande discussie over het aandeel van de deelstaten in de sanering van de overheidsfinanciën. Uit de cijfers waarover wij tijdens de formatie beschikten, blijkt namelijk dat Vlaanderen bijna helemaal in zijn eentje voor het begrotingsevenwicht in dit land zorgt. Terwijl de federale overheid, en zeker het Waalse Gewest of de Franstalige Gemeenschap, geen enkele substantiële bijdrage tot dat evenwicht leveren. Dat kan niet blijven duren, vinden nu ook VLD en SP.A. Dat lijkt me een zeer belangrijke verworvenheid van deze regeringsvorming.

Tot slot, u krijgt veel lof van uw collega’s, een zeldzame keer kritiek. Zoals van Stevaert, die in ‘Het Laatste Nieuws’ vond dat u te zeer de speelbal bent van uw partij.

LETERME: Ik heb altijd veel overlegd in mijn partij, ook informeel. Maar ik heb de voorbije weken toch ook laten zien dat ik leiding kan geven, wat dan weer een ander soort kritische reacties uitlokt. (lacht) Het is moeilijk voor iedereen goed te doen.

Door Han Renard

‘Er is op mijn zitdag nog nooit iemand om een groot verhaal komen vragen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content