Een laatste aantekeningenboek van Elias Canetti verscheen tegelijk met een herdruk van zijn studie “Massa en macht”.

HIJ HAD DE Nobelprijs voor Literatuur in 1981, om onduidelijke redenen wellicht, want eigenlijk deed hij alles maar één keer, zodat zijn oeuvre een soort staalkaart was van wat hij allemaal kon. Hij was geboren aan de Donau, had geleefd in Manchester, Berlijn, Wenen, en heel lang in Londen, en hij stierf in Zürich, 89 jaar oud, in augustus vorig jaar. Hij had een boek achtergelaten, het manuskript had hij in 1994 aan zijn Duitse uitgever overhandigd : ter publikatie voor zijn negentigste verjaardag, in 1995 dus, het jaar dat hij niet meer gehaald heeft. Het boek is er nu, in Nederlandse vertaling, “Het pantheon van vergeten dingen”, en het is tegelijk een nieuw boek, én het laatste boek dat de schrijver echt zelf gemaakt heeft.

De schrijver, dat is natuurlijk Elias Canetti. Het boek is een verzameling aantekeningen, aforismen en bedenkingen die hij schreef terwijl hij in Hampstead woonde, in de jaren 1954-1971. Er staan dingen in als : “Als God nu eens uit schaamte voor de dood Zijn handen van de schepping heeft afgetrokken ? “

Het is niet eenvoudig iets deugdelijks te zeggen over Canetti of over zijn werk. Ik zou kunnen ingaan op het feit dat het zo leesbaar geschreven is, en tegelijk ook zo onleesbaar, en dat beide facetten meer te maken hebben met wat de schrijver belieft te schrijven dan met de manier waarop hij het schrijft : hij schrijft over mensen, over macht, en over de dood die de uiteindelijke Supermacht is, de Vijand in de bijna middeleeuwse betekenis van het woord, en met wie veel mensen samenheulen. Kollaborateurs. Moordenaars. De strijd tegen de vijand die de dood is, doortrekt het hele werk van Canetti. Hij kan niet worden gewonnen, maar wel volgehouden. Tot de laatste snik. En omdat de schrijver met woorden strijdt, voert hij die oorlog in geschrifte, in zijn boeken. Dicht bij het begin van “Het pantheon van vergeten dingen”, in 1960, schrijft hij een vervloeking op, een echte ouderwetse vloek : “Kostbaar is de onschuld van de mens die nooit heeft gedood. Tot op het laatste moment zal hij weten dat hij nooit gedood heeft. Laat de moordenaars maar spotten ! In elke hemel en in elke hel zullen ze vergeefs de mensen zoeken die ze hebben gedood. De wraak die ze voor zichzelf aanbieden, zal hun nooit worden verleend, ze blijven moordenaars tot in alle eeuwigheid. “

En onmiddellijk daarna schrijft hij : “Hij lacht, uit vergeetachtigheid. “

GESCHIEDENIS.

Anderzijds moeten we inderdaad niet te vergeetachtig zijn. Elias Canetti was een briljant voorbeeld van de stilaan uitstervende generatie schrijvers die “Europese intellektuelen” zouden kunnen worden genoemd. Een sefardische, “Spaans”-sprekende jood uit Bulgarije die, opgevoed in vier talen, in de verschillende hoofdsteden van Europa de geschiedenis van deze eeuw over zich heen gekregen heeft revolutie, fascisme, kommunisme, twee oorlogen, Auschwitz, de atoombom , en die daar met zijn pen zijn werk in gedaan heeft. In het eerste deel van zijn autobiografie, “De behouden tong”, tekent hij zijn vroege afkomst : “Roestsjoek, aan de benedenloop van de Donau, waar ik ter wereld kwam, was een heerlijke stad voor een kind, en als ik zeg dat zij in Bulgarije ligt, geef ik er een ontoereikende voorstelling van, want er leefden daar mensen van de meest uiteenlopende herkomst, op één dag kon je wel zeven of acht talen horen. Behalve de Bulgaren, die dikwijls van het platteland kwamen, waren er nog vele Turken, die in een eigen wijk woonden en aangrenzend lag de wijk der Spanjolen, de onze. Er waren Grieken, Albanezen, Armeniërs en zigeuners. Van de overzijde van de Donau kwamen Roemenen ; mijn baker, die ik mij echter niet herinner, was een Roemeense. Er waren, sporadisch, ook Russen. Als kind had ik geen overzicht over die verscheidenheid, maar ik ondervond er voortdurend de invloeden van. “

Die afkomst, en daarna door zijn meedogenloze moeder, die “kultureel gefixeerd” was als er zoiets bestaat, opgevoed worden in de steden van Europa, tijdens de Eerste Wereldoorlog Lenin in een café te zien zitten in Zürich, en daarna, tussen de twee oorlogen, in Wenen en Berlijn te zijn, dat is wat de schrijver Elias Canetti gemaakt heeft. Dat is wat hem naar Karl Kraus stuurde, de grote satiricus in Wenen die verschrikkelijke dingen over de Eerste Wereldoorlog schreef. En dat is misschien wat hem toeliet zich van de zeer briljante, zeer autoritaire en possessieve Kraus los te maken toen dat nog kon.

Canetti is, buiten zijn autobiografie in drie delen en zijn essays, vooral bekend door twee boeken. Het eerste daarvan is de gruwelroman uit 1935, “Het Martyrium”, de enige roman die hij schreef, en waar hij met een uiterste nauwgezetheid al wat vriendelijk of aangenaam kon overkomen uit weerde.

SPOREN.

Het tweede is de monumentale, overbekende maar weinig gelezen psychologisch-filozofische studie “Massa en macht”. Men hoeft geen helderziende te zijn om door te hebben dat het werk stamt uit de tijden van strijd tussen fascisme en stalinisme, de jaren dertig dus, en dat het, in 1960 oorspronkelijk verschenen, het stempel draagt van nazisme, de Tweede Wereldoorlog en de genocide op de joden. Maar het is geen geschiedenis van die jaren. Het is, eerder, een intellektueel resultaat ervan. Soms laten ze sporen, na, maar lang niet altijd : “Het is bekend dat mensen die onder bevel handelen tot de verschrikkelijkste dingen in staat zijn. Als de bevelenbron is uitgeput en men hen dwingt op hun daden terug te zien, herkennen zij zichzelf niet. Ze zeggen : dat heb ik niet gedaan, en ze beseffen lang niet altijd dat ze liegen. Als getuigen het tegendeel bewijzen en zij aan het wankelen raken, zeggen ze nog : zo ben ik niet, dat kan ik niet hebben gedaan. Ze zoeken naar de sporen van de daad in zichzelf en kunnen ze niet vinden. Het is verbazingwekkend hoe onberoerd ze erdoor zijn gebleven. Het leven dat ze later leiden is wezenlijk anders en op geen enkele manier door de daad gekleurd. Ze voelen zich niet schuldig, ze hebben nergens berouw van. De daad is niet tot hun binnenste doorgedrongen. “

“Massa en macht”, pas in het Nederlands herdrukt in een betaalbare uitgave, is helemaal op die heldere manier geschreven, totaal gekoncentreerd op verstaanbaarheid en algemene leesbaarheid ik zou bijna durven beweren dat er geen enkel moeilijk woord in voorkomt (wat natuurlijk gelogen zou zijn). Het is een boek waaraan, afgezien van de geschiedenis, tien jaar opzoekingswerk voorafgegaan zijn, vooral op het gebied van etnologie en mytologie. Wat Canetti daaruit gedistilleerd heeft, brengt hij in een systematisch aandoende behandeling van de verschillende aspekten van massa’s, en van macht.

Zeggen dat ze systematisch aandoet impliceert dat ze dat niet zou zijn : ze is méér. Het boek is méér dan een aaneenschakeling van bedenkingen, portretteringen, catalogusnota’s, het is een vreemd boek. Omdat de massa macht zoekt (bijvoorbeeld in de bestorming van de Bastille), wat enerzijds logisch en gerechtvaardigd kan lijken, maar omdat anderzijds macht het spiegelbeeld van dood is. En de massa dus de dood zoekt, de Vijand waar Canetti zijn persoonlijke vijand van gemaakt had. Daarom : het is een leesbaar boek, een boeiend boek, een verstaanbaar boek maar het is geen eenvoudig boek, omdat het de lezer meetrekt naar waar hij niet noodzakelijk wil komen. Maar misschien is dat laatste gewoon een definitie te meer van een goed boek.

De voorlaatste aantekening, 1971, van “Het pantheon van vergeten dingen” gaat zo : “De glimlachende mummie met het drie meter lange haar. Hij zag haar, kocht haar en nam haar mee naar huis. Nu hangt ze vóór hem, duizend jaar oud, tweeduizend jaar ? In haar scheve mond maken haar tanden zich vrolijk. Op haar magere, lichte hand rust ternauwernood haar kin. Wat wil ze sinds ze in de Nieuwe Wereld werd opgegraven ? Toen ze zich opmaakte om uit te drogen was haar wereld nog niet nieuw. En werd ze indertijd door evenveel mensen bewonderd als nu ? Waren haar haren al zo lang of zijn die pas voor ons gaan groeien ? ” Van zo’n schrijver verwacht een voorzichtig mens geen simpele dingen.

Sus van Elzen

Elias Canetti, “Het pantheon van vergeten dingen”, De Arbeiderspers, Privé-domein, Amsterdam, 174 blz., 739 fr.

“Massa en macht”, Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam, 548 blz., 700 fr.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content