De verste ‘echte’ planeten in ons zonnestelsel, Uranus en Neptunus, hebben een blauwe kleur, net als de aarde. Voor de aarde is ze grotendeels een gevolg van de aanwezigheid van veel water. Het blauw van de twee andere heeft een andere oorsprong: methaangas in hun atmosfeer. Dat absorbeert rode lichtstralen, waardoor vooral blauw wordt weerkaatst. Uranus is wel veel lichter blauw dan Neptunus. Volgens New Scientist heeft dat te maken met een verschil in dikte van mistlagen in de atmosfeer van de twee. Boven Uranus zijn die dubbel zo dik als boven Neptunus, wat het verschil in de intensiteit van de blauwe schijn zou verklaren.
Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.
