Rik Van Cauwelaert
Rik Van Cauwelaert Rik Van Cauwelaert is directeur van Knack.

Veel transpiratie en weinig inspiratie. Het cliché vat de begrotingsronde kort en goed samen. Hoe maakte de premier zijn huiswerk ?

TOT in den treure verkondigde de CVP vóór deze begrotingsronde dat een fiskale stop méér dan wenselijk was. Wat de SP uit de brand wou slepen, leek niet meteen duidelijk. Van voorzitter Louis Tobback, die van alles verdacht kan worden behalve van ekonomist te zijn, was bijvoorbeeld geweten dat hij veel wou verwedden op werkgelegenheid, voor hem de sleutel tot een suksesvol beleid. En zijn vroegere beschermeling Frank Vandenbroucke oordeelde op de vooravond van de finale onderhandelingen “hoe meer taboes er sneuvelen, hoe beter. “

Van die wensen en inzichten is echter nauwelijks een spoor terug te vinden in de begroting 1996 die premier Jean-Luc Dehaene (CVP) na een laatste, moeizaam weekend in elkaar knutselde. Wat een hoogmis van financial engineering moest worden, is op Hertoginnedal vermalen tot een ratjetoe met oude, zelfs belegen ingrediënten. Geen prestigieus meerjarenplan voor werkgelegenheid. Wel degelijk een verzwaarde fiskaliteit. Amper één taboe dat bij het huisvuil werd gezet. De begroting van volgend jaar, die op papier ongetwijfeld voldoet aan de festisj-norm van Maastricht drie percent netto te financieren saldo oogt als een bont allegaartje van relatief beperkte ingrepen, dat evenmin onbelangrijk weinig risico’s van marsen op Brussel of andere vrijdagstakingen inhoudt. De grote holdup kwam er met andere woorden niet.

FISKALE KATER.

De echte primeur bij deze besprekingen eertijds aangekondigd als de “eerste, echt grote konfrontatie binnen Dehaene II” moet dan wellicht ook veeleer gezocht worden in de werkwijze dan in de resultaten. Voor het eerst ging er geen hakbijl-komitee meer aan de slag tijdens de vakantiemaanden juli en augustus. Daar kwamen informele kontakten voor in de plaats tussen ministers en kabinetten. Zo verdwenen ook de eindeloze, nachtelijke sessies tijdens weken durend topberaad. De begroting werd nu bedisseld door een soort alternatieve kabinetsraad : de eerste-minister aangevuld met zijn vice-premiers en daarbij een wisselend gezelschap met, bijvoorbeeld, de minister van Sociale Zaken en/of die van Arbeid. Deze klub boog zich in feite gelijktijdig over drie problemen die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn : een werkgelegenheidsplan, het tekort in de sociale zekerheid en natuurlijk de begroting zelf, die volgens de nieuwe procedure alleen nog goedgekeurd moet worden door de kamer.

Vlak vóór het eigenlijk beraad lieten de hoofdrolspelers alvast een aantal proefballonnetjes op, met als grootste smaakmaker de Algemene Sociale Bijdrage van vice-premier Philippe Maystadt (PSC). Hij wou onder die hoed een aantal bestaande ook enkele zogenaamd eenmalige maatregelen vangen en ze meteen uitbreiden naar andere inkomens en opbrengsten. Intussen stopten technische werkgroepen zowel mee- als tegenvallers in hun computermodellen. De intrest, bijvoorbeeld, die dankzij het stringent beleid van de Bundesbank bleef dalen en zo de overheid (dit jaar) bijna 24 miljard frank aan rentelasten bespaarde. De probleemloze herfinanciering van een groot deel van de langlopende staatsschuld zou alles bij elkaar zo’n 60 miljard redden. Maar deze verschijnselen hadden geen rechtstreeks impact op de begroting 1996 omdat er al eerder partieel rekening was gehouden met die winst en omdat tenslotte op leningen die de overheid in 1996 opneemt, pas een jaar later (1997) de eerste rente wordt betaald.

Het optimisme groeide voort toen bleek dat de uitgaven in de ziekteverzekering na pensioenen de zwaarste pot in de sociale zekerheid behoorlijk onder kontrole bleven. Dat de konjunktuur niet zo snel groeide als verwacht, ach, het heette bijna een te verwaarlozen accident de parcours. Alle blijde boodschappen werden even later op een hoopje geveegd, toen bleek dat de belastingontvangsten (als gevolg van de beperkte groei) ronduit tegenvielen. Zo ontstond een kater waar onmiddellijk een bedrag op geplakt kon worden : afgerond 60 miljard frank. De regering moest op zoek naar uitgerekend 112,5 miljard frank. De drie percent leken verder dan ooit.

Toch brachten Dehaene en zijn vice-premier Herman Van Rompuy (CVP) enige schwung in de eerste overlegronden. Maystadt stapte na enig aandringen af van zijn ASB-projekt en in ruil daarvoor vergat PS-voorzitter Philippe Busquin plots alles wat hij kort voordien nog verkondigd had over een groot en groots banenplan. De klad kwam er pas in toen het hoofdstuk taboes werd aangesneden ; de vermogensbelasting, de eventuele fiskalizering of trapping van de kinderbijslagen, de indexering,…

OPBEUREND GESPREK.

Het overleg werd op dat ogenblik ook enigszins bemoeilijkt door een nuchtere vaststelling : slechts drie van de aanwezige vergadertijgers Dehaene, Van Rompuy plus Maystadt of een trio van katolieken huize kenden het verschil tussen mikro- en makro-ekonomie. Alleen zij beheersten trapeze-nummers met getallen tot twee cijfers na de komma tot in de finesse. Busquin had dit onheil op voorhand korrekt ingeschat en er bij zijn chef de file Elio Di Rupo op aangedrongen hem vooral “van alles gedetailleerd op de hoogte te houden”.

De PS-vice-premier, in andere omstandigheden meer rivaal dan kompaan van zijn voorzitter, deed dat meer dan plichtsbewust en prees zich als minister van Verkeer gelukkig met de zegeningen van het Proximus-netwerk. Het intensief GSM-overleg tussen Busquin en Di Rupo riep vooral bij Maystadt en Dehaene reminiscenties op ; zo kenden ze hun oude vrienden. Tot de regeringsleider hij moet inzake hoofse etiquette zeker onderdoen voor Di Rupo er genoeg van kreeg en zijn ongenoegen over de telefonades niet langer onder stoelen of banken stak. De fijnbesnaarde Waalse vice-premier schrok zich wezenloos en vertrok dat weekend (van 23 op 24 september) ontredderd naar huis. In zijn elegante tas staken meer verdriet en bittere woede om het hem aangedane onrecht dan dossiers. Slechts een opbeurend gesprek met de PS-voorzitter en zalvende woorden van een kollega vice-premier, die Di Rupo’s gekwetste ziel masseerde, brachten hem ’s maandags terug aan de onderhandelingstafel.

In de loop van vorige week leek voor de buitenwereld alles nog koek en ei. De sfeer binnen de onderhandelende groep omschreef CVP-woordvoerder Willy Buys als “behoorlijk goed” en dat kwam “vooral omdat niemand weet waarover het echt gaat. ” Dat was niets bezijden de waarheid, want over het overleg lekte voor één keer wel héél weinig uit. Naarmate het weekend weer naderde, verzuurde de sfeer enigszins. Maystadt bracht zijn algemene bijdrage weer ter sprake, het afgesloten dossier over werkgelegenheid ging nog eens open, een gedeelte van de vooropgestelde maatregelen stond opnieuw ter diskussie. Dezelfde Buys liet het lakoniek over zich heen gaan. “Als het allemaal zo gemakkelijk zou zijn, hebben we alle reden om ons af te vragen waarom we er in februari een punt achter gezet hebben. ” Op dat ogenblik leek de omschrijving “moeilijk” voor de lopende gesprekken eerder eufemistisch. En tijdens het jongste weekend slopen voor het eerst staaltjes paniekvoetbal Hertoginnedal binnen.

Zo dook uit het niets een voorstel op om voortaan de ziekenhuisrekeningen niet langer door de ziekenfondsen, maar rechtstreeks door het Rijksinstituut voor Ziekte en Invaliditeit (Riziv) te laten betalen. Een onbegrijpelijke noodgreep, vooral omdat Jean-Luc Dehaene deze sektor als geen ander kent. Waar zat de winst bij zo’n eventuele operatie ? Wie moest de juistheid van de fakturen en de betalingen ervan voortaan kontroleren ? Hoe kan het Riziv, dat de eigen rekeningen slechts met een opmerkelijke vertraging kan afsluiten, deze opdracht naar behoren uitvoeren ? Vragen die blijkbaar onopgelost bleven, want luttele uren later leek het alsof het voorstel nooit ter sprake was gekomen.

900 BANEN.

Dat Dehaene een etmaal voor zijn state of the union toch nog een begroting in mekaar kreeg, kan misschien een half godswonder lijken, maar erg innovatief oogt de lappendeken aan maatregelen niet. Geen experimenten bijvoorbeeld met de kinderbijslagen, waarvan de reperkussies haarfijn berekend waren door CVP-senator Bea Cantillons Centrum voor Sociaal Beleid, bijslagen die zo hardnekkig verdedigd zijn door de katoliek geïnspireerde Bond voor Grote en Jonge Gezinnen. Geen Algemene Sociale Bijdrage wegens technisch vrij ingewikkeld, maar vooral politiek moeilijk verkoopbaar. Geen CO2-taks, omwille van de onduidelijke Europese kontekst, maar wel een klassieke brandstoftaks. Geen vermogensbelasting. Geen gemorrel aan de index, maar evenmin een forse verlaging van de sociale lasten, die de werkgevers al bijna als verworven gingen beschouwen.

De regering rekent voor 1996 onveranderlijk op een aantal meevallers. Bijvoorbeeld dat de beperkte BTW-verhogingen, nauwelijks een weerslag zullen hebben op het bestedingspatroon. Of dat het opvoeren van de roerende voorheffing van 13,5 naar 15 percent meerinkomsten die gebruikt zullen worden voor de zogenaamde alternatieve financiering van de sociale zekerheid weinig kapitaalvlucht met zich zal meebrengen. Overigens een misschien verdedigbare hypotese, indien tenminste de Belgische frank onwrikbaar aan de Duitse mark gekoppeld blijft. Voor dezelfde financiering komt er voorts een “bredere” invoering van de bedrijfsvoorheffing op pensioenen. Zoveel zoden zet dat niet aan de dijk, want of de overheid nu via deze voorheffing of via latere belastingen beslag legt op een deel van deze inkomens, per saldo blijft de rekening gelijk. En dat geldt ook voor het verschuiven van de eindejaarstoeslagen van ambtenaren, die in plaats van in december, pas in januari aan het feest zijn.

Specialisten twijfelen overigens aan de verhoopte resultaten van een reeks maatregelen. Het voornemen, bijvoorbeeld, om een stukje tekort in de sociale zekerheid te dichten met drie miljard besparingen op geneesmiddelen. De regering wil dat streefcijfer halen door middel van enveloppes in ziekenhuizen en prijsdalingen voor produkten waarvan de research-kosten al lang zijn afgeschreven of waarvan sommigen het terapeutische allooi als twijfelachtig bestempelen. Volgens markt-kenners valt op die manier geen winst van drie miljard te boeken, hooguit 1,2 tot 1,5 miljard frank.

Bovendien kan de industrie niet zoveel begrip opbrengen voor Dehaenes Maastricht-betrachtingen. Zo ging de Algemene Vereniging van de Geneesmiddelenindustrie vorige week vrijdag al in de tegenaanval. In ruil voor een status-quo, bood deze lobby de kreatie van negenhonderd banen aan, plus ruim twee miljard frank extra investeringen in research. Iedereen breekt zich het hoofd over tien banen meer of minder en kijk, daar komen er in één klap negenhonderd aan ! Het lijkt een bijna onwaarschijnlijk, maar bij nader inzien al eerder vertoond kunststukje : sla bij dreigende besparingen terug met werkgelegenheid. Waar blijven de auto-industrie en andere brandstofverdelers ?

Rik Van Cauwelaert

Jos Grobben

Jean-Luc Dehaene : op zoek naar uitgerekend 112,5 miljard frank.

Herman Van Rompuy : trapeze-nummers met getallen tot twee cijfers na de komma.

Dehaene en bondskanselier Helmut Kohl : de Duitse meevaller werd uitgewist.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content