Broddelwerk in de asielopvang

© Diego Franssens

Te laat, te weinig en te duur: het nieuwe asielcentrum in Kalmthout, dat ingericht en beheerd werd door beveiligingsmultinational G4S, sloot na zes maanden bouwkundig en organisatorisch geklungel op 7 mei zijn deuren. Of hoe de kostenbesparingsdrang van een privébedrijf kwaliteit en menswaardigheid in de weg staat.

‘Deze mensen zullen enkel onder begeleiding de kamer kunnen verlaten.’ Centrumdirecteur Patrick Biegel toont in een promofilmpje op het YouTubekanaal van het Federaal Agentschap voor de opvang van Asielzoekers (Fedasil) de quarantainekamer van het Kalmthoutse asielcentrum, dat door beveiligingsbedrijf G4S Care gerund wordt. Er zijn vijf slaapplaatsen in een kamer van 20 tot 24m² groot. De directeur doet zijn uiterste best om empathisch over te komen. Maar de bevlekte, betonnen vloeren en de stalen stapelbedden – dunne matrasjes op spiraalbodems – doen eerder denken aan een opslag- dan aan een opvangplaats.

Het debacle van het Kalmt-houtse asielcentrum begint in november 2019. Het opvangnetwerk van Fedasil staat op de rand van een implosie. Toenmalig minister voor Asiel en Migratie, Maggie De Block (Open VLD): ‘Onze betrouwbare partner, het Rode Kruis, probeerde het onmogelijke te doen, maar ze gaven aan dat ze niet snel genoeg voldoende plaatsen konden creëren.’ Daarom liet de minister Fedasil via een ‘procedure in hoogdringendheid’ private partners zoeken voor nieuwe asielcentra. Tot 2015 speelden commerciële bedrijven geen rol bij de Belgische asielopvang. Die gebeurde uitsluitend in centra van Fedasil zelf of door ngo’s zoals het Rode Kruis. Tijdens de migratiecrisis van 2015 bracht Theo Francken (N-VA), die toen staatssecretaris voor Asiel en Migratie was, daar verandering in. Hij schakelde onder meer rusthuisgroep Senior Assist in en het Ierse financiële concern Bridgestock. De grootste partner was G4S, met opvangcentra in de regio Turnhout en in het voormalige gevangenisschip Reno.

’s Nachts zou er maar één persoon voor 120 bewoners instaan. Als er iets gebeurt, is dat een heel onveilige situatie.’ Medewerker G4S

Nachtdiensten

Volgens het bestek van de aanbesteding zal Fedasil de opdracht toekennen op basis van vier gunningscriteria. In volgorde van belangrijkheid is het eerste criterium de prijs per opgevangen asielzoeker. Dan volgt het plan waarin de bieder uitlegt hoe hij ‘de site operationeel zal maken’. Het derde criterium is ‘de snelheid’ waarmee hij dat zal doen (60 dagen is de ‘maximumtermijn’, maar hoe sneller hoe beter) en de ‘capaciteit en flexibiliteit’ van de opvang. Het vierde criterium is – letterlijk het ‘minst belangrijke’ – ‘de organisatie en de kwalificaties van het toegekende personeel’.

G4S heeft ervaring opgedaan tijdens de asielcrisis van 2015 en sleept dan ook vlot aanbestedingen voor drie asielcentra in de wacht: in Kalmthout, Etterbeek en Luik. Kalmthout mag de spits afbijten. Op 14 februari 2020 laat Fedasil in een persbericht weten dat het centrum vanaf begin april 120 bewoners zal opvangen.

Voor het project rekruteert G4S nieuwe medewerkers. Maar hun avontuur krijgt een valse start. Dachten ze – op basis van de vacature en het sollicitatiegesprek – in maart te mogen beginnen, dan blijkt uiteindelijk dat ze pas eind juni aan de slag kunnen. ‘We kregen almaar e-mails met als boodschap: binnenkort gaan we beginnen. Maar dat werd nooit concreet.’ Eén medewerker had bij zijn vorige job al zijn ontslag ingediend en kwam zonder salaris te zitten. De reden voor de maandenlange vertraging? De verbouwingen aan het pand.

Bovendien zijn er vacatures die een bachelordiploma vereisen, maar waarbij de gerekruteerde toch zou worden uitbetaald als middelbareschoolverlater, zonder anciënniteit. Ook is voor sommige medewerkers op voorhand niet duidelijk dat ze nachtwerk moeten verrichten. Die nachtdiensten boezemen het personeel angst in: ”s Nachts zou er maar één persoon voor 120 bewoners instaan. Als er iets gebeurt, is dat een heel onveilige situatie. Dat weet iedereen met een beetje ervaring in het opvangwezen.’

In een reactie schuift Fedasil de verantwoordelijkheid van zich af: ‘De operator kan beslissen om de startdatum van contracten te wijzigen in functie van de verwachte effectieve opening van het centrum. Fedasil gaat alleen na of het vereiste personeel aanwezig en opgeleid is op het moment van de opening. Het beheer van het personeel is een interne aangelegenheid van de operator.’

‘De service die we leverden, was in overeenstemming met de specificaties die onze klant, Fedasil, eiste. Fedasil voerde regelmatig audits uit om ervoor te zorgen dat er voldoende faciliteiten en zorg werden geboden aan bewoners van het centrum’, legt Yannick De Smet uit, woordvoerder van G4S. Eén begeleider voor 120 asielzoekers lijkt weinig, maar voldoet inderdaad aan de minimumeisen van Fedasil. Volgens het bestek is een tweede personeelslid pas nodig vanaf 200 bewoners.

Vijf stoelen

De minimumeisen van Fedasil liggen dan ook eerder laag. Zo volstaat 4 m2 per persoon in een slaapkamer met meerdere bedden. In de ontspanningsruimte zijn slechts vijf stoelen nodig per vijftig bewoners. En tien mensen moeten het kunnen stellen met ‘1 basisset kook- en eetgerief’. In het oorspronkelijke plan was er in 2 pannen per kamer van 5 personen voorzien. ‘Dat zou natuurlijk tot enorme conflicten leiden’, zegt een medewerker.

Bij Fedasil zien ze niet meteen een probleem: ‘In opvangcentra wordt gekookt in shiften. De uurregeling, de keukeninfrastructuur en het kookgerei zijn daarop afgestemd. De aanbestedingsvoorwaarden zijn dezelfde als de minimale normen die gelden voor alle opvangplaatsen in België. Het gaat om de omzetting van de Europese richtlijn’, zegt woordvoerster Mieke Candaele.

Veel medewerkers vinden het toch niet koosjer om zo’n schrale dienstverlening te bieden aan de asielzoekers: ‘Het was alsof G4S die normen zo minimaal mogelijk wou interpreteren: zo veel mogelijk bewoners op één vierkante meter krijgen, dat leek hun uitgangspunt.’ Ook de geplande personeelsbezetting was maar mager. Terwijl in het asielcentrum van het Rode Kruis in Beveren, dat ook 120 asielzoekers opvangt, 17 voltijdse equivalenten werken, neemt G4S voor Kalmthout slechts 12 mensen in dienst.

Sommige normen worden nogal creatief geïnterpreteerd. Zo staan in het bestek vier verplichte ‘ontspanningsruimten’: ‘een zitruimte, een tv-ruimte, een internetruimte en een ontspanningsruimte voor minderjarigen’. Ook moet er een lokaal zijn dat voor een deel van de dag voorbehouden is voor vrouwen. Maar in het Kalmthoutse gebouw was er buiten de slaapkamers, het sanitair, de keuken en de eetzaal, slechts een kantoortje over dat kleiner was dan een slaapkamer.

Hoe is dat probleem in Kalmthout opgelost? Twee slaapkamers die vanwege een gebrek aan verluchting en daglicht werden afgekeurd, deden dienst als vrouwen- en kinderlokaal. De andere ‘ontspanningsruimtes’ werden ondergebracht in de eetzaal, die daarom ‘polyvalente zaal’ genoemd werd. Fedasil- woordvoerster Candaele laat weten dat ‘alle technische en praktische normen (infrastructuur, veiligheid) werden opgevolgd door medewerkers van Fedasil en goedgekeurd’. De overheidsdienst heeft daarvoor vijf inspectiebezoeken georganiseerd, waarvan drie voor de opening van het centrum. De afgekeurde slaapkamers ‘voldeden wel als ontspanningsruimte’, aldus Candaele, ‘en de polyvalente ruimte, met onder andere een tv-toestel en een computerdesk, was tijdens bepaalde uren een eetzaal.’

Toiletpapier

Begin juli mogen de nieuwe centrummedewerkers eindelijk aan de slag. Maar het is dan niet meteen duidelijk waar dat precies moet gebeuren, want de verbouwingen zijn nog volop bezig. Het pand waarin G4S het nieuwe asielcentrum wil vestigen is eigendom van de Gentse ondernemer Frank De Palmenaer, die in 2019 voor Open VLD op de kieslijst voor het Vlaams Parlement stond. De website derijkstebelgen.be schat het vermogen van zijn familie op 34 miljoen euro.

Medewerkers van De Palmenaer, die ook ceo is van het aannemersbedrijf dat de renovatiewerken laat uitvoeren, schudden een oplossing uit hun mouw. Een appartement tegenover het asielcentrum, dat eveneens op naam van De Palmenaer staat, zal dienst doen als tijdelijke werkruimte van het personeel. Een G4S-werknemer getuigt: ‘G4S had niks voorzien. Zelfs het toiletpapier ontbrak. We moesten onze eigen laptops meenemen en voor het internet had iemand dan maar zijn eigen draadloze modem meegebracht. We vonden dat heel raar. Maar we wilden echt iets van het project maken. Dus deden we dat maar.’

Lukas Jacobs (CD&V), burgemeester van Kalmthout, had van bij het begin ernstige bedenkingen bij het project: ‘Het klopte gewoon niet. Het pand is niet geschikt voor menswaardige opvang van 120 mensen. Het is te klein, te slecht gelegen, er is te weinig buitenruimte en het is verkeersonveilig. Fedasil en minister De Block schermden met audits en controles, maar ik heb nooit geloofd dat je op die plek 120 mensen op een redelijke manier tijdelijk kunt huisvesten.’

Niet alleen laat de renovatie lang op zich wachten, er schort ook van alles aan. De gemeente laat de werken meerdere malen stilleggen. Volgens de gemeente was de bouwvergunning niet in orde, heeft de brandweer een negatief brandpreventieverslag opgesteld en was er geen zuiveringsinstallatie voor het afvalwater van de 120 bewoners voorzien. Voorts klaagden buurtbewoners dat het asbest uit het gebouw verkeerd was verwijderd. Er werden bodemstalen genomen die positief bleken. Dat terwijl nota bene Frank De Palmenaer zelf naam en faam verwierf als oprichter en ceo van ABO Group, een internationaal beursgenoteerd bedrijf gespecialiseerd in bodemonderzoek.

Frank De Palmenaer ziet dat anders: ‘De werken zijn meermaals onterecht stilgelegd. De gewestelijke inspecties hebben die stilleggingen bovendien niet bekrachtigd.’ Volgens hem was de gemeente te streng: ‘De verwijdering is door erkende firma’s gebeurd conform alle wettelijke beschikkingen. De gemeente heeft strengere normen gehanteerd dan de wettelijke.’ Wat de brandveiligheid betreft, volstaat volgens de eigenaar het toezicht door Fedasil.

Uiteindelijk zal het gebouw aan alle veiligheidseisen voldoen, op één detail na: de brandtrap voor de eerste verdieping ontbreekt. Die is volgens de brandweer nodig om de veiligheid van de bewoners te garanderen. Een persbericht van de gemeente Kalmthout meldt dat ‘uitbater G4S die in eerste instantie zonder stedenbouwkundige vergunning wilde plaatsen’. De gemeente stak daar een stokje voor. Daarop volgde een officiële bouwaanvraag. Volgens de gemeente is de brandtrap in strijd met de ruimtelijke ordening. Ook beroep bij de provincie Antwerpen mag niet baten. De Palmenaer reageert verbaasd: ‘Als G4S daar een aanvraag voor heeft ingediend, dan heb ik daar geen akkoord voor gegeven. Ik ben eigenaar. Normaal moet de eigenaar voor een bouwaanvraag tekenen.’

Bij gebrek aan brandtrap mag de bovenverdieping niet gebruikt worden. Bijgevolg blijft slechts een derde van de voorziene opvangcapaciteit over. Het centrum dat plaats moest bieden aan 120 mensen mag aan maximaal 39 mensen onderdak bieden. Aanvankelijk waren er op de benedenverdieping 4 kamers van 6 personen en 6 kamers van 5 personen, 3 kamers van 5 personen zijn afgekeurd.

In afwachting van de opening worden de werknemers van G4S in september technisch werkloos. In plaats van het salaris van de beveiligingsmultinational krijgen ze een uitkering van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA). Overmacht of eigen schuld? Volgens G4S gebeurde alles ‘in overeenstemming met de toepasselijke regelgeving inzake economische werkloosheid’. Dat belet niet dat het enthousiasme onder het personeel een knauw krijgt. Twee collega’s nemen ontslag. Ze zijn het ‘mismanagement van G4S’ beu.

Kalmthout Omarmt

Op 9 november 2020 opent het centrum uiteindelijk en verwelkomt het 15 mensen. Het project ‘in hoogdringendheid om snel opvangplaatsen ter beschikking te stellen’ opent maar liefst zeven maanden later en met een fractie van de beloofde opvangcapaciteit van 120 asielzoekers. Eind april 2021 komt de melding dat ‘na onderling overleg tussen Fedasil en G4S’ besloten is dat het opvangcentrum voortijdig zal sluiten op 7 mei. Dat is welgeteld zes maanden na opening, terwijl het achttien maanden open had moeten blijven. De bewoners zijn overgeplaatst naar andere asielcentra.

De beslissing komt niet meteen als een verrassing. ‘Het was de bedoeling om de capaciteit in een tweede fase te laten stijgen, maar het centrum kon nooit de volle capaciteit bereiken wegens het ontbreken van de vereiste stedenbouwkundige vergunningen’, luidt het persbericht van Fedasil. Als we één week na de sluiting aan Frank De Palmenaer – toch een van de hoofdrolspelers in het dossier – een reactie vragen, valt hij uit de lucht: ‘Ik verneem van u dat het project stopgezet wordt. Ik weet niet waar u dat vandaan haalt. Ik heb van niemand een officieel bericht gekregen.’ Ondanks zijn onwetendheid heeft De Palmenaer wel een alternatieve verklaring voor de sluiting: ‘Wat ik algemeen hoor, is dat door de coronacrisis het aantal asielzoekers vermindert en dat er waarschijnlijk niet voldoende mensen waren om het centrum te vullen zoals voorzien was. Het aantal asielcentra moet afgebouwd worden in periodes met minder asielzoekers.’

In het asielcentrum van het Rode Kruis in Beveren werken 17 voltijdse equivalenten. In Kalmthout neemt G4S slechts 12 mensen in dienst.

De komst van het asielcentrum liet ook de Kalmthoutenaren niet onberoerd. De plaatselijke afdeling van het Vlaams Belang voerde hevig actie tegen de komst van migranten naar hun gemeente. Het burgerinitiatief Kalmthout Omarmt wilde daarentegen de asielzoekers welkom heten. Medestichter Herwig Vandekeybus: ‘We wilden laten zien dat de bevolking wil helpen. Kalmthout Omarmt zamelde kleren, schoenen en fietsen in. Sommige enthousiaste leden wilden zelfs meubels brengen of voor de bewoners koken.’ Maar het commerciële karakter van de opvang stelde de lokale vrijwilligers voor een moreel dilemma. ‘Hoe ver moeten we gaan?’ zegt Vandekeybus. ‘We wilden waarde toevoegen, maar niet de dingen doen waar eigenlijk G4S voor betaald werd.’

Een voorbeeld is het schoolvervoer van de kinderen, volgens de aanbestedingsvoorwaarden een verantwoordelijkheid van de uitbater. Vandekeybus: ‘G4S stelde wel een bus ter beschikking, maar aanvankelijk had geen van de werknemers het vereiste rijbewijs.’ En dus nam Kalmthout Omarmt het vervoer tijdelijk over. ‘G4S had geen verzekering voor de vrijwilligers afgesloten. We moesten onze vrijwilligers daarom via een andere organisatie laten verzekeren.’

Ondanks alle vertragingen en problemen heeft Fedasil nooit een formele audit van het Kalmthoutse centrum gedaan. ‘De audit werd gepland vijf maanden na opening (begin april 2021, nvdr), maar werd zonder voorwerp door de vervroegde sluiting’, luidt de uitleg van Fedasil.

G4S werd uitgenodigd om te reageren op de concrete bevindingen in dit artikel. Het beveiligingsbedrijf houdt het op een korte mededeling: ‘De door u opgesomde datapunten geven niet het ware beeld weer, aangezien het centrum nooit op volle capaciteit heeft gewerkt. G4S heeft altijd gehandeld in overeenstemming met de contractspecificaties van Fedasil.’

Bufferplaatsen

Wat nu met de andere private opvangcentra? Er blijven nog vijf asielcentra over die door privébedrijven worden uitgebaat, waarvan twee door G4S. Fedasil voert een intern onderzoek naar een ander asielcentrum dat commerciële operator Svasta in het Waalse Jalhay uitbaat. In een vernietigend artikel op de website van het burgerinitiatief Migrations Libres hadden bewoners getuigd over ernstige verwaarlozing en zelfs economische uitbuiting.

Federaal parlementslid Ben Segers (Vooruit) volgt in de Kamer het dossier van de commerciële asielopvang op. Hij hoopt dat spoedaanbestedingen voor noodopvangplaatsen bij commerciële bedrijven tot het verleden behoren. Er moet een systeem met bufferplaatsen in de plaats komen: multifunctionele centra die bij grotere toestroom van asielzoekers als opvangcentrum dienen, maar op andere momenten een andere functie krijgen, zoals een buurtcentrum. ‘In zo’n systeem moeten we niet bij de minste rimpeling plaatsen sluiten of openen, met alle maatschappelijke kosten van dien.’

De Block: ‘In 2014 had ik 3000 bufferplaatsen achtergelaten, maar toen ik in december 2018 weer aantrad, waren die weg. Theo Francken had die buffers volledig afgebouwd.’ Francken zelf vindt het ‘flauw en intellectueel oneerlijk’ dat De Block naar hem wijst: ‘Het afbouwplan van de opvangplaatsen was een beslissing van de regering-Michel I, waarin ook de CD&V en de Open VLD zaten. Op 28 september 2018 heb ik zelf nog budget aangevraagd en gekregen voor de creatie van 2000 bufferplaatsen.’

De huidige staatssecretaris voor Asiel en Migratie Sammy Mahdi (CD&V) ziet nog verdere problemen van privatisering: ‘We stellen vast dat de gemiddelde kostprijs van private partners hoger ligt dan die van niet-private partners. En dat de samenwerking tussen lokale besturen, Fedasil en de private partner vaak moeilijk loopt. Kalmthout was een brokkenparcours van de eerste tot de laatste minuut.’

Segers wil een volledig moratorium op samenwerking met commerciële bedrijven: ‘Er is simpelweg geen behoefte aan private operatoren. Wat Fedasil, samen met de opvangpartners zoals het Rode Kruis, zelf doet, doet het beter.’ Maar een moratorium gaat voor Sammy Mahdi te ver: ‘Dat zou onverstandig zijn. Op bepaalde momenten heb je commerciële bedrijven nodig om op de vraag in te spelen. Maar zolang het niet moet en zolang we zo veel mogelijk kunnen kiezen voor niet- private partners, lijkt me dat op basis van economisch en politieke redenen het beste.’

De auteurs van dit artikel zijn lid van privatesecurity.network, een internationale samenwerking van journalisten die onderzoek doen naar de private veiligheidssector.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content