De Britse econoom Bernard Connolly wordt in ‘Het rotte hart van Europa’ (Knack nr. 32) afgeschilderd als een visionaire klokkenluider, die destijds bij de EU-Commissie de laan werd uitgestuurd omdat hij de waarheid durfde te vertellen over de gevaren van de eurozone. De eenheidsmunt was volgens Connolly niets minder dan de rotte kern van de EU, en door zijn gebrekkige opzet gedoemd om te mislukken. In de huidige context lijkt die analyse op het eerste gezicht een schot in de roos. Connolly had vijftien jaar geleden overschot van gelijk en werd volkomen ten onrechte ontslagen, zo lijkt het. De waarheid is anders: complexer, woeliger en bijna tegengesteld aan wat Connolly destijds beweerde. Volgens de voormalige Britse topambtenaar was de euro niet meer of niet minder dan een puur politiek project, ingezet als breekijzer om de Europese integratie definitief te verankeren en zelfs met een kwantumsprong vooruit te helpen. Dat deel van zijn analyse is juist. Logisch dat dergelijk project niet op warme instemming kon rekenen in brede kringen in Londen. Niet toen en evenmin vandaag. Connolly was en is meer dan ooit een geheide tegenstander van een sterke, federale EU. Hij zag heel klaar hoe gevaarlijk de euro was – niet omdat de eenheidsmunt Europa ten gronde zou richten, maar omdat hij de harde EU-kern definitief aaneen zou lijmen, weg van de invloedssfeer van de Londense City. Hij wees er terecht op dat de eurozone in zwaar weer terecht zou komen als de EU mettertijd ook niet de volgende stap zou zetten, in de richting van een echte economische unie (naast de monetaire). Dat is precies de oplossing die zich vandaag opdringt aan de aarzelende EU-leiders: de weg naar een eengemaakt Europees economisch beleid, waarbij de belangrijkste hefbomen worden aangestuurd vanuit Brussel. Dat is precies de grote vrees van mensen als Connolly en met hem alle eurosceptici. We zijn vandaag, in die lousy zomer van 2011, inderdaad aanbeland op het punt van de waarheid, waar Connolly zijn Londense vrienden destijds al voor waarschuwde: voor een EU die definitief en zonder retourticket de weg van de monetaire én economische unie inslaat. Allicht moeten de beurzen nog roder kleuren en moeten er nog meer overheidsratings afgewaardeerd en afgeserveerd worden, alvorens Berlijn en Parijs de Rubicon durven over te steken. ‘Never waste a good crisis’ is ook in dezen een motto dat prima kan dienstdoen als handleiding. Als de EU-leiding erin slaagt om dat motto in de praktijk om te zetten en de crisis aan te grijpen om de EU-economieën ook effectief te integreren, dan zal de euro niet het rotte hart blijken te zijn, maar integendeel de motor van een echte (ook politieke) wereldspeler in wording. Horresco referens voor typen als Connolly, die intussen is verworden tot de lieveling van notoire eurohaters en -marginalen als Nigel ‘UKIP’ Farage en consorten.

Ivo Belet, Europarlementslid

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content