ma/23/05
Zat hij toch weer in Reyers Te Laat zeker, Rik Torfs! Op maandag. En dinsdag weer Siegfried Bracke, in een opgenomen interview. Dat is nu toch werkelijk alle fatsoen voorbij. Met welk recht kan zoiets? Met welk recht zijn er daar één of twee figuren die een kringetje van persoonlijke vrienden ongelimiteerde reclame voor zichzelf laten maken? Bracke, Torfs, Van Steenbrugge, Vandermeersch… De commanditaire loftsocialist is blijkbaar een beetje uit de gratie, die hebben we al een tijdje wat minder gezien, net als in zijn krant. Zou het kunnen dat zijn Propagandaführer de VRT het voorbije jaar heeft verlaten?
Het Vlaams Parlement moet hier echt paal en perk aan stellen. Een met belastinggeld betaalde nieuwsdienst mag slechts bestaan indien hij strikte neutraliteit kan garanderen, op een apothekersschaaltje afgewogen op basis van objectief nameetbare criteria. De VRT-nieuwsdienst bewijst elke dag dat hij niet alleen die garantie niet kan geven, maar er bovendien feestelijk zijn voeten aan veegt.
De partijdigheid druipt er bij de meeste presentatoren af en is omgekeerd evenredig met hun kennis van het onderwerp, die nooit verder reikt dan de laatste twee knipsels uit De Standaard en De Morgen. Daaruit distilleren ze dan niet eens vragen, ze putten er voorgekauwde argumenten uit om over zaken waar ze geen gram verstand van hebben op doorgaans hoogst onbeschofte wijze te gaan discussiëren met iemand die het wel weet. Ze strooien meningen in het rond over boeken en rapporten die ze nooit hebben gelezen, en poneren stellingen die in hun simplisme alle één ding gemeen hebben: ze zijn totaal naast de kwestie. En als dan in hun oortje een pas afgestudeerde roept dat het tijd is om te stoppen, vatten ze nog in twee pedante zinnen verkeerd en tendentieus samen wat de geïnterviewde níét heeft gezegd, zonder hem nog de kans te geven het recht te zetten. Overdrijven wij? Geenszins. Weg ermee.
Is er daar nu ook niemand die Kathleen Cools kan verbieden om altijd te beginnen met: ‘Heel goede avond, heel welkom in TerZake.‘ Wat een aanstellerij. Ten eerste is een goede avond al meer dan genoeg, ze staat er zelf borg voor dat die wens niet in vervulling zal gaan. En ‘heel welkom’ klinkt verschrikkelijk verkeerd. Het is mogelijk zelfs een taalfout. We hebben dat bij de taalpuristen van onze eindredactie nagevraagd maar die bleven, cartesianen als ze zijn, toch een weinig twijfelen. Veel hangt af van de vraag of ‘welkom’ gebruikt wordt als bijvoeglijk naamwoord dan wel als tussenwerpsel.
Laten we deze niet eenvoudige kwestie trachten te onderzoeken, op gevaar af complete nonsens te vertellen, wat anderzijds het wezenskenmerk is van deze rubriek, dus dat kan geen kwaad. Indien ‘welkom’ als bijvoeglijk naamwoord wordt gebruikt, dan zou het bijwoord ‘heel’ eventueel ervoor kunnen staan. ‘Welkom’ moet dan wel in de volledige uitdrukking gebruikt worden: ‘Ik heet u heel welkom.’ Maar Cools gebruikt het niet als bijvoeglijk naamwoord, ze gebruikt het als een losstaande begroeting, en dan is het een tussenwerpsel. Ze is zelf een tussenwerpsel.
We zullen u thans wat meer uitleg verschaffen over tussenwerpselen, want er mag in Knack ook iets leerrijks staan. Het is overigens tussenwerpsels, zien wij al meteen, in tegenstelling tot uitwerpselen. We nemen de Algemene Nederlandse Spraakkunst Band 1, van W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, en M.C. van den Toorn. Hoofdstuk 11: ‘Woorden als ach, verdorie, hoera, kukeleku, foei enz. worden tussenwerpsels of interjecties genoemd. Tot de tussenwerpsels zijn ook gevallen te rekenen als toe maar, nou en, lieve hemel, waarbij het strikt genomen niet om woorden maar om combinaties van woorden gaat.’
Tot nu toe redelijk eenvoudig, maar let op: ‘De tussenwerpsels onderscheiden zich vooral syntactisch van de andere woordsoorten doordat ze geen enkele syntactische verbindingsmogelijkheid hebben. Ze fungeren nooit als lid van een constituent of als zinsdeel, en staan dus altijd buiten de grammatische structuur van een zin. Het tussenwerpsel heeft namelijk zelf de waarde van een zelfstandige taaluiting en kan het best omschreven worden als een uitroepende zin.’
Voilà, hier zijn we er toch al? Een uitroepende zin. Zoals bij Filip Joos: ‘ WELKOM!!! In het zinderende Kuipje van Westerlo.’ En bij een uitroepende zin gebruik je geen bijwoord. Stel u voor, waartoe zou dat leiden? Laten we voor alle zekerheid voortlezen: ‘Ook woorden die tot andere woordsoorten behoren, kunnen soms als zelfstandige taaluitingen optreden, dus zinswaarde hebben. Bijvoorbeeld: Doorlopen!, Opgepast!, Binnen!, Stilte!, Welkom!’
Hier zie, verdomme, hier staat het: welkom! Hebt u al ooit iemand horen zeggen: ‘Heel binnen!’ Of: ‘Heel opgepast!’ Haha, maak het nu niet te gek.
Interessant boek: ‘Soorten tussenwerpsels. Veel tussenwerpsels zijn eenlettergrepig, maar daarnaast zijn er ook twee- of meerlettergrepige tussenwerpsels. Daartoe behoren: samenstellingen en combinaties waarvan de componenten niet identiek zijn en afzonderlijk kunnen voorkomen, waarbij die componenten zelf niet noodzakelijk tussenwerpsels zijn al is dat wel mogelijk: welja, jawel, nee maar, toe maar. En versteende zinnen, bijvoorbeeld hemeltjelief, welterusten, goeiemorgen, God bewaar me, lieve hemel.’
Samenstellingen en combinaties waarvan de componenten niet identiek zijn en afzonderlijk kunnen voorkomen, waarbij die componenten zelf niet noodzakelijk tussenwerpsels zijn al is dat wel mogelijk… Dat begint stilaan in de buurt te komen van de nota-Vande Lanotte. Er zijn betekenisdragende tussenwerpsels, dat wist u, maar minder bekend is dat er ook niet-betekenisdragende of klanknabootsende tussenwerpsels zijn. En bij die laatste blijven W. Haeseryn, K. Romijn en G. Geerts misschien nog wel serieus, maar wij kunnen ons niet van de indruk ontdoen dat J. de Rooij en vooral de soms wat lichtzinnige M.C. van den Toorn enkele ginnegapperijen hebben binnengesluisd in een voor de rest ernstig werk:
‘De klanknabootsende tussenwerpsels zijn een nabootsing van klanken voortgebracht door mensen, dieren of voorwerpen, ofwel wordt er een beweging mee weergegeven of begeleid. Voorbeelden.
MENSELIJKE GELUIDEN
– lachen: haha, hihi, hoho;
– hikken: hik;
– niezen: hatsjie;
– kuchen: hm, hum, hem.
DIERLIJKE GELUIDEN
– koe: boe, beuh;
– schaap: mèèè;
– ezel: i-a;
– kat: miauw;
– hond: waf, woef (en combinaties daarvan);
– kikker: kwaak, kwak;
– vogel, muis: piep;
– kraai: krakra;
– haan: kukeleku.
ANDERE GELUIDEN
– tikken van een klok: tiktak, tikketak;
– luiden van een klok: bim, bam, bom
(of combinaties daarvan);
– drukken op bel: klingelingeling, tingelingeling;
– lang drukken op bel: klingelingelingelingeling,
tingelingelingelingeling;
– schieten: pief, paf, poef (of combinaties
daarvan), pang, peng, pau;
– trein: tsjoek, tsjoeketsjoeke;
– auto: vroem, tuftuftuf.
BEWEGINGEN
– bij het springen, enz: hop, hopla, hoplala, hoeps,
woeps;
– snelheid: wam;
– bij een slag: pats, klets, bom, boem.’
Voor wie na die vermakelijke passage de smaak te pakken heeft gekregen: Algemene Nederlandse Spraakkunst, uitgegeven bij Nijhoff (824 pagina’s). Voor uw ontspanning ruimschoots te verkiezen boven werken van Erwin Mortier of Yves Petry.
Conclusie: ‘Heel welkom’ zegt men niet. Ook al is het misschien niet echt een taalfout. Maar dat is ‘Hallo, beste grobbebollen’ ook niet, en nochtans hoort men het zelden als intro van een nieuwsbulletin of een duidingmagazine. Toch zegt die mamzel dus al een heel seizoen: ‘Heel welkom.’ En niemand op de VRT met genoeg gezond verstand of gezag om haar te bevelen: ‘Hou daarmee op.’ En er kwansuis aan toe te voegen: ‘En het is niet omdat je elke vraag nodeloos lang rekt en al je klemtonen en cesuren verkeerd legt, dat je een verstandige vraag hebt gesteld.’
Wij lezen dat er in het omroepcentrum betonrot is aangetroffen. Je hoeft niet ver te gaan zoeken waar. Luc Van den Brande, voorzitter van de raad van bestuur, is van plan het hele zootje naar Mechelen te verhuizen, omdat dat centraler gelegen is, zeker voor hem. ‘Ik heb het door geografen laten narekenen,’ aldus de voorzitter, ‘en Mechelen blijkt inderdaad het centrum van de wereld te zijn.’
Heel welkom in Mechelen. De Sint-Romboutskathedraal is misschien een geschikt pand. Er komt toch niemand meer in, er is al een toren zoals naast het huidige omroepgebouw en er staan minstens evenveel antennes op, in de crypte is in de kist van kardinaal Mercier onlangs plaatsgemaakt om documenten op te bergen, en de herstellingswerken aan de gevel zullen over een jaar of tweehonderd voltooid zijn. Dé mooiste locatie van Groot-Mechelen is natuurlijk de loft van de commanditaire loftsocialist, maar die is wat te duur voor een overheidsgebouw.
do/26/05
Sinds wij vorige week onze verontschuldigingen hebben aangeboden aan een vijftiental personen die wij onheus hadden bejegend, gaan wij ook zelf opgewekter door het leven. Vreemd hoe zoiets oplucht. Onderschat het niet: elke week opnieuw mensen beledigen, beschimpen en bespotten, ook al is dat altijd terecht, het laat toch ook bij de steller ervan een zeker onbehagen. Moest het wel? (Natuurlijk.) Kon het wel? (Blijkbaar, ja.) Mocht het wel? (Dat zeer zeker, zie het vonnis van de Raad voor de Journalistiek in de zaak Bracke versus Humo.)
Maar zie: niet zodra heeft men zijn spijt betuigd, of de hemel klaart op. En het kost niets. Niet de minste moeite hoef je ervoor te doen. Het zijn maar woorden. Of je nu zegt: ‘Ik bied mijn excuses aan’, of je zegt: ‘Mooi weer vandaag’, dat is juist dezelfde inspanning. Het is in beide gevallen niet meer dan het uitstoten van een paar overbodige klanken. Het schrijven van verontschuldigingen kost nóg minder moeite, dan heb je niet eens last van de triomfantelijke grijns van de ander, die vader Marchal zo meesterlijk demonstreerde na de knieval van Hugo Camps.
Wij gaan ons in deze rubriek voortaan dus disculperen dat het een aard zal hebben. En u, lezer, bij wie wij ons alvast verontschuldigen zo al die verontschuldigingen u snel de strot uitkomen, bent nu exact één zin verwijderd van een historisch moment, een dat de gang naar Canossa van Hendrik de Vierde ver in de schaduw zal stellen. Wij verontschuldigen ons bij den Baard!!
Nee maar, het einde der tijden moet echt heel nabij zijn, zult u denken, maar wij verontschuldigen ons wel degelijk bij Johan Vande Lanotte voor foutieve beweringen van onze kant. Wij hebben namelijk enkele weken geleden laten uitschijnen dat den Baard voor één keer géén puinhoop zou maken van iets waaraan hij zijn fikken steekt, en we hadden hem zelfs al gefeliciteerd met de ’triple’ die zijn BC Oostende dit seizoen zou behalen: de Belgische beker, de Eurochallenge én de landstitel.
Welnu, dat was verkeerd. In de finale van de Belgische beker werd Oostende verslagen door Bergen. In de halve finale van de Eurochallenge werd het gewipt door het grote Novo Mesto uit, even opzoeken… Slovenië, en in de play-off van de nationale competitie werd het er in de halve finale al in twee matchen uit gekegeld door Charleroi.
Rest één vraag: hoe is dat in godsnaam mogelijk? Oostende heeft een onuitputtelijk budget. Den Baard plukt tien peperdure Amerikanen van het internet, naturaliseert er in drie dagen tijd een stuk of vijf om in orde te zijn met de voorschriften van de Basketbalbond, koopt tijdens het seizoen nog twee volledige teams bij, koopt desnoods een paar tegenstanders om zoals twee seizoenen geleden liefst drie spelers van Okapi Aalst – in een ontwikkeld land vliegt men hiervoor in de gevangenis – en nóg loopt het telkens verkeerd af.
Onmogelijk om met de kern van dit seizoen géén prijs te pakken. Wij herhalen: onmogelijk, zelfs als je het met opzet zou willen doen. En aan de coach ligt het niet, want Jean-Marc Jaumin is top. Waaraan of aan wie ligt het dan wel? Bij veel kenners geïnformeerd, gewikt, gewogen, lang nagedacht, maar er is slechts één antwoord mogelijk: aan den Baard. Alles, maar werkelijk alles waar die clown zich mee bemoeit, draait uit op een fiasco. Niet veel, álles. Wij verontschuldigen ons bij hem omdat wij daar heel even aan getwijfeld hebben.
door Koen Meulenaere
In het VRT-omroepcentrum is betonrot aangetroffen. Je hoeft niet ver te gaan zoeken waar.