De controle- en toepassingsmechanismen van de diverse mensenrechtenverdragen kunnen grondig verschillen. Vier voorbeelden van hoe de burger zijn rechten kan doen gelden.

– Rapportage door de staten.

De staat aanvaardt om op geregelde tijdstippen een rapport uit te brengen over de verbintenissen die hij bij verdrag heeft aangegaan. Dit verslag wordt bestudeerd door een commissie ad hoc, die het respect van de mensenrechten door de staat evalueert en aanbevelingen kan formuleren om de tekortkomingen te verhelpen.

Een burger kan enkel aan de commissie signaleren dat hij geen genoegdoening heeft gekregen via interne juridische of administratieve wegen. Indien er van een bepaald type inbreuk veel meldingen bij de commissie terechtkomen, dan kan dit voor haar een aansporing betekenen om zich specifiek daarop te richten.

Voorbeelden: het VN-verdrag inzake burgerlijke en politieke rechten, het VN-verdrag inzake sociaal-economische rechten, het VN-verdrag inzake de rechten van het kind.

– De comités, de (sub)commissie en de bijzondere verslaggevers.

Een comité, een (sub)commissie of een bijzondere verslaggever krijgt een onderzoeksopdracht in een bepaalde materie. Er wordt een rapport opgesteld over de vastgestelde tekortkomingen.

Ook hier is het belangrijk dat de burger de ad-hocinstantie informeert over de schending van fundamentele rechten. Zelfs al kan deze instantie slechts vaststellingen doen over individuele gevallen, deze informatie zorgt ervoor dat een preciezer onderzoek gevoerd kan worden.

Voorbeelden: de Commissie voor de Rechten van de Mens van de VN, het Europees Comité ter Preventie van Foltering en Onmenselijke of Vernederende Behandelingen, de Bijzondere Verslaggever van de VN over de hedendaagse vormen van racisme…

– Gerechtelijke bescherming.

Bepaalde internationale teksten zijn juridisch bindend. De betrokken rechten zijn dus wettelijk afdwingbaar voor de interne (nationale) hoven en rechtbanken.

Voorbeelden: het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, bepaalde artikelen uit het Verdrag inzake de Rechten van het Kind of van het VN-verdrag inzake Burgerlijke en politieke rechten…

Bepaalde verdragen voorzien zelfs in de oprichting van een internationale rechtbank, waartoe iedereen zich kan wenden indien het nationaal gerecht in gebreke blijft. Die internationale rechtbank kan de betrokken staat veroordelen omdat hij bepaalde rechten, vastgelegd in de conventie, geschonden heeft. Maar, vooraleer men zich kan wenden tot een internationale rechtsinstantie, dienen eerst alle interne rechtsmiddelen (van vredegerecht tot Hof van Cassatie) te zijn uitgeput.

Voorbeeld: het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg.

– Een permanent internationaal gerechtshof?

Zeer zware misdrijven zoals oorlogsmisdaden, misdaden tegen de mensheid en genocide kunnen vervolgd worden door de interne gerechtsinstanties (zoals het proces tegen Papon in Frankrijk). Soms besluiten de VN tot het oprichten van een specifiek internationaal gerechtshof (zoals voor ex-Joegoslavië in Den Haag en voor de verantwoordelijken van de genocide in Rwanda in Arusha).

Een groot aantal mensenrechtenorganisaties en ngo’s pleit voor de oprichting van een Permanent Internationaal Tribunaal, bevoegd voor de vervolging en berechtiging van personen en/of staten die verantwoordelijk zijn voor dit soort misdaden tegen de mensheid.

Jef Geboers, Frans Geys, Liga voor Mensenrechten

Deze reeks is een gemeenschappelijk initiatief van de Liga voor Mensenrechten, Amnesty International Vlaanderen, Artsen zonder Grenzen, Oxfam-Solidariteit en de uitgever van Knack.

“De Verklaring moet ten volle kunnen worden verwezenlijkt.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content