Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Dat de koning vorige week op bezoek was, hebben wij al geschreven, maar hebben wij u ook verteld hoe dat kwam ? Luister dan. Als hij tijd heeft, loopt onze directeur elke week eens aan op het paleis in Brussel om te zien of er post voor hem is, en of het staatshoofd van tijd uitleg nodig heeft over één of andere zaak van staatsbelang. Of over wat dan ook, onze directeur weet toch alles. Een punt van overeenkomst het enige trouwens met onze chef-boeken. In het begin schiep ons Heer onze directeur naar zijn beeld en gelijkenis, en na afloop moest Hij eerlijk toegeven dat het beeld weinig moest onderdoen voor het origineel.

De koning weet dit en luistert dus altijd stilletjes en geboeid als onze directeur spreekt. Nu en dan neemt hij notities in een klein boekje. Zo bijvoorbeeld een maand geleden over een geheimzinnig wereldwijd informatienetwerk, iets als Gladio maar nog veel groter, en over het feit dat Antonin Dvorák een opus 104 heeft gecomponeerd. Onze directeur wil wel eens van de hak op de tak springen. Over beide onderwerpen wenste de vorst meer te vernemen waarna onze baas een brug te ver ging door hem een bezoek aan onze redactie voor te stellen. Koning Albert nam de uitnodiging aan !

Sinds die onheuglijke ochtend was het gedaan met de rust, ook op onze vijfde verdieping. Op een dag verscheen daar bovenaan de ladder zelfs een man met een telefoontoestel ! Na een korte schermutseling stortten beiden in de diepte. Maar ondanks dit drastische optreden snelden de verbouwingen door als een HST die de Belgische grens achter zich heeft gelaten. Er werd geschilderd en getimmerd, gekapt en gebroken, gepleisterd en geschrobd dat het een lieve lust was.

Midden in de redactievergadering kwam er een loodgieter van SOS Rapide vragen waar dat toilet geïnstalleerd moest worden. De meesten van ons gaan tegen een muur op de binnenkoer, en uw dienaar mikt het vanop zijn stelplaats rechtstreeks in de regenpijp, tot verrassing van menig nietsvermoedend wandelaar op de begane grond. Maar men kan van een monarch bezwaarlijk eenzelfde technische beheersing verlangen. Dus een toilet, waarna de installateur een tweede keer de vergadering onderbrak met de vraag : ?En waarom niet meteen een afvoerbuis gemonteerd, nu ik hier toch ben ?? Ook dit moderne snufje werd aangebracht.

WIJ BESPAREN U details over het invoeren van beeldschermen, tekstverwerkers en modems. Spijts de inspanningen van een leger instructeurs, was er niemand die ook maar één letter begreep van Word of Windows, en bij het aanhoren van de term Website, schroefden de meesten de dop op hun vulpen en leunden onwillig achteruit. Eén chef, voor wie het allemaal te veel werd, stormde in vertwijfeling de trappen af en sloeg op hol, kriskras over de Tervurenlaan. Er kwamen vier rijkswachtploegen aan te pas om hem te vangen en een kalmerende inspuiting toe te dienen. Hij revalideert nog altijd, in een klein sanatorium in Miavoye-Anthée nabij Dinant.

Onbezorgd over de goede afloop van al deze veranderingen, had onze directeur de vorst opgebeld en wijsgemaakt dat hij een demonstratie zou krijgen van de ultramodernste communicatiesystemen, waarvan het op onze redactie ondertussen vergeven is. Inclusief een breedbeeldtelevisie waar de premier helemaal op kan. ?We gaan een uurtje surfen op Internet, Sire,? had onze directeur er op een toon van jongens ondereen aan toegevoegd. Een mededeling die ten paleize verkeerd geïnterpreteerd werd.

Dat bleek toen om half elf de koning voor de deur stond. Op zwemvliezen en in een waterdicht termopanepak. Helm met snorkel en hoge-drukmasker onder de arm, aan de broeksriem een walkman die The greatest hits of the Beach Boys in de omtrek schalde. En stevig vastgebonden op de duo-zitting van zijn motor het allernieuwste topmodel van Mistral, met een kleurig zeil in rood-geel-zwart. De koning, die op korte tijd zoveel als mogelijk geleerd had over zwaarden en mastrails, en die zich op de vijver in Laken had bekwaamd in de techniek van het gijpen, had blijkbaar iets anders verwacht dan wat hem overkwam nadat hij in de deurtelefoon zijn naam had geroepen. Tot twee keer toe, want double checking is op onze redactie een basisregel. Toen onze directeur de deur digitaal had geopend, beleefde de vorst de verrassing van zijn leven.

WAT ACHTERAAN IN de gang klaar stond, was niet in woorden te vatten : alle redacteurs van Knack, keurig uitgedost in livrei of jacquet, en elk voorzien van een muziekinstrument. Want aangezien onze directeur ook wel had ingezien dat geen enkele van zijn ondergeschikten in staat was om één van de nieuwe computers nog maar aan te schakelen, laat staan er iets nuttigs mee te doen, had hij besloten het geweer van schouder te veranderen en alles op opus 104 van Dvorák te zetten.

Elk van ons was thuis op zolder of in de kelder op zoek gegaan naar een apparaat dat nog in staat was noten te produceren. De eerste repetitie verliep chaotisch. Er waren twee gitaren, een accordeon, drie melodica’s, een trompet, twee paar cymbalen en een drumstel. En onze chef-Wetstraat had zijn oude tuba opgeblonken. Aan hem was verteld dat we opus dei 104 ten gehore zouden brengen. Het was alsof horen en zien verging toen onze directeur de partituren had rondgedeeld en een eerste poging waagde. Een deel van het pas aangebrachte pleisterwerk donderde terstond weer naar beneden en buiten, onder de brokstukken van het uiteengesprongen raam, stierf onze trouwe postbode.

Opus 104 is in feite geschreven voor een zacht strijkersensemble, maar aangezien niemand van ons over een viool of aanverwante beschikte, werd dit gevoelige werk in de uitvoering van Knack iets gewelddadiger dan Dvorák het eigenlijk had bedoeld. En het samengaan van mondharmonica en Gibson-gitaar mag dan misschien het oeuvre van Bob Dylan volgens sommigen boven de middelmaat hebben uitgetild, voor opus 104 was het een catastrofe.

Drie weken ingespannen repeteren hadden de allerscherpste kantjes wel wat afgerond, maar het geheel was en bleef onverteerbaar voor wie nog over een buis van Eustachius en een trommelvlies beschikte. De koning deed dan ook wat het verstandigste was in die omstandigheden. Hij maakte zo snel als zijn vliezen het toelieten een halve draai op de hielen, en huppelde plitse-plets zonder nog om te kijken naar buiten.

In de gang deed onze directeur, die baadde in het zweet en van het verdwijnen van de vorst niets gemerkt had, teken naar onze chef-Wetstraat dat de tuba mocht invallen om het fortissimo naar een climax te voeren.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content