De onderhandelingen in Genève over de toekomst van ex-Joegoslavië maakten vooral duidelijk dat de onduidelijkheid nog groeit.

NA HET ZOVEELSTE bombardement op de Bosnische hoofdstad Sarajevo voelde de internationale gemeenschap haar geduld leeglopen. Toen de VN-waarnemers de verantwoordelijkheid tot bij de Bosnische Serviërs schoven, begon de Navo onmiddellijk met luchtaanvallen. Zoals altijd probeerden generaal Ratko Mladic en de Bosnisch-Servische regering in Pale de handen in onschuld te wassen. Volgens hen hadden de Moslims zélf het bloedbad aangericht. Rusland verkondigde naderhand dat het bloedbad in Sarajevo gepland was door de Westerse geheime diensten en uitgevoerd door de speciale eenheden van de Bosnische generaal Rasim Delic.

De Navo-aanvallen stopten door al die spekulaties niet, ook al veranderde het doel ervan. Een ultimatum aan Mladic eiste de terugtrekking van de zware wapens rond Sarajevo, de stopzetting van de aanvallen op veilige zones in Bosnië, veiligheidsgaranties voor alle VN-personeel en de heropening van de luchthaven van Sarajevo. Lange onderhandelingen tussen Mladic en de Franse generaal Bertrand Janvier, VN-opperbevelhebber in Bosnië, stootten nog op de hardleersheid van de generaal. Maar Radovan Karadzic, de leider van de Bosnische Serviërs, daagde het inmiddels wél dat de Navo er ditmaal niet mee spotte : via CNN verzocht hij de wereld om de bombardementen te stoppen. Tegelijk verklaarde hij cynisch genoeg dat “de burgerbevolking niet zou toelaten” dat de zware wapens uit de buurt van Sarajevo verdwenen.

De Navo-aanvallen dienden niet louter militaire doeleinden. Ze leidden, bijvoorbeeld, tot een akkoord tussen de Servische president Slobodan Milosevic en de Bosnische Serviërs, waardoor voortaan één delegatie van zes leden alle Serviërs aan de onderhandelingstafel zal vertegenwoordigen. Milosevic leidt de delegatie en beslist bij staking van stemmen. Omdat zowel Karadzic als Mladic door het internationaal hof in Den Haag beschuldigd zijn van oorlogsmisdaden en dus kunnen gearresteerd worden, kan de voltallige delegatie alleen binnen Joegoslavië vergaderen. Bij de konferentie in Genève werd Pale vertegenwoordigd door vice-president Nikola Koljevic en minister Aleksa Buba.

HISTORISCH.

De bijeenkomst in Genève het enige diplomatieke sukses tot nu toe van de Amerikaanse onderhandelaar Richard Holbrooke is volgens waarnemers dan ook veeleer te danken aan de Navo-bommen dan aan het talent van Holbrooke of de aantrekkingskracht van het Amerikaanse plan. Hoe scheef dat in elkaar getimmerd zit, bewijst één enkel detail. Na een ontmoeting met de Bosnische president Alija Izetbegovic verwierp Holbrooke resoluut de idee van een aansluiting van Bosnisch Servië bij romp-Joegoslavië. De dag erna echter bestempelde de Amerikaanse ambassadeur in Zagreb Peter Galbraith zo’n konfederatie als een deel van het Amerikaanse plan.

Wat er met de Servische “staat” binnen Bosnië moet gebeuren, blijft vaag, ook na Genève. De pas benoemde Joegoslavische buitenlandminister Milan Mutinovic pochte dat hij zowel de onafhankelijkheid van de Bosnisch-Servische republiek had bekomen als haar recht aan te sluiten bij romp-Joegoslavië. Zijn Bosnische kollega Muhamed Sacirbey stelde duidelijk dat “een Servische konfederatie niet ter sprake komt. “

Zeker is ondertussen wel dat het toekomstige Bosnië-Hercegovina zal bestaan uit twee delen : de Moslim-Kroatische konfederatie (vorig jaar in Washington opgericht) en de Bosnisch-Servische republiek, die voor het eerst wordt erkend. De twee delen zullen hun eigen grondwet hebben, zullen (volgens de Geneefse tekst) verkiezingen onder internationaal toezicht houden en verschillende diensten oprichten die bevoegd zijn voor de normalizering na de oorlog. De belangrijkste dienst wordt ongetwijfeld die voor de terugkeer van de vluchtelingen. De dienst moet de etnische schoonmaak gedeeltelijk ongedaan maken.

In Genève werd ook afspraken gemaakt over een spoedige internationale konferentie over Bosnië waaraan behalve de vijf leden van de kontaktgroep, ook de drie strijdende partijen deelnemen. Maar hoeveel spoed is mogelijk ? De territoriale verdeling vormt hét strijdpunt bij uitstek en zal alleszins lang onderhandelen vragen.

Hoe bescheiden de resultaten van de konferentie ook zijn, de Servische president en zijn propaganda-machine bejubelen ze als “historisch”. De avond dat de konferentie werd afgesloten, bracht de staatstelevisie tientallen felicitatietelegrams voor Milosevic. Het eerste kwam van de regering zélf, dan volgden de leiders van de verschillende regeringspartijen, ten slotte de plaatselijke partijleiders. De bedoeling was duidelijk : opposanten zowel binnen de regeringspartij als binnen de nationalistische groep buitenspel zetten. Na de val van Krajina en de vlucht van de Kroatische Serviërs kreeg Milosevic namelijk voor het eerst publiekelijk kritiek voor zijn politiek. Op een gesloten vergadering van de regeringspartij ging de academicus Mihailo Markovic (72), de woordvoerder van de voorstanders van de harde lijn, frontaal in de aanval. Milosevic reageerde onmiddellijk en verving de direkteur van de staatstelevisie, die zeer bevriend is met Markovic. Wellicht de eerste beslissing van een hele reeks, maar wel een drastische : voor Belgrado is de televisie minstens zo belangrijk als het Joegoslavische leger.

Weldra moet duidelijk worden of de kombinatie van kleine toegevingen en zware bombardementen de Bosnische Serviërs inderdaad naar de onderhandelingstafel kan jagen. Lukt dat niet, dan blijft de vraag welke andere politiek de internationale gemeenschap voor Bosnië nog in petto kan hebben.

Branislav Milosevic

Een vrouw troost haar kleinzoon na een Navo-bombardement in de Bosnische stad Brod.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content