Martin Amis worstelt in “De informatie” vooral met zijn eigen midlife crisis.

ER BESTAAN onnoemelijk veel auteurs die makkelijker te vertalen zijn dan Martin Amis. Zijn gejaagde en zinderende verteltrant verkent de grenzen van de taal, woekert met stijlen, laat woorden in elkaar opgaan en tegen elkaar opbotsen en stelt het Engels op de proef tot het zich onvoorwaardelijk overgeeft. Amper een half jaar na het verschijnen van Amis’ lijvige roman “The information”, prezenteert Gerrit de Blaauw met “De informatie” een verdienstelijke Nederlandse vertaling.

De gebeurtenissen cirkelen om het geheim dat Amis “de informatie” noemt : de sleutel tot sukses, de garantie op bevrediging, de weg naar de eeuwige zonneschijn. Op talloze plaatsen in de roman wordt zijdelings gerefereerd aan “de informatie”, maar duidelijkheid krijgt de lezer nergens. Ook niet en tegelijk juist wel in de slotzin van de roman : “En dan is er de informatie, die niets is, en die ’s nachts komt. ” Zijn eerdere romans etaleerden het al breedvoerig, de essentie van het leven is de mislukking. De angst daarvoor en de obsessie met de flop vergroot Amis uit tot ze groteske en universele proporties krijgen. Zo ging het in “London Fields” Amis’ wonderlijke roman uit 1989 minder om de grootstedelijke ellende dan wel om de stervende planeet aarde.

In “De informatie” worden de armtierige personages met hun vergeefse streven uitdrukkelijk geportretteerd tegen de immense achtergrond van het universum. Het resultaat is van een even totale als droefniswekkende nietigheid en eindigheid.

DIABOLISCH.

Twee schrijvers staan centraal : Richard Tull, modernistisch auteur van twee volstrekt onleesbare romans en een stuk of wat onuitgegeven manuskripten, vermoeid recensent van turfdikke en saaie biografieën, en Gwyn Barry, auteur van zoetsappige bestsellers over volmaakte utopieën. Het waren goede vrienden, maar Tull verteert de steile opgang van Barry niet en zal niet rusten vooraleer hij diens carrière ernstig heeft geschaad. Zijn sabotagepogingen zijn nu eens subtiel dan weer wreed, maar altijd tot mislukken gedoemd : elke wraakzuchtige onderneming berokkent hemzelf in de eerste plaats schade.

Het mag duidelijk zijn dat het ijle, met clichés gelardeerde verhaaldraadje over de twee rivalizerende schrijvers slechts bijkomstig is, hoe heerlijk diabolisch het er bijwijlen ook aan toegaat. “De informatie” gaat minder over schrijvers of schrijven, dan over de mens en diens rampzalige lot. Maar daar wilde de kritiek in Engeland natuurlijk niet aan.

Martin Amis is immers altijd goed voor een smeuïg partijtje schelden. De schrijver geniet een uitgesproken slechte faam in zijn thuisland. Om te beginnen kent Amis meer sukses in Amerika en dat vinden de Britten hogelijk verdacht. Verder getuigde zijn gedrag het voorbije jaar niet van een gedistingeerd Englishness. Hij dwong voor “The information” het grootste voorschot af uit de Engelse literaire geschiedenis (500.000 pond), maar moest daarvoor wel veranderen van agente en van uitgever. Intussen had Amis zijn echtgenote geruild voor een jong, blond, Amerikaans cliché op hoge benen. Voor haar liet hij zijn slechte gebit vervangen door een smetteloze rij hagelwitte kunsttanden.

De recensies waren vernietigend. Bovendien probeerden ze het boek als een sleutelroman te lezen, als een hautaine satire van het Engelse literaire wereldje. Zo zou Julian Barnes model hebben gestaan voor Gwyn Barry. Barnes is een oude vriend van Amis en zijn echtgenote was tot voor het rekordvoorschot Amis’ agente, waardoor blijkbaar voldoende voorwaarden vervuld waren voor een hysterische lektuur van de roman.

STERIEL.

Nochtans zijn zowel de gebeurtenissen in het boek zelf als de beschrijving ervan zo geforceerd dat elke realistische lektuur al snel moet stranden. De gang van zaken in het literaire wereldje is in deze roman simpelweg een allegorische samenballing van de gang van zaken in de wereld. De onmacht en het ongeluk van Tull krijgen letterlijk kosmische afmetingen. Maar hoewel “De informatie” formeel en stilistisch sterk lijkt op “London Fields”, heeft het op geen enkel moment de impact ervan. Waar “London Fields” op vinnige wijze de doodsdrift in onze kultuur analyzeert, is “The information” niet meer dan een inventieve evocatie van een algehele malaise. Misschien is dat wel de cruciale informatie waarmee alles en iedereen in de roman gekonfronteerd wordt : de dood lonkt hoe dan ook.

In elk geval is de ellende van Richard Tull, die zijn jeugd, zijn gezin en zijn schrijverschap verliest, in hoge mate persoonlijk. “De informatie” is helaas in de eerste plaats de neerslag van Amis’ worsteling met zijn 45 levensjaren en zijn verpulverende levensverwachting. In dit licht kunnen de twee konkurrerende schrijvers zelfs als weinig flatterende bolle spiegelbeelden van Amis worden beschouwd : zoals Tull is hij schatplichtig aan het late modernisme en zoals Barry is hij een bestseller-auteur met een commerciële neus.

Dat het modernisme van Tull steriel is en de vernieuwing van Barry nietszeggend, is ook voor Amis’ doen wel biezonder zwartgallig en krijgt in de loop van de roman iets uitermate wrangs. Uiteindelijk gaat “De informatie” ten onder aan de krisis die er het onderwerp van uitmaakt : hoewel Martin Amis getracht heeft de kontekst van de gebeurtenissen op te blazen, kan al zijn briljantie en stilistisch getover zelfs zijn eigen midlife crisis niet meer aan.

Bart Vanegeren

Martin Amis, “De informatie”, Contact, Amsterdam/Antwerpen, 336 blz.

Martin Amis : een verpulverende levensverwachting.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content