Een laagje vernis verbergt de kwalen van Zuid-Afrika. Toelichting bij het verleden en een blik op de toekomst van drie prominente blanken : van een filosoof, een economist en een hoofdredacteur.
KRANTEN, radio en televisie in Zuid-Afrika verhalen dagelijks over gruwelijke misdaden en corruptieschandalen. Commentatoren waarschuwen voor de explosieve toestand in KwaZulu-Natal, de armoede, de terughoudendheid van buitenlandse investeerders. De wereld kijkt intussen met argusogen naar de ontwikkelingen in de zuidelijke punt van Afrika. Internationale leiders verwijzen naar het mirakel dat zich daar voordoet. Een voorbeeld voor de rest van het continent ?
?Het Zuid-Afrikaanse samenwerkingsmodel is uniek voor Afrika,? zegt filosofieprofessor Willie Esterhuyse van de universiteit van Stellenbosch. ?Niemand mag er echter mirakels van verwachten.? Hij noemt de regering van nationale eenheid ( ANC, NP en Inkatha) een pragmatische oplossing. De belangrijkste partijen werken als evenwaardige partners samen aan de hervorming van het politieke bestel. Esterhuyse plaatst dit proces tegenover de revolutionaire en de reformistische benadering. ?Zuid-Afrika volgde in de tijd van (premier/president) Pieter Willem Botha (1978-1989) de reformistische benadering : laat een beetje stoom uit de ketel, maar blijf het proces beheren. Het werd een catastrofe.?
Het belang van het land voor Afrika en de rest van de wereld mag niet worden overschat, vindt economieprofessor Sampie Terreblanche (ook van de universiteit van Stellenbosch). ?Dat Zuid-Afrika het Afrikaanse continent kan redden, berust op valse hoop.? Terreblanche hecht geen belang aan de voorspelling dat Zuid-Afrika het slechte voorbeeld volgt van andere Afrikaanse landen. Hij vindt de zuidwaartse migratie van vluchtelingen zorgelijk. Op termijn kan die leiden tot de ontwrichting van de economie. Daarom riep de voorzitter van de warenhuisketen Pepkor, Christo Wiese, Zuid-Afrikaanse ondernemingen op om te investeren in de buurlanden. Door werk te scheppen in de voormalige Frontlijnstaten ontstaat een nieuwe afzetmarkt en een dam tegen de stroom illegale migranten. Wiese : ?Momenteel leven de Zuid-Afrikanen op een eiland van weelde in een zee van armoede. Dat is onhoudbaar.?
Ebbe Dommisse, hoofdredacteur van het Kaapse vlaggeschip van de Nasionale Pers ?Die Burger?, schaart zich aan de zijde van de Afropessimisten. Volgens hem zou het land dezelfde weg kunnen opgaan als de rest van Afrika. ?Eigenlijk is Zuid-Afrika al gedomineerd door één partij (het ANC). We lopen het gevaar een eenpartijstaat te worden, met corruptie en machtsmisbruik tot gevolg.? Op economisch vlak waarschuwt Dommisse voor het gebrek aan concurrentiekracht en de lage productiviteit. ?Ondanks de stommiteiten van de regering, gaan de privé-ondernemingen er sterk op vooruit,? troost hij zichzelf. Bijna de helft van de bevolking heeft geen baan in de formele ekonomie en hooggeschoolden vertrekken naar het buitenland. ?De hersenvlucht fnuikt het concurrentievermogen.?
OVER DE SCHOUDER.
Eind 1985 werden Esterhuyse, Terreblanche en professor JP de Lange (voorzitter van de geheime Broederbond) en rector Tjaart van der Walt van de universiteit van Potchefstroom uitgenodigd op het ANC-kantoor in Lusaka (Zambia). De zaak lekte uit en president Botha verbood de groep hervormingsgezinde Afrikaners naar Lusaka af te reizen. Een jaar later raakten Esterhuyse en Terreblanche alsnog betrokken bij clandestiene besprekingen met het African National Congress in Engeland ; ditmaal met de stilzwijgende goedkeuring van Botha.
Filosoof Esterhuyse was één van de eerste Afrikaners om gesprekken aan te knopen met het ANC. Nadat hij jarenlang had gepleit voor een hervorming van het apartheidssysteem via onderhandelingen, leidden uiteindelijk twee factoren tot directe contacten met het ANC in Londen. ?Ten eerste vroeg Consolidated Goldfields, een groot Engels mijnhuis, me om het te doen. En terzelfder tijd was er een verzoek van mensen uit Pretoria,? vertelt hij. Toen de gesprekken begonnen, nam hij ontslag uit de Broederbond en de kerkraad van de Nederduits-gereformeerde kerk.
Esterhuyse benadrukt dat het niet om onderhandelingen ging, maar veeleer om verkennende gesprekken waarin de posities werden verduidelijkt. ?In Groot-Brittannië kwam een gemengde groep bijeen : ANC’ers, zakenlui, academici, leden van de Nasionale Party (NP) en van de Democratic Party ( Demokratiese Party, DP). Bedoeling was contacten te leggen, gedachten uit te wisselen. De echte onderhandelingsfase is begonnen in Kempton Park, bij Codesa I.? ( Conventie voor een Democratisch Zuid-Afrika)
Na de financiële crisis van de jaren tachtig, veroorzaakt door de Rubicon-toespraak van PW Botha, had professor in de economische geschiedenis Terreblanche met andere hervormingsgezinde NP’ers de Besprekingsgroep ’85 opgericht. In een memorandum aan de Nasionale Party schreven ze dat de NP blijkbaar geen degelijke analyse kon maken van de Zuid-Afrikaanse problemen. ?De stagnatie vanaf 1985 bekommerde ons. Het waren de donkerste dagen in de geschiedenis van Zuid-Afrika,? vertelt Terreblanche. Hij had, net als de buitenlandse financiële instellingen, gehoopt dat Botha met zijn toespraak het startsein zou geven voor de stelselmatige afbouw van de apartheid.
ONDER DRUK.
In februari 1987 volgde een gesprek met PW Botha, de Grote Krokodil. ?We reikten hem allerlei argumenten aan, om aan te tonen dat het apartheidsstelsel niet kon worden gehandhaafd. Hij reageerde woedend en het gesprek ontaardde in een scheldpartij,? aldus Terreblanche. De volgende dag zegde de professor zijn lidmaatschap van de NP op en werd hij een scherp criticus van het repressieve regeringsbeleid. De academicus werd politiek actief. ?Omdat er schijnbaar geen licht was aan de andere kant van de tunnel. Tijdens een lange vakantie werd ik in Londen benaderd door een tussenpersoon, die onze groep in contact bracht met het ANC. De eerste bijeenkomst volgde in november 1987.? Het volgende jaar was bijzonder, omdat toen ook werd gepraat met topfunctionarissen uit de Sovjetunie.
Ebbe Dommisse wijt zijn aanwezigheid bij één van de gesprekken in Londen aan een samenloop van omstandigheden. ?Als journalist was ik geïnteresseerd in de gespreksrondes. Ik kreeg de gelegenheid zo’n bijeenkomst bij te wonen, toen professor Esterhuyse me vroeg mee te gaan naar Londen.? Was het niet vreemd om als journalist van de NP-gezinde krant Die Burger in contact te treden met het ANC ? ?Een journalist praat met alle mensen onder de zon. Het ANC wou met Afrikaanstaligen praten. Er waren weinig contacten tussen het ANC en Afrikaners.?
Speelde de internationale boycot van Zuid-Afrika een doorslaggevende rol in de drastische beleidswijziging van de laatste NP-regering, onder Frederik Willem de Klerk ? Volgens Dommisse niet. ?De sancties konden altijd worden omzeild, zelfs ten tijde van de olieboycot. Met de ineenstorting van het communisme ebde echter de grote vrees weg voor een inval vanuit Mozambique en Angola. De val van het communisme was de doorslaggevende factor. Het bleek een waanidee dat de communisten zo machtig waren. Er was een opening en De Klerk benutte die om te onderhandelen.
De terugtrekking van de Chase Manhattan-leningen na de Rubiconspeech van 15 augustus 1985 was de belangrijkste economische tegenslag. Andere Amerikaanse banken volgden en over de Zuid-Afrikaanse schuldpositie moest opnieuw worden onderhandeld. De beslissing van de toenmalige minister van Financiën om te lenen bij Amerikaanse banken en niet bij Duitse en Zwitserse, zoals vroeger was onnozel.? De desinvesteringen van grote buitenlandse bedrijven moeten volgens Dommisse in een ander licht worden gezien. Amerikaanse maatschappijen trokken zich in de jaren tachtig immers wereldwijd terug.
BEROERTE.
Economist Terreblanche plaatst de recente machtsverschuiving tussen zwart en blank in een ruimer verband. Hij onderscheidt twee belangrijke machtsverschuivingen in de geschiedenis van Zuid-Afrika. ?De eerste deed zich voor tussen 1890 en 1925. De verschillende bevolkingsgroepen werden toen onderworpen aan het Britse koloniale gezag. Op Brits initiatief ontstond een eenheidsstaat en een geïntegreerde economie onder de leiding van het plaatselijke Engelse establishment.?
De tweede machtsverschuiving begon volgens Terreblanche in 1974. Doel was de blanke overheersing te beëindigen en het apartheidssysteem te vervangen door een democratisch stelsel. ?De crisis van het apartheidsregime begon al vroeg in de jaren zeventig. Maar het land werd in zijn diepste neergang gedompeld na de geweldige uitstroom van buitenlands kapitaal en de valutacrisis als gevolg van de Rubicon-toespraak van Botha.?
Terreblanche meent nu dat de internationale boycot waarschijnlijk niet zo nadelig is geweest voor Zuid-Afrika. ?De belangrijkste handelsvennoten, Groot-Brittannië en West-Duitsland, hebben geen omvattende sancties tegen Zuid-Afrika ingesteld. Het desinvesteringsbeleid daarentegen heeft wel zeer nadelige gevolgen gehad.?
Tijdens het Botha-bewind bevond het land zich in een semi-oorlogstoestand. Er was een onverklaarde oorlog aan de gang tegen de binnenlandse oppositie en een geheime oorlog tegen de Frontlijnstaten. In 1978 stippelde de regering de Totale Strategie uit als antidotum voor de Totale Aanslag van het ANC en zijn bondgenoten. De zogenaamde securocraten hadden de touwtjes stevig in handen.
In januari 1989 kreeg PW Botha een beroerte en deed hij noodgedwongen afstand van zijn leiderspositie. Frederik Willem de Klerk werd verkozen tot nationaal NP-leider. Hij zou in juni 1989 als nieuwe Zuid-Afrikaanse president naar Londen gaan. Dit bezoek geldt als een keerpunt in de geschiedenis van de apartheid. Sampie Terreblanche : ?Brits premier Margaret Thatcher zei hem dat ze haar afkeuring van het internationale sanctiebeleid niet langer kon handhaven. In 1987 was ze het enige regeringshoofd van het Gemenebest dat geen straffen wou uitvaardigen tegen Zuid-Afrika.?
Thatcher maakte De Klerk duidelijk dat ze niet met lege handen naar de volgende Gemenebest-conferentie in het Maleisische Kuala Lumpur kon. De Zuid-Afrikaanse president is uiteindelijk gezwicht voor het dreigement van Thatcher om zich aan te sluiten bij het sanctiebeleid. ?Er werd gezinspeeld op de vrijlating van ANC-leider Nelson Mandela (in 1964 tot levenslang veroordeeld). Iemand uit Londen heeft me ooit gezegd dat alles duidelijk zal worden als de briefwisseling tussen De Klerk en Thatcher wordt gepubliceerd,? vertelt Terreblanche.
Dat De Klerk op 2 februari 1990 zijn hervormingsgezinde toespraak heeft gehouden, omdat de Berlijnse Muur was gevallen, is volgens hem niet correct. De val van de Berlijnse Muur, in november 1989, heeft wel het oude argument ontkracht van een vanuit Moskou gedirigeerde communistische aanslag tegen Zuid-Afrika. ?Op de top van het IJslandse Reykjavik van oktober 1987 hebben de presidenten Mikhaïl Gorbatsjov van de Sovjetunie en Ronald Reagan van de Verenigde Staten afgesproken alle regionale conflikten via onderhandelingen op te lossen, als deel van de toenadering tussen Oost en West. Wat Zuid-Afrika betreft, vonden de vijf grootmachten dat Thatcher het best was geplaatst om de nieuwe president tot andere inzichten te brengen. Zij en de Britse ambassadeur in Zuid-Afrika waren zeer instrumenteel in de voorbereiding van De Klerks parlementstoespraak van 2 februari 1990, waarin hij de vrijlating van Nelson Mandela aankondigde.?
SOCIALE INSTABILITEIT.
Na de geheime onderhandelingen volgden Codesa I en II in Kempton Park, de eerste multiraciale verkiezingen van 27 april 1994, de vorming van de regering van Nationale Eenheid en de inauguratie van president Nelson Mandela op 10 mei 1994. Filosoof Willie Esterhuyse denkt niet dat de regering hoge verwachtingen heeft geschapen. ?Wat niet betekent dat er geen teleurstellingen zijn. De economie groeit niet zo snel als verwacht. De mensen die de voordelen plukken van de economische heropleving wonen niet in (het zwarte) Soweto, maar in Sandton, een blanke voorstad van Johannesburg. Bovendien dreigt de dictatuur van apartheid vervangen te worden door een dictatuur van boeven.?
De stabiliserende krachten zullen mettertijd de bovenhand halen op de destabiliserende krachten : de opleving van een nationaal bewustzijn, de cultuur van grondwettelijkheid en mensenrechten en de economische groei. ?Veel zal afhangen van het morele leiderschap van president Mandela. Cruciaal is of hij aanblijft tot de volgende parlementsverkiezingen in 1999.? Esterhuyse geeft de regering tot het begin van volgende eeuw om iets te doen aan de sociale problemen. Tot nu is al enorme vooruitgang geboekt met water- en elektriciteitsvoorziening in de townships. De regering heeft wel gefaald met haar huizenplan. Van de beloofde 200.000 woningen zijn er vorig jaar slechts 878 gebouwd.
?Het keynesiaans geïnspireerde Heropbouw- en Ontwikkelingsprogramma (HOP) is belangrijk,? aldus economist Terreblanche. ?Maar niet iedereen verstaat de werking en de bedoeling ervan.? Huidig adjunct-president De Klerk en de zakenwereld bestempelen het HOP als ondoeltreffend. Ze leggen de klemtoon op ontwikkeling wat voor hen gelijk staat met groei en niet op wederopbouw. ?De Klerk gebruikt nooit het woord gelijkheid of billijkheid. Volgens hem moet er alleen economische groei komen. Hij heeft het nooit over inkomensherverdeling.? Terreblanche meent dat eerst een sociaal klimaat moet worden gecreëerd dat bevorderlijk is voor buitenlandse beleggingen. ?Daarvoor moeten de grootste ongelijkheden uit de weg worden geruimd. De zwarte massa moet het gevoel hebben dat haar levensomstandigheden verbeteren. Groei, stabiliteit en inkomensherverdeling zijn onderling afhankelijk.?
Net als Cyril Ramaphosa, de secretaris-generaal van het ANC, maakt Terreblanche zich zorgen over economische groei zonder bijkomende banen. ?Veel buitenlandse investeringen zijn speculatieve beleggingen op korte termijn, die makkelijk kunnen worden teruggetrokken. De economische groei van meer dan 3 procent heeft niet geleid tot de schepping van arbeidsplaatsen.? Op een recente bijeenkomst van de Besprekingsgroep ’85 zei Ramaphosa : ?Als de algemene levensstandaard niet aanzienlijk verbetert, zou de ontevredenheid onder het volk groter kunnen worden dan in de woelige jaren tachtig.?
De financiële inspanningen van het Heropbouw- en Ontwikkelingsprogramma bereiken niet altijd de laagste sociaal-economische categorieën voor wie ze bedoeld zijn. ?Er zijn redenen om te vrezen dat het HOP vooral tot het voordeel van de middenklasse strekt, de black insiders. Wat met de onderste bevolkingslagen ?? Economist Terreblanche vreest een nieuwsoortige apartheid tussen insiders en outsiders. ?De insiders hebben een vaste baan, zijn lid van een vakbond en hebben een comfortabele woning. De outsiders zijn werkloos, behoren niet tot de sociale organisaties en leven in townships. Het zogenaamde trickle down-effect beperkt zich tot de onderste insiders en bereikt de outsiders nauwelijks.? Die situatie maakt de toekomst onzeker. ?Kan de Zuid-Afrikaanse economie de onderste veertig procent aan boord hijsen ??
GEWELD.
?KwaZulu-Natal is onze achilleshiel,? meent filosoof Esterhuyse. ?Een eventuele implosie in KwaZulu-Natal of de Oos-Kaap zal uitdeinen naar respectievelijk Gauteng en de Wes-Kaap.? Implosie is een realistisch scenario voor Zuid-Afrika. ?Er zijn geen oorlogen meer tussen staten, enkel binnen staten. Een kenmerk van implosie is de ineenstorting van de staatsstructuur en de waardenstelsels.? Het afgelopen anderhalf jaar vielen er duizend doden bij schermutselingen tussen Inkatha- en ANC-aanhangers in KwaZulu-Natal. Hiermee komt het dodental sinds 1984 op 20.000.
Volgens Esterhuyse was het fout geen internationale bemiddeling toe te staan over de kwestie KwaZulu-Natal. ?Inkatha-leider Mangosuthu Buthelezi heeft één objectief : een confederale positie voor het Zoeloe-koninkrijk. Er moet eerst worden bemiddeld tussen hem en president Mandela. Daarna is internationale bemiddeling mogelijk. Voorts zijn er stabiliserende maatregelen nodig. Dit kan alleen als de provinciale regering, het ANC en Inkatha hiermee instemmen. Veel zal afhangen van de vastberadenheid van de regering. Vooralsnog weerhouden politieke redenen de regering ervan hard op te treden tegen het geweld.?
Afgezien van de onrustwekkende situatie in KwaZulu-Natal is er de misdaadgolf die het land overspoelt. ?Deze wordt op schrikbarende wijze weerspiegeld in de statistieken,? schrijft Christi van der Westhuizen in de novemberuitgave van het weekblad Insig. ?Wat moord betreft, is Zuid-Afrika ver vooruit op de rest van de wereld : per 100.000 inwoners worden er 45 vermoord, tegenover het wereldgemiddelde van 6 per 100.000. In Groot-Brittannië is het overeenstemmende cijfer 1, in de Verenigde Staten 10 en in Rusland 30. Verkrachtingen en inbraken zijn met zowat 60 procent toegenomen. In Johannesburg worden elke 48 uren acht wagens gekaapt.?
Ebbe Dommisse vindt dat KwaZulu-Natal beter een grote mate van autonomie krijgt. ?Buthelezi herhaalt dat KwaZulu-Natal een onderdeel wil zijn van Zuid-Afrika en niet denkt aan afscheiding. Zuid-Afrika moet op federale leest worden geschoeid om machtsconcentratie tegen te gaan.? Volgens de journalist krijgt het ANC vanuit de internationale gemeenschap voortdurend signalen om een federaal model te ontwikkelen.
AMNESTIE.
De Waarheidscommissie ligt politiek zeer gevoelig. Ze werd opgericht om politieke misdaden te onderzoeken die werden gepleegd tijdens het apartheidsregime. De commissieleden moeten zowel misdaden van politiemensen en militairen als antiapartheidsactivisten onder de loep nemen. Volgens filosoof Esterhuyse hangt de Waarheidscommissie als een zwaard van Damocles boven de hoofden van regeringsleden en militairen. Misschien worden tijdens getuigenissen zelfs dingen onthuld die De Klerk tot ontslag dwingen. Maar gematigd optimistisch is op zijn plaats : ?Er bestaat een sterke verzoeningsdrang. De Waarheidscommissie kan het verzoeningsproces echter schaden als de commissieleden in de eerste plaats snuffelaars zijn en geen verzoeners.?
Hoofdredacteur Dommisse vreest voor de polarisatie die de Commissie kan veroorzaken. Onder het apartheidsregime waren er schurken aan beide zijden. Bij de ordediensten waren er mensen die geen rekening hielden met de wet. Zij moeten gestraft worden. ANC-terroristen hebben onschuldige burgers verminkt en vermoord. Het ANC heeft ook weinig gedaan om de halsbandmoorden te stoppen.?
De moeilijkheden van Zuid-Afrika spruiten, volgens Esterhuyse, voort uit de enorme tegenstellingen. Zo zal de samenwerking over de kleurgrenzen meer tijd vergen dan de meesten denken. De Zuid-Afrikanen hebben ook geen gemeenschappelijke geschiedenis. ?Als we praten van eenheid, dan hebben we gemeenschappelijke verhalen en symbolen nodig. En een waardenstelsel dat een beetje overlapt. Het is een proces van open communicatie met respect voor mekaars cultuur.?
In een land met verschillende minderheden speelt etniciteit een belangrijke rol bij verkiezingen. Op een bevolking van 42 miljoen telt Zuid-Afrika elf etnische groepen. De Zoeloes vormen de grootste minderheid (8 miljoen), op de voet gevolgd door de Shosa’s (7 miljoen). Er zijn 6 miljoen blanken. De andere etnische groepen zijn met minder dan 3 miljoen. Uit de uitslagen van 27 april 1994 leidt professor Willie Breytenbach (Politieke Wetenschappen, Stellenbosch) af dat de Zuid-Afrikaanse verkiezingen in zekere zin een etnisch referendum zijn geweest. De meeste Zoeloes stemden voor Inkatha, de meeste andere zwarten voor het ANC en de meeste blanken voor de NP. Daardoor zijn er slechts twee belangrijke politieke partijen op nationaal niveau : het ANC en de NP.
Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1 november 1995 behaalde het ANC 68 procent van de stemmen, een tweederdenmeerderheid. ?Een gevaarlijke situatie,? waarschuwt Dommisse. ?Want macht corrumpeert en absolute macht corrumpeert absoluut.? Afgaande op uitlatingen van ANC-topmensen wordt de regering van Nationale Eenheid na de parlementsverkiezingen van 1999 vervangen worden door een eenpartijregering, met uitsluitend ANC-ministers. Secretaris-generaal van het ANC Cyril Ramaphosa wil de clausule in de grondwet afschaffen die alle partijen met meer dan vijf procent van de stemmen zitting in de regering geeft.
Filip Vandenbroeke
Nelson Mandela bracht het grootste deel van zijn 27 jaar gevangenschap door op Robbeneiland( foto).
Sinds 1984 vielen in KwaZulu-Natal 20.000 doden bij gevechten tussen ANC- en Inkatha-aanhangers.
Zo was apartheid. Nu moeten nog de grootste ongelijkheden verdwijnen om een klimaat te scheppen dat investeerders aantrekt.
Pieter Willem Botha, de Grote Krokodil, veroorzaakte de financiële crisis van de jaren tachtig.
Frederik Willem De Klerk zwichtte voor Brits premier Margaret Thatcher.