Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

MA 06 02

Spencer Tunick, u weet wel: die viespeuk uit Amerika, heeft rond het Concertgebouw in Brugge een zeventigtal naakte mannen met witte chocolade ingesmeerd, en ze daarna gefotografeerd. Bon, het kan nu wel zijn dat men dat vandaag de dag kunst noemt, bijvoorbeeld in de rubriek ‘Cultuur’ van Knack, maar vroeger, toen de katholieken hier nog baas waren, hadden we voor zoiets een term die minder ruimte liet voor interpretatie: vetzakkerij. Het was de tijd toen brieven naar De Standaard nog begonnen met: ‘Weledele redactie’, en niet met ‘Dear Idiot’, zoals tegenwoordig.

Tunick had vorig jaar al eens zestig naakte vrouwen met fondantchocolade ingewreven. Ook in Brugge. Die knaap gaat er blijkbaar van uit dat dat in Brugge een normale gang van zaken wordt gevonden. En blijkbaar heeft hij nog gelijk ook. Hier en daar was er een gelukkige die in de plaats van fondant een laag praliné over zich heen kreeg, en over degene die bedekt werd met nootjes zullen we om redenen van goed fatsoen zwijgen.

Vorig jaar paste een en ander nog in het zogenaamde kunstenfestival ‘Corpus 05′, nu gebeurden de opnamen ter gelegenheid van een expositie van de foto’s van toen. ‘Openbare zedenschennis’ is een begrip dat onder Paars ook alweer uit de wet blijkt geschrapt te zijn. Wordt niet meer vervolgd. Net als driekwart van de correctionele en politionele boetes, en het tanken van benzine zonder te betalen. Dat laatste kwam nota bene de minister van Justitie zelf op de televisie verklaren. Die modelstaat van Verhofstadt, oh wat benijdt men die ons in de rest van de wereld.

Ga aan de poort van een meisjeslyceum staan, sla na het belsignaal en het buitenkomen van de kirrende juffrouwtjes uw regenjas open, en dezelfde avond zit u in de cel. En in de headlines van het zevenuurjournaal, met een licht blozende Wim De Vilder. Maar doe dat met achthonderd man tezamen in Brugge, en geen politie- of gerechtshaan die ernaar kraait. Met hoe meer men een overtreding begaat, en hoe groter dus de inbreuk op de wet, des te minder erg ze wordt in de ogen van de juridische overheid.

Vorig jaar heeft Stijn Tormans aan die bewuste fotosessie deelgenomen. Stijn was, op een voor hem wel zeer kwalijke dag, door onze chef-Wetstraat aangeduid als de participatin journalist van dit blad, en mocht bij het ochtendgloren in zijn blote flikker op de straatstenen gaan liggen. Nadien een halve maand ziek geweest: blaasinfectie en nierontsteking. Lezers van Knack herinneren zich ongetwijfeld zijn reportage. De zedelijk meer vrijgevochten dames op onze redactie hebben drie dagen met een loep over de foto’s gebogen gestaan, tot ze… hoe moeten we dat weer beschaafd verwoorden… aantroffen wat ze meenden dat tot Stijn behoorde. Ziezo, het staat erop.

Wat de lezers niet weten, en de directie van de Roularta Media Group gelukkig evenmin, is dat ook onze chef-Wetstraat zich had ingeschreven voor die massale naaktpose. Dit in een poging verlost te geraken van het etiket ‘bekrompen conservatief’, dat hem door slechtmenenden soms wordt opgekleefd. Alleen had Van Cauwelaert zich vergist. In de begrijpelijke veronderstelling dat geen mens zo dwaas kan zijn zich om halfvijf ’s morgens kledingloos in de open lucht te begeven, ging hij ervan uit dat de opnames om halfvijf ’s namiddags zouden plaatshebben. En zo verscheen hij in zijn eentje poedelnaakt in de straten van Brugge, waar winkelwandelaars en Japanse toeristen niet wisten wat ze zagen.

Pas na een kwartier begon onze chef-Wetstraat zich af te vragen waar al die andere modellen waren, en net toen hij zich realiseerde dat hij een wel zeer pijnlijke vergissing had begaan, werd hij door de stedelijke politie opgepakt en in de nor gedraaid.

De voorzitter van de raadkamer keek raar op, toen hij vernam dat de pervert over wiens verwijzing hij diende te oordelen, van beroep directeur-hoofdredacteur van Knack was. En daarenboven tot de adel behoorde. Dat hij van iemand met die stamboek meer fatsoen had verwacht, stak de rechter niet onder de stoelen of banken van zijn zittingzaal. Met een strenge vermaning gebood hij Van Cauwelaert zich door een gekwalificeerde arts te laten behandelen.

Dat werd Jef Valkeniers. Die eerder ook al zonder succes had geprobeerd om Bert Anciaux te genezen, toen die in Zuid-Afrika eens naakt was aangetroffen bovenop Ivan De Vadder. Van dit bijzonder onsmakelijke tafereel waren meerdere journalisten getuige, maar eens te meer werd door de Wetstraatpers afgesproken om ook dit schandaal in de doofpot te houden. De Zuid-Afrikaanse politie dacht daar terecht anders over.

Van de hele Anciaux hebben ze daar in Transvaal overigens hun bekomst. Heeft in Johannesburg ooit twee uur in een telefooncel opgesloten gezeten, omdat hij zonder bodyguards in de stad was gaan wandelen. Hij vond dat megacool, en die jonge gasten zouden hem niets doen, die herkenden een toffe pee als ze er een zagen. U kunt dat gaan denken. Binnen de tien minuten werd hij door vier gewapende bendes tegelijk aangevallen, en redde enkel zijn leven door zich in paniek te barricaderen in een publieke telefooncel. Van waaruit hij huilend ons Damienne te hulp moest roepen. Toen die eindelijk het plein kwam opgestormd, was de zaak gauw geklaard.

Bert heeft nog wel zelf de telefooncel moeten opdweilen, en was maar wat gelukkig dat Jef Valkeniers toevallig bij zijn Zuid-Afrikaanse vriendin, dokter Audrey Van Zyl, logeerde. Hij mocht meteen op de canapé, en Jef Lawijt schreef zuchtend twee nieuwe complexen bij op de al goedgevulde steekkaart van Bert: één over zwarte jongeren, en één over dominante blanke vrouwen.

DI 31 01

Tony Mary moet ontslag nemen. Die eis wordt voor één keer niet geformuleerd door onze chef-Wetstraat, maar door Sven Mary, de zoon van de beklaagde zelf. Sven Mary is de advocaat van Albert Cartier en Stéphane Pauwels, ex-trainer en ex-manager van voetbalclub La Louvière, en beiden in een Panorama-reportage op Canvas beschuldigd van het manipuleren van wedstrijden in dienst van de Chinese gokmaffia. Geen lichte beschuldigingen. Maar noch Albert Cartier, noch Stéphane Pauwels, noch twaalf anderen, kregen van de VRT de kans op een wederwoord. Ze werden zelfs niet eens gecontacteerd om de aantijgingen tegen hen te bevestigen of te weerleggen.

‘Ik heb mijn vader gevraagd of het dat is, wat zijn nieuwsdienst onder objectieve journalistiek verstaat’, aldus meester Mary in de dagbladen. ‘Ik begin te geloven dat al die kritiek die men leest, terecht is. Om propagandamiddagen van racisten en fascisten te gaan verzorgen, draaien ze hun hand niet om. Maar aan de allereerste basisregel die elke journalist wordt aangeleerd, vegen ze hun kas. Een minister interviewen met wie ze een uur voordien nog zelf in bed hebben gelegen, in welk derdewereldland treft men misbruiken van die orde nog aan? Bij mijne pa! Ik ben blij dat hij het niet is, die zich met míjn opvoeding heeft beziggehouden.’

Als meester Mary onder stoom komt, is het best zich in een veilige hoek terug te trekken. En het onrecht dat zijn cliënten door de firma van zijn eigen vader was aangedaan, zette meester Mary wel degelijk onder stoom. ‘Wanneer een minister in een interview over een brandend actuele kwestie totaal de mist ingaat, dan wordt het bewijs van haar politieke onkunde vernietigd. Haar partijvoorzitter scheldt dan de ondervraagster verrot en dreigt haar af, de minister zelf belt in hysterie al haar vriendjes op, en de hele machinerie die haar gemaakt heeft, treedt weer in werking. Ze mag haar interview opnieuw doen! Met voorgekauwde vragen en antwoorden. Dat overtreft toch de dolste fratsen van Silvio Berlusconi, of niet? Ministers zijn met dure geschenken te gast op huwelijksfeesten van redacteurs. Een sportredacteur maakt een verslag over een wielercriterium dat hij zelf heeft georganiseerd. Een wielercommentator presenteert de voorstellingen van grote ploegen en koersen, waarover hij dezelfde dag nog onafhankelijk commentaar levert. Een economieredacteur vult zijn dagen met het modereren van colloquia en congressen van bedrijven, waarover hij dan zonder blikken of blozen komt berichten. En ikzelf krijg ruim de gelegenheid om mijn praktijk wat meer glans te geven. Ik vraag u: wat voor een zottenkot is dat? En dat met uw en mijn belastinggeld.’

Het bovenstaande, met een advocaat moet men altijd wat meer opletten dan met een minister, heeft meester Mary uiteraard niet letterlijk gezegd, maar het was wel wat hij bedoelde. Wij hebben de beruchte Panorama-reportage intussen vijf keer herbekeken, en steeds meer zijn wij ervan overtuigd dat alles staat of valt met de onbekende Chinese gokker, die in een ondergronds speelhol in Shanghai beweert dat ‘La Louvièle’ een omgekochte ploeg is.

De vraag is: heeft die Chinees dat inderdaad gezegd? Dat weten wij niet, wij kennen geen Chinees. En de VRT-journalisten evenmin. Dus hangen we af van de vertaler, zoals met de meeste reportages in verre landen. Nemen we het veel geloofde werk van coryfeeën als Rudi Vranckx en Peter Verlinden. Als een Indonesiër volgens de onderschriften aan Verlinden vertelt dat hij nog nooit iets als de tsunami gezien heeft, wie garandeert ons dan dat hij niet heeft gezegd: ‘Die plaatjes van Ann Christy lijken nergens op’?

De vertaler, u moet er eens op letten, is meestal een niet-onaantrekkelijke jonge vrouw. Draai het of keer het zoals u wilt, na drie dagen samen te zijn opgetrokken valt de vraag toch hoor. Alleen in vijandig gebied durft men wel eens opteren voor een outlaw met sterke spieren en connecties in de onderwereld. Maar hoe dan ook is het de tolk die bepaalt wie voor de camera komt, en wat die zogezegd heeft verteld.

Denkt u nu echt dat zo een Iraakse vertaler aan een groep tot de tanden gewapende soennieten gaat vragen of Saddam Hoessein inderdaad een gruwelijke massamoordenaar was? Zoals Rudi Vranckx wil weten. Dat ziet u nogal van hier. In werkelijkheid vraagt die: ‘Wij zijn hier voor de Belgische televisie een programma aan het maken over uitheemse keukenrecepten. Wat eten jullie graag?’

De rebellen, blij eens over iets anders te kunnen praten, zullen dan bijvoorbeeld antwoorden: ‘Kalfsvlees met witloofrolletjes in kaassaus. Maar het vlees niet te fel gebakken.’ Waarna de tolk aan Verlinden meedeelt dat Saddam Hoessein door de sjiieten en een deel van de westerse pers met opzet in een slecht daglicht wordt gesteld, en dat hij een door het volk geliefd leider was. Vranckx belt dan in euforie naar Brussel dat hij weer eens een ultragevaarlijke missie tot een goed eind heeft gebracht, en kritische interviews heeft gemaakt waar zelfs de diehards van de BBC zich niet aan wagen. In de studio komt Martine Tanghe bijna klaar van bewondering.

vr 10 02

In Catalonië is enige ophef ontstaan, omdat aartsbisschop Lluis Martinez-Sistach zich heeft gemengd in de discussie over een rode kaart, die sterspeler Ronaldinho had gekregen in de wedstrijd tussen Barcelona en Real Zaragoza. ‘Die kaart was een lachertje’, aldus de aartsbisschop in de drukstbekeken nieuwsuitzending van de Catalaanse televisie. ‘Als ze beiden voor Onze Lieve Heer verschijnen, ziet het er slechter uit voor de arbiter dan voor Ronaldinho. Het is zijn schuld dat we uit de beker liggen. Die hond mag hopen dat hij niet bij mij komt biechten, of hij kan weesgegroeten bidden tot aan zijn pensioen.’

De rode kaart was getrokken toen Ronaldinho Zaragozaspits Cani een lelijke trap op de achillespezen had verkocht. Dat de kardinaal zich op een zo partijdige wijze mengde in een sportieve discussie, werd in de rest van Spanje op enige kritiek onthaald, maar daar trok de bisschop zich weinig van aan. ‘Dat ze dat ne keer oog in oog met mij komen zeggen’, meldde hij de verslaggever van het vakblad Don Balón. ‘Een toek op hun bakkes, dat kunnen ze krijgen.’

Monseigneur Martinez-Sistach is niet de enige geestelijke die een substantieel deel van zijn eigen geloofsleer vergeet zodra hij de poorten van het stadion is binnengewandeld. Lezers van Knack weten al veel langer dat ook onze aartsbisschop, Godfried Danneels, zich op de tribunes gedraagt als de eerste de beste hooligan. Vooral in de duels tussen KV en Racing Mechelen, waar de kardinaal graag naartoe gaat in het gezelschap van Piet Piryns, een van de boegbeelden van het Humanistisch Verbond.

De laatste Mechelse derby is zelfs op politiebevel stilgelegd. Het stond toen 0-2 voor Malinwa, en het zal niemand verbazen dat al wie groen-wit droeg de scheidsrechter hiervan de schuld gaf. Piet en de kardinaal, die na hun vorige vechtpartij gezworen hadden dat ze deze keer kameraadschappelijk naast elkaar zouden blijven zitten, wat er ook gebeurde, vergaten om ter snelst hun dure eed, en rolden bij het tweede Malinwa-doelpunt van Patrick Goots vechtend over de gradins. Piet had de kardinaal een mep op het hoofd verkocht met het verzameld werk van Voltaire, al een zware brok om te lezen, laat staan om er een dreun mee te krijgen. De kardinaal had vanonder zijn soutane een massief gouden monstrans tevoorschijn getoverd, die hij wonderwel verborgen had weten te houden toen hij bij de ingang van het Van Kesbeeckstadion gefouilleerd was door de plaatselijke stewards. Allemaal vrijzinnigen, die de kans om eens een bisschop te betasten niet lieten voorbijgaan.

De kardinaal sloeg Piet met zijn kelk half bewusteloos, en het spel zat op de wagen. De ene helft van Mechelen beukte ongenadig in op de andere, en terwijl de ziekenwagens af en aan reden, legde de scheidsrechter op bevel van de commissaris de wedstrijd stil. Die leidde de vechtenden alleen maar af.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content