Aimé Desimpel verkoopt zijn baksteenbedrijf. Een suksesvolle Vlaamse onderneming wordt Brits. Hoezo Vlaamse verankering ?

ER was eens, vijf generaties geleden, een landbouwer in het Westvlaamse Kortemark, Desimpel geheten, die van de zware kleigrond stenen bakte. Anders dan de andere kleine steenbakkers in de streek, die hun bijverdienste opgaven en bij het boeren bleven, floreerde de familie Desimpel in de baksteen. Niet het minst omdat ze in 1930 een ringoven bouwde en zo eigenlijk een echte baksteenindustrie opzette. In 1974 nam Aimé Desimpel de leiding over van een bloeiend baksteenbedrijf, in en om het voorouderlijke Kortemark. Met het nieuwe Desimpel begon de periode van groei en overnamen, eerst nog bescheiden en van 1987 af grandioos. De baksteengroep Desimpel Kortemark Company groeide uit tot een fiere Vlaamse multinationale onderneming, met elf fabrieken in België, vier in Nederland, evenveel in Frankrijk en één in Groot-Brittannië. Met 800 werknemers ging de omzet 1995 een stuk over de zes miljard frank. Afgezien daarvan bezit de familie het aluminiumbedrijf Remi Claeys, is ze aktief in Westvlaamse vastgoed- en horecaprojekten en in de regionale TV-omroep Focus.

Vlaanderen schrok bij het nieuws dat Aimé Desimpel (54) zijn baksteengroep voor het grote geld verkocht aan het Brits (-Amerikaans) konglomeraat Hanson. Die Britten, die per jaar 514 miljard frank doen rollen in aktiviteiten gaande van tabak over chemie tot mijnen en natuurlijk bakstenen en daar 50 miljard frank schoon aan overhouden, hebben 5,7 miljard frank veil voor Desimpel Kortemark Company. Dat is zowat de jaaromzet 1994 en achttien keer de netto-winst. De Desimpels, die via de familieholding De Speyebeek 50,1 procent van de aandelen bezitten, inkasseren 2,88 miljard. De verkoopswinst is aanzienlijk. ’s Vrijdags sloot het aandeel op de Brusselse beurs af op 1.700 frank, ’s zondagsavonds gaf Hanson 2.819 frank per stuk. De institutionele beleggers en de kleine aandeelhouders, die de andere 49,9 procent in handen houden, kunnen tevreden zijn. De Britten doen straks, tegen dezelfde hoge prijs, een openbaar overnamebod op alle nog uitstaande aandelen.

Weinigen hadden ?het anker los” van Aimé Desimpel verwacht. Terwijl de groep groeide en bloeide, bleef hij lange tijd een buiten West-Vlaanderen onbekend ondernemer. Tot hij, tot zijn eigen verrassing maar gezien de geleverde prestaties niet ten onrechte, door de lezers van het zakenblad Trends verkozen werd tot ?Manager van het Jaar 1993″. Het betekende zijn doorbraak in de publieke opinie, die hij konsakreerde met de publikatie van een managementboek, dat als titel zijn eigen ondernemersfilozofie meekreeg : ?Keep it Simple !”. Als Manager van het Jaar kon hij zich hooggestemde toespraken over ondernemen permitteren. ?Ondernemers creëren toegevoegde waarde, die de rijkdom en de welvaart moeten geven aan elk land. Alles het onderwijs, de sociale zorg, de kultuur, de pensioenen, de geneeskundige diensten, het saneren van het verloederde milieu moet betaald worden met die toegevoegde waarde.” Hij kan ook de werkgevers op hun verantwoordelijkheden wijzen. ?Als zij een tandje bij zouden steken, zou dat enorm effekt hebben. We moeten niet alles op de rug van de werkgeversorganizaties en de vakbonden schuiven. Bij de ondernemer zelf ligt een enorme verantwoordelijkheid.”

PARLEMENT.

Wie een familiebedrijf kan uitbouwen tot een Vlaamse multinational verdient waardering. Aimé Desimpel kreeg dan ook in 1994 (samen met Piet van Waeyenberghe) de eerste Vlaamse ?Ankerprijs”. Minister-president Luc Van den Brande (CVP) had met de baksteengroep een gedroomd voorbeeld van verankering in handen. De Vlaamse regeringsleider popularizeerde het debat over Vlaams geld voor Vlaamse bedrijven en voor Vlaamse werkgelegenheid. Buitenlandse eigenaars ziet Van den Brande als het ware als snoodaards, die welvaart en werkgelegenheid uit hun Vlaamse vestigingen wegzuigen.

?Ik vind het in ieder geval interessanter als het moederhuis in eigen land ligt, want daar worden doorgaans de strategische beslissingen genomen en wordt de research en development georganizeerd,” gelooft Aimé Desimpel. Maar hij is helemaal geen verankeringsextremist. ?De Vlaamse verankering, je moet ze verdienen.” En dat is zijn ogen (nog) niet het geval. De overheid belast risico-kapitaal zwaarder dan vastrentende beleggingen. Bovendien kunnen de Vlaamse ondernemingen, die meestal in Vlaamse handen verankerd zijn, minder makkelijk dan in buurlanden een beroep doen op financiële middelen van banken, verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen.

Ondernemer Aimé Desimpel zetelt sedert de jongste verkiezingen als volksvertegenwoordiger in het parlement. Voor de VLD, de partij waarin hij lokaal al een hele tijd bedrijvig was. ?Ik kon ook burgemeester worden van Kortemark, maar heb dat geweigerd. Ik wil een rol spelen op federaal vlak.” Niet weinigen fronsten de wenkbrouwen bij het lezen van ?denkpistes” in ?Keep it Simple !”. ?Een tijdelijk zakenkabinet zou veel kunnen oplossen. Alleen is zoiets politiek natuurlijk niet haalbaar. Zo’n regering zou er bepaalde beslissingen kunnen doorjagen en, bijvoorbeeld, een einde maken aan het belangenkonflikt tussen federale en regionale overheid. Die laatste heeft de hefbomen in handen voor het aanzwengelen van de ekonomie, terwijl de federale overheid de financiële middelen daarvoor via de belastingen binnenkrijgt.”

Pleidooien houdt hij voor een zachtere fiskale behandeling van het risico-kapitaal, voor maatregelen om KMO’s makkelijker naar de beurs te brengen en voor meer bekommernis voor de werkgelegenheid. Maar zoals dat met managers in de politiek gaat, maakte hij in de Wetstraat nog geen grote indruk. De meeste politieke bekendheid buiten de eigen streek verwierf hij nog bij de opheffing van zijn parlementaire onschendbaarheid, wegens een rechtszaak voor het bouwen van een wat ruim uitgevallen tuinhuis zonder vergunning. En hij had zich ook te verantwoorden voor te hoge verkiezingsuitgaven.

BETERE GROEIKANSEN.

Alweer is bewezen dat managementskonferenties bij het ontbijt slechte informatieforums zijn. Half januari nog deed Desimpel tijdens zo’n konferentie heel optimistisch over zijn baksteengroep. ?Met de lage rente en de lagere BTW voor de bouw moet de konsument meer bouwen,” voorspelde hij. ?Als de banken met hun hypoteektarieven wat meewillen, dan zullen we daarvan kunnen profiteren. Batibouw wordt voor ons de barometer.” Geen veertien dagen later was de groep verkocht.

Waarom ? Zoon Christophe Desimpel laat zich ontvallen dat ?alles een prijs heeft.” Hij argumenteert dan dat de groep in de schoot van Hanson beter zijn groeikansen gaaf kan houden. Zijn verhaal is dat de groep zich nu aan de top van een hoogkonjunktuur bevindt en dat bijgevolg een verzwakking van de aktiviteit moet volgen. Waarschijnlijk dit jaar al zou er, zonder de verkoop, een beperking van de produktie zijn gekomen. Immers, bij gebrek aan geld voor nieuwe overnamen, was de strategie van expansie en internationalizering voor de familie niet vol te houden.

De veelvuldige akkwisities financierde Desimpel inderdaad met geleend geld. Dat woog op de financiële struktuur van de groep, die met een netto-schuldenlast van 3,2 miljard frank niet goed bij kas zit. Een kapitaalverhoging was aangewezen, zoals Aimé Desimpel trouwens al bij de beursintroduktie in 1990 aankondigde. ?De reden van de beursintroduktie,” zei hij toen, ?is dat we groeien, en dat we in een latere faze een beroep willen doen op de kapitaalmarkt voor de financiering van de groei. Bovendien willen we ons bevestigen als Belgische, onafhankelijke groep.” Dat gebeurde nooit en Christophe Desimpel verantwoordt nu : ?De voorstellen van de Britse groep waren veel interessanter dan het alternatief van de kapitaalverhoging.”

Toegegeven, als nu blijkt dat het Britse Hanson ruim duizend frank meer dan de beurskoers van het aandeel betaalt, was er zeker sprake van onderwaardering. Een gelegenheid voor konkurrent de enige in België Christian Dumolin van Koramic-Terca om er de Brusselse beurs attent op te maken dat ze ook zijn aandeel te zwak waardeert.

Intussen ontwikkelen beursanalisten zo hun teorie over de beursintroduktie van familiale vennootschappen. Zelden is ze een hefboom in de groei van een expanderende groep, veelal leidt ze regelrecht naar de overname door een buitenlandse koper. In een nog recent verleden gingen een aantal prestigieuze Belgische bedrijven amper enkele jaren na hun beursgang, tegen een prijs ver boven de koers, over in buitenlandse handen. Dat was het geval voor Côte d’Or, de textielgroep De Witte Lietaer, Tiense Suiker. Is de beursintroduktie een middel om een te verkopen bedrijf in de etalage te zetten ?

Bedrijven kopen en verkopen, is natuurlijk niet ongewoon. Vorig jaar deed zich op dat gebied zelfs een hoogkonjunktuur voor. In de toptien 1995 van de internationale bedrijvenhandel, die het accountantskantoor KPMG bijhoudt, is België negende onder de verkopers (voor 147 miljard frank tegen slechts 48 miljard in 1994). Maar dat staat niet voor uitverkoop. In datzelfde jaar gingen 55 bedrijven buitenlands winkelen, dat waren er maar zes meer dan in 1994. Maar wat ze voor hun koopjes van formaat betaalden, was indrukwekkend : 220 miljard frank tegen 42 miljard het jaar ervoor. Daar zijn enkele grote zaken verantwoordelijk voor, de overname van de Crédit Lyonnais Nederland door de Generale Bank en die van de Canadese brouwer Labatt door Interbrew, plus de buitenlandse groei van de energiegroep Tractebel. Niettemin, België staat achtste op de hitlijst van bedrijvenkopers in het buitenland.

UIT DE BEURS.

Als straks Hanson het openbaar overnamebod start, zullen de niet-familiale aandeelhouders niet lang twijfelen. Sedert de verkoop is het aandeel trouwens sterk in trek. Wellicht pogen sommige beursspelers snel een extraatje bijeen te scharrelen en vermoedelijk koopt Hanson nu al aandelen tegen een prijs beneden die van het openbaar bod.

Na de operatie verliest de beurs van Brussel alweer een populaire notering. Maar ze blijft wel met een probleem Desimpel zitten. Immers, de dagen voor de verkoop van de baksteengroep aan Hanson, groeide de handel in het aandeel en noteerde de koers ongewoon hoog. Die opstoot doet het vermoeden rijzen dat onwettelijke handel met voorkennis plaats vond. Naargelang van de betrokken partij is de timing goed dan wel slecht. Immers, bij de beurs heerst net nu een soort kontrolevacuüm, aangezien de macht er overgaat van de Kommissie voor het Bank- en Financiewezen naar het nieuwe direktiekomitee van de beurs.

De verkoop van Desimpel Kortemark Company aan de Britten heeft een zware symboliek in het debat over de Vlaamse verankering. Van den Brande en de zijnen voelen zich verliezers. Kortemark houdt echter voor dat het alleen maar beter kan gaan. De baksteengroep behoudt haar naam. Aimé Desimpel trekt zich uit het beleid terug, maar blijft extern konsulent voor de Hanson-aktiviteiten in Europa. Zijn zoon Christophe wordt algemeen direkteur. En de achthonderd werknemers hoeven niet te vrezen voor hun baan. Dat doen ze blijkbaar ook niet. De kristelijke vakbond liet zich nogal tevreden uit over de verkoop, al blijkt dat meer met de niet steeds gemakkelijke sociale verhoudingen in Kortemark te maken te hebben.

Hanson Bricks, de baksteendivisie van de Britse multinational, wil Desimpel uitbouwen tot bruggehoofd voor groei in Europa. Tot nog toe is de groep niet op het vasteland aanwezig. Hanson Bricks is met vijftien fabrieken en een derde van de markt de grootste Britse baksteenproducent. Nieuwe groeikansen in Kortemark ? Allicht, al wekt het beleid van het Hanson-konglomeraat toch enige ongerustheid. Weliswaar groeide de groep op amper dertig jaar van twee kleine familiale bedrijfjes uit tot een reus. Maar er heerst een kultuur van permanent herstruktureren en in de regel betalen akkwisities zichzelf, met het geld van de verkoop van stukken eruit.

Ondernemer, nu zakenman, Aimé Desimpel is niet werkloos. Hij bezit nog tal van bestuursmandaten, is aktief in het verenigingsleven en zetelt tenslotte ook in het parlement. En hij heeft nog Remi Claeys Aluminium, dat hij tegen 1998 naar de beurs wil brengen. In tegenstelling tot wat voor geslaagde ondernemers gebruikelijk is, zal hij echter geen baron worden. Zoveel staat nu wel vast.

Guido Despiegelaere

Aimé Desimpel stopt met ondernemen en wordt zakenman.

Minister-president en verankeraar Luc Van den Brande liep een blauwtje op.

Aimé Desimpel wordt advizeur van de Britten en zoon Christophe direkteur-generaal.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content