De nieuwe justitieminister Stefaan De Clerck wil dat het debat over de gespannen relaties tussen pers en gerecht de anekdotiek overstijgt in het belang van de waarheid.

Het jongste federaal regeerakkoord is, naar het evenbeeld van premier Jean-Luc Dehaene zelf, zeker niet persvriendelijk. Het “benadrukt het belang van het geheim van het (gerechtelijk) onderzoek, niet enkel met het oog op het behoud van het vermoeden van onschuld, maar ook om een gebrekkige werking van het onderzoek te voorkomen. ” Alsof de pers verantwoordelijk is voor de gebreken van het gerecht. Voorts verzoekt het regeerakkoord het parlement “om de korrektionalizering van de persdelikten te onderzoeken. ” Kortom, om na te gaan hoe de feitelijke straffeloosheid die de in onbruik geraakte assisenprocedure de pers biedt, door de korrektionele rechtbank kan omzeild worden. Alsof de pers nooit voor korrektionele en burgerlijke rechtbanken terecht staat.

De korrektionalizering is een van de voorstellen die toenmalig vice-premier en minister van Ekonomische Zaken en Justitie Melchior Wathelet (PSC) begin vorig jaar lanceerde zonder er verder gevolg aan te geven. De justitieminister slaagde er wel in om over de kwestie door te redeneren en, overigens zonder enige verwijzing naar de rechtspraak van het Europees hof van de rechten van de mens in Straatsburg, te vinden dat de persvrijheid in de lidstaten zelfs toestaat dat de pers het geheim van het gerechtelijk onderzoek doorkruist, zoals professor Dirk Voorhoof verderop in dit blad toelicht. Als een reaktie daartegen wou Wathelet zelfs de publikatie van gegevens uit een gerechtelijk onderzoek strafbaar stellen. Het bleef echter bij loze gedachten, en bij mistevredenheid alom. Geen wonder dat de toenemende kritiek van de pers op het gerecht en omgekeerd, het eerste probleem is waarmee Wathelets opvolger, justitieminister Stefaan De Clerck (CVP), gekonfronteerd werd. Dat gebeurde naar aanleiding van de razzia’s van 23 juni tegen enkele journalisten.

Als advokaat en volksvertegenwoordiger, lid van de kamerkommissie Vervolgingen die advizeert in verband met het opheffen van de parlementaire onschendbaarheid van sommige kollega’s, en als lid van de biezondere onderzoekskommissies van de kamer in alle politiek-gerechtelijke onderzoeken van de jongste jaren, heeft Stefaan De Clerck telkens weer ervaren hoe illusoir het geheim van het gerechtelijk onderzoek geworden is.

– STEFAAN DE CLERCK : In feite bleek dat het geheim van het onderzoek niet verenigbaar is met de behandeling van een gerechtsdossier in het parlement. Het parlementslid wordt bovendien bijna verplicht het proces ten gronde te voeren, terwijl het strikt genomen handelt om de vraag of het gerecht een zaak verder mag uitspitten of niet. De procedure om de parlementaire onschendbaarheid op te heffen, en misschien zelfs de onschendbaarheid zelf, zijn aan herziening toe.

– Geldt dat ook niet voor het geheim van het gerechtelijk onderzoek en het recht van de pers op informatie, zeker in aangelegenheden van publiek belang ?

– DE CLERCK : Het debat daarover moet gevoerd worden in de geest van een grondwetsherziening. Zoals het geheim van het gerechtelijk onderzoek niet ter diskussie staat, moet ook het recht op informatie gevrijwaard worden. Gerecht, regering en parlement moeten zich, als konstitutionele machten, wel leren aanpassen aan de prerogatieven van de vierde macht, die de pers hoe dan ook is. En als de drie machten onder elkaar al naar evenwichten zochten, kunnen zij dat ook ten overstaan van de media. Daarom is het goed dat alle betrokkenen stilaan duidelijke standpunten innemen.

– En dan ?

– DE CLERCK : Omdat ik deze diskussie echt wil zien uitmonden op het grondwettelijk niveau, kunnen mogelijke wettelijke initiatieven slechts deel zijn van een groter geheel. Ik denk aan een stelling in de grondwet die meteen een nieuwe maatschappelijke houding van en tegenover de media zou initiëren.

– Zoals het first amendement in de grondwet van de Verenigde Staten over de onmogelijkheid van het parlement om de freedom of speech and of the press te beperken ?

– DE CLERCK : Ik zoek nog naar de grens tussen een aantal fundamentele rechten en wil onder meer een evenwicht laten uitwerken tussen het bronnengeheim van de journalist en het geheim van het gerechtelijk onderzoek. Het gaat uiteindelijk om de vraag hoe iedereen in onze informatie-maatschappij aan de waarheid kan geholpen worden. Onder het mom van informatie kan niet onverschillig wat verteld worden. Informatie moet waarheid nastreven, zowel in hoofde van de pers als in hoofde van het gerecht en van de rechtzoekende. Zo kan een journalist de waarheid van een ander zodanig miskennen, dat die zich moet kunnen verdedigen en zich beschermen tegen de onwaarheid van de pers of van het gerecht. Dat moet dan weer rechten kunnen opeisen, die anderen niet hebben, om naar waarheid te zoeken. Hoe deze tematiek in wetteksten kan vertaald worden, zal in de komende maanden blijken.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content