Aan de deur van de grote koelkast zijn foto’s en prenten, ansichtkaarten en uitnodigingen voor feestjes en vernissages vastgekleefd met magneten. Het meest opvallende is de tekening van een groot, rood hart op een witte achtergrond. In het hart is een hoofd getekend, met kort haar en een bril, waaronder ?papa” staat. Daarnaast een hoofd met donker piekhaar : ?mama”, die in werkelijkheid blonde krullen heeft. De tekening was Basils cadeau voor hun twintigste huwelijksverjaardag, vorige week.

Toen hij geboren werd, had Basil al twee grote broers : Adriaan van elf en Toon van negen. Bomen van kerels zijn het ondertussen geworden, zoals hun vader. Met die broers is Basil niet altijd beste maatjes. Ze pesten hem wel eens, of ze zijn te kwaad op hem. Maar als hij eerlijk is, zegt hij, plaagt hij hen soms ook. En als hij ergens een hekel aan heeft, is het aan pesten. Of liever : aan gepest worden. ?Ik zal nooit dieren pesten omdat ik weet hoe erg dat is. Maar als andere kinderen mij pesten, pest ik terug.”

Zijn moeder vertelt hoe lief Basil kan zijn met dieren. Om een voorbeeld te geven : een paar jaar geleden waren ze met skivakantie in Zwitserland. Basil was nog te jong om op de latten te staan en daarom maakten zij, Basil en Rik lange wandelingen in de omgeving. Op een dag scheen de zon vrolijk, de vogels floten dat het een lieve lust was, en plots begon Basil te zingen. ?Als de vogels zo vriendelijk zijn om voor ons te fluiten, zal ik voor die vogels een liedje zingen, zo mooi als ik kan,” zei hij.

Vroeger wilde Basil altijd boer worden in Zwitserland. ?Werken op het veld, koeien melken en met een tractor rijden, dat vond ik fantastisch. Maar nu weet ik het niet meer zo zeker. Ik zal nog wel zien, later.”

Toen dit jaar de zomervakantie op zijn eind liep, werd Basils lip langer en langer, en hij werd banger en banger. In september zou hij naar een nieuwe school gaan, en hij zou het tweede leerjaar overdoen : in de vorige school had hij een serieuze leerachterstand opgelopen.

?In mijn eerste school kon ik niet zo goed leren, maar ik vond het wel heel erg om er weg te gaan. Ik kende maar twee kinderen in die nieuwe school en ik was bang dat iedereen mij zou pesten. Maar het valt mee. Het is er leuk en juf Karin is ook leuk. Ik heb er al veel vrienden en ik krijg ook goede rapporten. In mijn vorige school was breien het liefste wat ik deed, en ik kon het ook heel goed. Wat ik nu het leukst vind, is zwemmen en rekenen. Ik kan niet zo goed rekenen, maar ik doe het toch heel graag. En met Lego spelen, natuurlijk. Dorpen bouwen, auto’s en garages. Het is dikwijls wel een heel geknoei, voor het lukt. En knutselen. Dat doe ik ook op de academie, woensdagmiddag ga ik daar met mama naartoe. Da’s kei-tof. Ik zit dan in het jeugdatelier, en zij zit in een klas met grote mensen te tekenen en te schilderen. En thuis heb ik ook een hoekje in haar atelier.”

?Wat ook leuk is : flippo’s verzamelen. Die plak ik in een speciale map. De dubbele houd ik apart om te ruilen. Ik heb er al 92, nog acht en ik heb ze alle honderd.”

?Ik geloof in God”, zegt hij overtuigd en ernstig. ?Vroeger niet, maar ik heb gemerkt dat je meer geluk hebt als je wel in God gelooft. Vroeger geloofde ik er niet in, en toen had ik veel meer ongeluk. De juf op school vertelt over God, en zij heeft ook een boek waaruit ze voorleest, over Jezus. Heel mooie verhalen. In mijn eerste school werd daar niet zoveel over gepraat, nu wel en ’s woensdags gaat de hele school in de rij naar de kerk. En dat is ook heel mooi. Daar lezen ze voor uit… Hoe heet dat boek ook weer ? O ja, de atlas.”

G.S.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content