BEGROTING VAN BUFFERS EN BLUFFERS

ELIO DI RUPO Meer besparen zou 'absurd' zijn. © BRUNO FAHY/IMAGE GLOBE

De regering-Di Rupo camoufleert haar interne verdeeldheid over de nodige besparingen met eenmalige maatregelen en ander broddelwerk. Dat moet bijna 2,5 miljard euro opleveren. Benieuwd wat Europa daarvan zal vinden.

Een volle week heeft premier Elio Di Rupo (PS) erover gedaan om de gaten in de federale begroting te dichten en zo het globale tekort van alle overheden samen (federaal, regionaal en lokaal) in 2012 op 2,8 procent van het bruto binnenlands product (bbp) te houden. Het resultaat – behalve 1,8 miljard euro aan bijkomende maatregelen, wordt 650 miljoen euro aan uitgaven en inkomsten bevroren – komt bovenop de sanering van 11,3 miljard die drie maanden geleden tijdens de regeringsonderhandelingen werd beslist, maar die duidelijk niet volstond om het stilvallen van de economische groei op te vangen. De oorspronkelijke federale begroting stoelde op een groei van 0,8 procent. De Nationale Bank en de Europese Commissie hebben die bijgesteld tot min 0,1 procent. Door dat tweede opeenvolgende kwartaal met negatieve groei spreken we van een recessie.

Dat Di Rupo met zijn vijf vicepremiers – Steven Vanackere (CD&V), Laurette Onkelinx (PS), Vincent Van Quickenborne (Open VLD), Johan Vande Lanotte (SP.A) en Joëlle Milquet (CDH) – en ook met zijn minister van Begroting Olivier Chastel (MR) – zo veel tijd voor zijn eerste begrotingscontrole nodig had, was vooral toe te schrijven aan grote interne verdeeldheid over ingrepen die dieper zouden snijden.

Op die manier gingen vele uren op aan technische berekeningen om de vele proefballonnen, die al voor de krokusvakantie waren opgelaten, door te prikken. Komen er zodoende niet: een minimumbelasting voor bedrijven, een nieuwe beperking van de notionele-interestaftrek, een verhoging van de btw, een belasting op intercommunales, een niet-indexering van de belastingschalen, een indexsprong, een vertraagde terugbetaling van belastingen, een verhoging van de prijs van de dienstencheques en een algemene verhoging van de roerende voorheffing op beleggingen (of ‘rijkentaks’).

Om de politieke en ideologische fricties binnen de federale regering te camoufleren, schakelden de topministers op de stoep van de Wetstraat dan maar over op scorebordcommunicatie: zoveel besparingen al gevonden, zoveel bezuinigingen nog te doen. Finaal eindigde hun nieuwe saneringsronde in 119 kleinere maatregelen (zie grafiek). Om toch nog enigszins vertrouwenwekkend over te komen, werd benadrukt dat burgers en bedrijven gespaard blijven. Alleen ‘rokers, fraudeurs en speculanten’ zouden de pineut zijn.

Hocus pocus

De ernst van de budgetcontrole moet intussen voornamelijk blijken uit de totaalsom van het resultaat: bijna 2,5 miljard euro. Dat is mee te danken aan een hocus pocus met twee buffers. Een eerste buffer van 350 miljoen maakt deel uit van het maatregelenpakket van 1,8 miljard en zou de effecten van de negatieve economische groei moeten uitwissen. Volgens de regering beantwoordt ze daarmee aan een vraag van het Monitoringcomité voor de Begroting. Nochtans drong dat comité van federale topambtenaren vorige maand aan om zeker 500 miljoen extra opzij te houden voor de economische terugval en andere tegenvallers. De aandacht van die aanzienlijke afwijking wordt handig afgeleid met een tweede buffer van bevroren uitgaven en inkomsten. Indien nodig, kan die worden aangesproken bij nieuwe begrotingscontroles in juli en oktober. De regering legt dat uit als ‘behoedzaam begroten’. Het kan ook beschouwd worden als een illustratie van haar eigen onzekerheid over de haalbaarheid van een tekort van 2,8 procent.

Met deze twee buffers, samen goed voor 1 miljard euro, probeert de regering-Di Rupo zich in de gunst te bluffen van de Europese Commissie en de financiële markten. De premier aarzelt zelfs niet om ons land aan te prijzen als ‘een van de beste leerlingen in de EU-klas’. Op de financiële markten wordt echter niet alleen gekeken naar het begrotingstekort, maar ook naar de torenhoge Belgische overheidsschuld (bijna 100 procent van het bbp). De mogelijke gevolgen van de staatswaarborg van 57 miljard euro voor de Dexia Holding blijven daarbij nog buiten beeld.

Europees commissaris van Economische en Monetaire Zaken Olli Rehn zal zich voor zijn oordeel over de begrotingscontrole bovendien laten leiden door het structurele karakter van de nieuwe maatregelen. Volgens de regering zou die kwalificatie gelden voor twee derde van de ingrepen. Meer zou bij een negatieve economische groei ‘onmogelijk en absurd’ zijn. Maar de controletabellen zelf tonen dat minstens twee derde van de maatregelen one shots of andere meevallers zijn: de terugbetaling van toelagen door bpost (289 miljoen), een vooruitgeschoven heffing op levensverzekeringen (200 miljoen), een ook al vooruitgeschoven inning van de bankenbijdragen voor het waarborgfonds voor spaarboekjes (110 miljoen), een lagere rentelast (90 miljoen) enzovoort.

Komt daar bij: het schrappen en doorschuiven van 250 miljoen euro aan uitgaven voor bevoegdheden van de gewesten en gemeenschappen. De deelstaten krijgen daarvoor pas eind deze week ‘een menu van mogelijkheden’, zoals de financiering van het grootstedenbeleid en hogere pensioenbijdragen voor hun ambtenaren. Het zal dan snel blijken of zij hun kaasschaaf nog eens willen bovenhalen (Brussel bijvoorbeeld heeft het extra geld van de zesde staatshervorming – 137 miljoen in 2012 – nu al nodig om financieel niet kopje-onder te gaan).

De federale regeringstop houdt desondanks vol dat de uitkomst van de begrotingscontrole ’transparant’ is. Niks in de handen, niks in de mouwen. Maar waarom kreeg minister Chastel in een kabinetsnotitie voor de persconferentie die Di Rupo vorig zondag gaf dan de raad om ‘niet te veel in detail te treden over specifieke besparingen’? Zo kwam er inderdaad bijzonder weinig uitleg over het vervroegd innen van een belasting op levens/ groepsverzekeringen (200 miljoen) en evenmin over een mogelijke heffing op het pensioensparen (210 miljoen). Omdat deze twee maatregelen aan het aanvullend pensioen raken, valt te verwachten dat ze in de komende dagen felle weerstand van onder meer de verzekeringssector zullen uitlokken.

Opluchting

De opluchting bij de zes federale meerderheidspartijen dat ze zonder kleerscheuren door de budgetcontrole gesukkeld zijn, kan ondertussen het grote manco van de aangepaste begroting niet verbergen: ze bevat geen aanzetten tot een herstel van de economische groei en tot meer werkgelegenheid, terwijl de regering daarop net rekent om de overheidsfinanciën verder op orde te brengen en de sociale zekerheid overeind te houden.

De Europese Commissie wees begin deze maand opnieuw op de grootste Belgische pijnpunten: de veel te hoge lasten op arbeid (het verschil tussen bruto en netto inkomen) en de galopperende loonkosten (die Belgische bedrijven internationaal uit de markt prijzen). Om deze problemen van competitiviteit en concurrentiekracht aan te pakken, hebben Di Rupo en co zich nog maar eens tijd gekocht en wachten ze op nieuwe rapporten van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (loonkostenhandicap) en de Nationale Bank (de automatische loonindexering). Als die er binnenkort zijn, kan het armworstelen binnen de meerderheid en ook met de sociale partners worden hervat. Tot Europa zegt dat het getreuzel lang genoeg heeft geduurd.

DOOR PATRICK MARTENS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content