Bob Verbeeck ‘Het doel is duidelijk: de wereldtitel’

KIM CLIJSTERS (op de Australian Open) 'Ze staat op een punt in haar carrière dat ze nog heel graag wil, maar dat het tegelijk niet per se meer hoeft.' © REUTERS

Op 5 en 6 februari ontvangen de Belgische tennisvrouwen in Antwerpen de Verenigde Staten in de eerste ronde van de Fed Cup. Organisator Bob Verbeeck is ambitieus.

Golazo, Argentijns-Spaans voor ‘wereldgoal’: wie in België professioneel met sport bezig is, kent de naam. Bob Verbeeck, de oprichter van het sportmanagementbureau, haalde zijn inspiratie bij een extatische voetbalcommentator die het allemaal even niet meer wist toen Diego Maradona vijf Engelsen dribbelde op de wereldbeker van 1986. ‘Die man vond ter plekke een nieuw woord uit. Het was niet zomaar een doelpunt, maar de overtreffende trap ervan, als het ware. Geen gol, maar un golazo. Ik wou een naam die passie voor sport uitstraalde’, vertelt de Limburgse ondernemer.

Zijn sportmanagementbureau begeleidt een honderdtal atleten, onder wie klinkende namen als Kim Clijsters, Sven Nys, Tia Hellebaut en Ann Wauters. Golazo organiseert bovendien een tweehonderdtal sportevenementen, waaronder de Memorial Van Damme, de Ronde van België, de Zesdaagse van Gent, de Fed Cup en een tiental veldritten, maar ook tientallen events voor recreatiesporters zoals de Antwerp 10 Miles en de Ronde van Vlaanderen voor wielertoeristen.

Verbeeck startte zijn bedrijf in 1990. Een andere tijd. ‘De term sportmarketing moest nog uitgevonden worden. Wat ik deed, bestond daarvoor niet. Consultants in Sports, de voorloper van Golazo, begon als eenmansbedrijf. Dat de sportsponsoring zich zo zou ontwikkelen, kon ik niet voorzien. Ik ben begonnen vanuit een geloof, vanuit het idee dat sport een almaar belangrijkere rol in het leven van de mensen zou gaan spelen. En ik heb gelijk gekregen’, aldus Verbeeck, die ondertussen een zestigtal voltijdse personeelsleden tewerkstelt.

Golazo wordt sterk geassocieerd met het tennis, al speelt die sport een beperkte rol in de omzet. De firma verwierf bekendheid met de organisatie van de Diamond Games, en Bob Verbeeck zelf wordt in de media aangewezen als de persoonlijke manager van Kim Clijsters, al benadrukt hij graag dat ze bij Golazo haar management – zoals alles – als team doen.

In maart organiseert Golazo de Davis Cupconfrontatie tegen Spanje. Rafael Nadal heeft al bevestigd dat hij naar Charleroi zal komen. Maar eerst is er de Fed Cup, op 5 en 6 februari in Antwerpen. Zowel België als de Verenigde Staten hadden een dreamteam moeten afvaardigen. Kim Clijsters, Justine Henin en Yanina Wickmayer aan Belgische kant, de zussen Williams voor de Amerikanen. Maar blessures hebben er anders over beslist. De Williamsen geven forfait, zowel Serena als Venus, en Justine Henin kondigde onverwacht haar tweede afscheid aan, gehinderd als ze wordt door een elleboogblessure die ze vorig jaar in Wimbledon opliep, uitgerekend in het duel met Kim Clijsters.

Als Clijsters na haar schitterende Australian Open nu ook niet uitvalt, start België als favoriet tegen de Amerikanen. ‘Het is de eerste etappe in de race naar een wereldtitel’, zegt Verbeeck, die even niet spreekt als organisator maar als manager van Clijsters. ‘Kim is naar het tennis teruggekeerd voor de grote overwinningen, de grand slams en de Masters. Dit jaar maakt ze, samen met Yanina en Kirsten Flipkens, een doel van de Fed Cup. We hebben ook zonder Justine nog een straffe ploeg, maar er zijn andere sterke landen: Italië, Rusland, Frankrijk…’

Het leek erop dat Henin en Clijsters weer overeenkwamen. Anders hadden ze de krachten niet gebundeld voor de Fed Cup.

Bob Verbeeck: Het zijn twee totaal verschillende persoonlijkheden, maar puur op menselijk vlak heeft er nooit een onoverbrugbare kloof bestaan. Alleen: als je allebei zo goed tennist, is het normaal dat je vanzelf grote concurrenten wordt. Kim en Justine hebben wel altijd veel respect voor elkaar gehad.

Ze waren op een punt in hun carrière dat ze nog heel graag willen, maar tegelijk hoeft het allemaal niet meer per se. Het ging niet meer om jonge meisjes die hun plek moesten veroveren. Je zag het ook op de Australian Open: daar speelde Kim geconcentreerd, maar ook met aanstekelijk veel plezier.

U bent bijzonder close met Clijsters. Ze noemde u ooit zelfs haar ’tweede vader’.

Verbeeck: Lei en ik waren goede vrienden, mijn vriendschap met Kim is daaruit voortgevloeid. Ik heb Lei eind 2000 leren kennen via een gezamenlijke kennis. Lei was in die tijd de manager van Kim, en een paar maanden later zou ik haar eerste exhibitiematch tegen Justine organiseren. Van bij het begin klikte het tussen ons, ik zag hem meerdere keren per week. Zo heb ik zijn gezin goed leren kennen, en hij het mijne. Hij was een van de beste vrienden die ik ooit had.

Lei Clijsters stond niet bekend als de meest makkelijke mens.

Verbeeck: Hij was niet de grote journalistenvriend, dat is waar. Dat was zijn manier om zijn dochter te beschermen. Vergeet ook niet dat Kim in het begin van haar carrière nog erg jong was. Maar wie Lei persoonlijk kende, wist dat hij een warme, joviale kerel was die nooit een rolletje speelde en altijd vrij en vrank zijn gedacht zei. Ik hou van dat type mensen. Zijn dochter is opener wanneer ze in het openbaar verschijnt, maar lijkt in essentie erg op hem.

Mag een manager bevriend worden met de atleet die hij vertegenwoordigt?

Verbeeck: Het hoeft niet, maar het is wel beter. Een manager wil een kader scheppen waarbinnen de atleet zo goed mogelijk kan presteren. Het psychologische, zich goed voelen in zijn omgeving, is daarbij erg belangrijk. Atleten die kunnen trainen in een goede sfeer, die voelen dat ze gerespecteerd worden en dat hun zaken correct behartigd worden, presteren beter. Een oprechte vriendschapsband met de manager is dus alleen maar een plus.

We hebben bij Golazo een honderdtal atleten onder contract, en met elk van hen proberen we een zo sterk mogelijke relatie op te bouwen. Dat maakt het werk aangenaam, en ik ben ervan overtuigd dat het ons ook efficiënter maakt.

Je kunt ook voor de puur zakelijke benadering kiezen. Een boekhouder hoeft ook je vriend niet te zijn om je belastingbrief goed in te vullen.

Verbeeck: Ja, maar ons werk gaat verder dan dat. Het is persoonlijker, want het omvat bijna het totaalpakket van waar die sporter mee bezig is, behalve de echte privézaken. En sport is emotie, gedrevenheid en passie. Onze atleten verwachten van ons evenveel inzet als wat ze zelf in hun training steken.

Is Kim Clijsters na Melbourne weer de feitelijke nummer één van het huidige vrouwentennis?

Verbeeck: Tot voor de Australian Open was dat Caroline Wozniacki, ere wie ere toekomt. Vorig seizoen staken drie meisjes erbovenuit. In de eerste plaats Serena Williams, die niet veel tenniste maar wel overtuigend twee grandslamtitels pakte. Je kon evenmin naast Kim kijken, want zij won de US Open en de Masters. De derde ster van 2010 was Wozniacki, die veruit de meest regelmatige van het circuit was en knap zes toernooien won. Dan sta je terecht op één. Maar Kim heeft haar in Melbourne weer bijgehaald.

Die drie vrouwen lijken ook dit jaar het tennis te gaan domineren, al moet je natuurlijk afwachten hoe en wanneer Serena terugkeert. Jammer van Henin. Zonder de problemen aan haar arm had ze volgens mij meegestreden voor de nummer 1-positie. Haar afhaken is een groot verlies, voor de Belgische sport en voor het vrouwentennis in het algemeen.

Is Clijsters de belangrijkste sporter van België, bekeken vanuit het standpunt van de marketeer?

Verbeeck: Zonder twijfel. Kim schittert in een goed gestructureerde wereldsport, dat kunnen weinig Belgen zeggen. Ze kennen Kim overal ter wereld, ook in Afrika of Azië. De laatste jaren zelfs nog meer dan vroeger. De beelden met Jada op de US Open zijn niet alleen in de sportpers rondgegaan, iedereen heeft die gezien.

Maakt het feit dat ze moeder is haar commercieel nog interessanter?

Verbeeck: Ik aarzel om ja te zeggen omdat het bijna voorbedachte raad impliceert, en die was er natuurlijk niet. Maar commercieel heeft ze er zeker baat bij gehad. De heilige graal voor marketeers is de VVA, de Verantwoordelijke Voor Aankoop. De gemiddelde VVA is een vrouw, is 25 à 45 jaar en heeft kinderen. Kim Clijsters past perfect in dat profiel.

Aan Kim Clijsters kan een manager geld verdienen. Dat zal bij de speerwerpers of meerkampers die Golazo onder contract heeft wel anders zijn.

Verbeeck: Atletenrepresentatie is inderdaad een verliesgevende tak van ons bedrijf, als je alleen de Belgen meetelt. Wij zien het als een toegevoegde waarde, zowel voor de atleten als voor geïnteresseerde sponsors. En zelf vind ik het een morele plicht. Atleten uit weinig gemediatiseerde sporten moeten overleven met een minimumloon en hebben het vaak heel moeilijk om de touwtjes aan elkaar te knopen. Een beetje sponsoring maakt voor hen een wereld van verschil. Ik ben blij dat wij een aantal olympiërs dat steuntje in de rug kunnen geven.

Delen van het bedrijf die geen winst maken, worden afgestoten. Zo redeneren andere bedrijfsleiders toch.

Verbeeck: Ik niet. Winst maken is mooi, maar het is niet het enige wat telt. Dat gaat trouwens niet alleen op voor atleten. Golazo organiseert ook een groot aantal events waar andere sportbedrijven zich waarschijnlijk niet aan zouden wagen. Ik denk bijvoorbeeld aan de Cross Cup. Dankzij onze schaalgrootte kunnen we die organiseren met een aanvaardbaar verlies. Maar als wij met de Cross Cup stoppen, is het gedaan met het veldlopen in België. En dat zou jammer zijn, want het is een heel mooie discipline om jongeren warm te maken voor sport. De populairste sportevenementen in het leven van een middelbare scholier zijn de jaarlijkse veldlopen, dat is al generatieslang zo. Ik zou niet willen dat zoiets verdwijnt, en daarom steunt Golazo de Cross Cup.

Heeft het ermee te maken dat u zelf een verleden hebt als sporter in een commercieel weinig aantrekkelijke discipline?

Verbeeck: Natuurlijk ben ik dat niet vergeten. Zelfs in een hypergemediatiseerde sport als tennis verdienen pakweg 50 mannen en 30 vrouwen goed. Voor de anderen is het overleven. Als je professioneel met sport bezig wilt zijn, moet je die realiteit erkennen en er op een of andere manier voor zorgen dat het voor iedereen leefbaar blijft.

Jullie hanteren een streng dopingbeleid, wat natuurlijk toe te juichen valt, maar Golazo laat atleten vallen nog voor ze echt veroordeeld zijn. Nog voor hun schuld vaststaat, dus. Heeft een sporter niet net op zo’n moment het meeste nood aan goede begeleiding?

Verbeeck: Bij een positieve dopingcontrole verbreken wij inderdaad het contract. Ik vind het merkwaardig dat we daarvoor bekritiseerd worden. Doping is een gigantisch probleem, dat men pas sinds kort goed aanpakt. Je moet een harde en strenge lijn houden om het misbruik aan de wortel aan te pakken. Daarom is Golazo onverbiddelijk.

Het kan dat dit ten koste gaat van een paar atleten die ten onrechte positief testen, maar laten we realistisch zijn: dat is zelfs niet 1 procent van de positieve stalen. En er zijn ook veel sporters die worden vrijgesproken hoewel ze toch geknoeid hebben. Wat doe je dan met hen? Nee, ik ben liever streng maar rechtvaardig. Een atleet die bij ons tekent, weet dat hij vliegt bij een positieve test. Als de sporter zich daar niet goed bij voelt, mag hij gerust naar de concurrentie gaan.

U organiseert sportwedstrijden en vertegenwoordigt atleten. Vallen die twee functies wel met elkaar te verzoenen? Als atletenmanager moet u het onderste uit de kan halen voor uw cliënten, terwijl dat net de winst van uw organisaties afroomt.

Verbeeck: Dat is een terechte vraag. Wij communiceren open en duidelijk met onze atleten en betalen hen minimaal wat ze op concurrerende meetings verdienen. Dat is de enige manier waarop je die twee petten tegelijk kunt dragen.

Bent u een harde onderhandelaar?

Verbeeck: Ik denk dat ik die reputatie heb, ja. Ik ken de prijzen en weet wat ik betalen wil en wat niet, zoiets verleer je niet. Maar ik ben wel een verstandige onderhandelaar: ik denk altijd in eerste instantie aan de lange termijn. Snelle winst is ook snel weer weg.

Wat is het geheim van goed onderhandelen?

Verbeeck: Luisteren. Je inleven in de positie van de tegenpartij en dan kijken hoe je daarop kunt inhaken. Onderhandelen heeft een negatieve bijklank, maar dat vind ik onterecht. Eigenlijk is onderhandelen: praten tot er een win-winsituatie ontstaat. Een contract waarbij een van beide partijen zich bekocht voelt, is een slecht contract. En dat loopt altijd verkeerd af. Een samenwerking kan alleen slagen als iedereen zich gerespecteerd en fair behandeld voelt.

Achter de schermen werkt u momenteel aan de lancering van een nieuwe Limburgse basketbalclub. Die zou trouwens heel welkom zijn, want eerste klasse speelt al een paar seizoenen met een oneven aantal ploegen waardoor elk weekend een team geen wedstrijd heeft. Hoe staat het daarmee?

Verbeeck: Normaal gezien gaat het Limburgse project begin volgend seizoen van start. De zaal is lang het struikelblok geweest, maar er lijkt een oplossing in zicht. Waarschijnlijk zullen we de zaal gebruiken waar Bree vroeger in speelde. Er is in Limburg ruimte voor een sterke eersteklasser. Bree heeft altijd een sterke aanhang gehad, zowel bij de supporters als bij de bedrijven. Golazo zou de coördinatie van de nieuwe club voor zijn rekening nemen, meer details kan ik voorlopig niet geven.

Uw bedrijf is de onbetwiste marktleider bij de massasportmanifestaties voor amateurs. Die lijken de laatste jaren gigantisch gegroeid.

Verbeeck: Wij organiseren tientallen massalopen, marathons en toertochten voor fietsers. Daar ontvangen we nu vlot 400.000 sporters, terwijl dat er een jaar of zes geleden nog maar 100.000 waren. De Vlaming beweegt en sport meer dan vroeger, maar wil zich ook af en toe eens testen. Het is een markt die spectaculair evolueert.

Zegt u nu dat Vlaanderen sportiever wordt? Dat staat haaks op de alarmerende berichten over zwaarlijvigheid die met de regelmaat van een klok verschijnen.

Verbeeck: Ik denk dat we een heel duale maatschappij aan het krijgen zijn. De groep die sport, is nog nooit zo groot geweest. Toen wij in 1990 begonnen, sportte 40 procent van de bevolking. Nu is dat bijna 60 procent. Een gigantische maatschappelijke evolutie waar je gek genoeg amper wat over leest in de pers. Tegelijk worden de mensen die niet mee zijn blijkbaar almaar dikker. De overheid zou meer moeten doen om die mensen uit hun sofa te krijgen.

DOOR JEF VAN BAELEN

‘Onze atleten verwachten van ons evenveel inzet als wat ze zelf in hun training steken.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content