BANG OM ZIEK TE WORDEN

RADIOACTIEVE CONTROLE De mensen worden vooral ziek, omdat ze bang worden gemaakt. © REUTERS

Voorlopig zijn er geen aanwijzingen dat de ramp met de kerncentrale van Fukushima zware gevolgen zal hebben voor de volksgezondheid.

In de algemene media krijgen ze nauwelijks aandacht, maar de eerste studies over gezondheidseffecten verbonden aan de ramp met de kerncentrale in het Japanse Fukushima wijzen uit dat er voorlopig geen problemen zijn.

Het wetenschappelijke vakblad New Scientist meldde dat Japanse kinderartsen meer dan duizend kinderen in de buurt van Fukushima onderzochten, en dat de helft sporen van radioactief jodium in de schildklier had. Maar zelfs de hoogste gemeten dosis was een stuk lager dan wat als gevaarlijk wordt beschouwd. De kinderen kwamen uit de meest besmette zone rond de centrale.

Radiologen onderzochten meer dan vijfduizend mensen uit de gecontamineerde zone en detecteerden slechts tien personen met een beduidende bestraling – maar nooit zelfs maar in de buurt van wat stralingsziekte kan uitlokken. In hun besluit in het vakblad Public Library of Science ONE stellen ze dat er bij het ongeval in Fukushima tien keer minder straling vrijkwam dan bij de explosie in de kerncentrale in het Oekraiense Tsjernobyl in 1986. De Japanse autoriteiten hadden het knap lastig om de door een tsunami overspoelde kerncentrale onder controle te krijgen, maar de evacuatie van de omwonenden en de distributie van jodiumtabletten (die radioactieve besmetting kunnen voorkomen) verliepen veel vlotter dan bij de Russen.

De tsunami was een gevolg van een zware aardbeving die op 11 maart 2011 het noordoosten van Japan in puin legde. De vloedgolf rolde over de centrale en schakelde alle energievoorzieningen uit, waardoor de reactoren oververhitten en niet onder controle te houden waren. Ze vlogen in brand, waardoor radioactiviteit verspreid werd. Er spoelden ook grote hoeveelheden radioactief water de zee in.

Er is nog altijd discussie over hoeveel radioactiviteit er precies vrijkwam. Verslagen in de wetenschappelijke topvakbladen Nature en Science bevestigen dat het veel minder was dan in Tsjernobyl, behalve misschien wat xenon betreft, maar dat geldt niet als een groot probleem, omdat het niet in het lichaam wordt opgenomen. In totaal zou de radioactieve besmetting die uitging van Fukushima vijf tot zes procent van die van Tsjernobyl bedragen. De grootste moeilijkheden worden verwacht van radioactief cesium, dat decennialang in het milieu aanwezig kan blijven. Daar kwam er in Fukushima minder van vrij dan in Tsjernobyl. Hoeveel minder, is voer voor een stevig debat: de cijfers voor Fukushima variëren tussen 17 en bijna 50 procent van die van Tsjernobyl.

Geen melk drinken

De meeste neutrale wetenschappers die de gegevens analyseerden, stellen dat het onwaarschijnlijk is dat het ongeval grote effecten op de volksgezondheid zal hebben. Ter herinnering: als gevolg van de ramp in Tsjernobyl zijn ongeveer zesduizend gevallen van schildklierkanker vastgesteld, maar minder dan twintig slachtoffers daarvan zijn gestorven. De meeste mensen kregen de kanker doordat ze als kind met jodium besmette melk hadden gedronken. In Japan drinken ze minder melk dan in Europa, en de snelle verspreiding van jodiumtabletten zal de kans op problemen aanzienlijk beperkt hebben.

Toch wordt er een groot programma opgezet om de gezondheidseffecten op te volgen, op zijn minst gedurende dertig jaar. De Japanners hebben daar ervaring mee: er loopt nog altijd een follow-upstudie van de gevolgen van de explosies van de atoombommen in Hiroshima en Nagasaki in 1945. Alle 360.000 kinderen jonger dan achttien jaar uit de brede regio zullen een schildklieronderzoek krijgen, en alle 20.000 vrouwen die zwanger waren tijdens de ramp worden opgevolgd, samen met hun kinderen. Het is in de eerste plaats de bedoeling de gezondheid van de mensen te evalueren, maar als het onderzoek wetenschappelijke informatie oplevert, is dat handig meegenomen.

Want er is nog altijd veel discussie over de mogelijke risico’s voor de volksgezondheid van blootstelling aan een relatief lage dosis radioactieve straling. Is er een drempel waaronder straling totaal geen effect meer heeft? Om dat te onderzoeken, zijn grote aantallen mensen nodig, want kanker is wijdverspreid in de Japanse maatschappij en er zijn uiteraard grote verschillen in individuele vatbaarheid voor de gevolgen van blootstelling aan radiatie.

Een aantal wetenschappers doet de inspanningen af als overbodig, als weggegooid geld, omdat de risico’s op problemen verwaarloosbaar klein zijn. Anderen stellen dat het belangrijkste effect ervan het geruststellen van de bevolking zal zijn, die gemakkelijk bang wordt van de vermeende kwalijke gevolgen van blootstelling aan radioactiviteit. Japanse wetenschappers hebben regelmatig een dramatische oproep gedaan aan de media om te stoppen met het verspreiden van op niets gefundeerde huiveringwekkende berichten. Vooral de televisie speelt daar een vreselijke rol in. Na Tsjernobyl waren er meer nefaste gezondheidseffecten als gevolg van de angst van mensen om ziek te worden, en de stress en het alcoholverbruik die ermee gepaard gingen, dan van blootstelling aan de straling. Dat proberen ze in Japan te voorkomen.

Besmet zeewier

Nuchtere wetenschappers stellen dat het belangrijker zal zijn te vermijden dat mensen extra straling binnenkrijgen door het eten of drinken van besmette producten. Zeker omdat gebleken is dat koeien zelfs binnen een straal van vijf kilometer van de beschadigde centrale de ramp hebben overleefd. Maar ook in dat verband zijn volgens Nature en Science de eerste rapporten geruststellend. Kolen en aardappelen die geplant werden enkele weken nadat radioactieve regen op een proefveld was neergeslagen, hadden een stralingsgehalte dat slechts een fractie was van wat als gevaarlijk wordt beschouwd. Hetzelfde geldt voor graangewassen die in de buurt van de centrale groeiden.

Daarom benadrukken sommige mensen dat de dure pogingen om eventuele effecten van straling te voorkomen door besmette gronden af te graven of gewassen te planten die straling moeten absorberen, niet noodzakelijk overal nuttig zijn. De natuur lijkt nogal flexibel om te gaan met de gevolgen van radioactiviteit. Velen stellen dat het beter is te focussen op het opruimen van de gevolgen van de aardbeving en de tsunami zelf, die veel meer schade hebben veroorzaakt dan de brandende en lekkende reactoren. Daarover wordt echter bijna niet gecommuniceerd.

Het blijft uiteraard nuttig te vermijden dat zelfs lichtradioactief besmette groenten en melk in de menselijke voedselketen terechtkomen. Men moet het niet gaan zoeken. Waardoor de focus ook op het mariene milieu komt te liggen, want de Japanse eetcultuur steunt in grote mate op vis en zeewier. Het ongeval veroorzaakte de grootste menselijke besmetting van zeewater met radioactieve stoffen ooit. Die kunnen in de mariene voedselketen terechtkomen, en zich opstapelen in vissen en zeewier. Blijkbaar hebben mariene organismen, zowel dieren als planten, een hoge weerstand tegen zelfs zware radioactieve besmetting – misschien een gevolg van het feit dat ze niet lang genoeg leven om kanker te ontwikkelen.

Vlak na het ongeval werden er tot op dertig kilometer van de centrale in de oceaan radioactieve waarden gemeten die tienduizenden keren hoger lagen dan in natuurlijke omstandigheden. Maar de zeebodem duikt er de diepte in, zodat de radioactiviteit snel is verdund en er nu niets meer van terug te vinden is, tenzij in de onmiddellijke omgeving van de plaats van de ramp. Toch is waakzaamheid geboden, precies omdat vissen en wieren zeer hoge concentraties van radioactiviteit verdragen zonder er last van te hebben. Sommige wiersoorten, zoals het bruine zeewier dat de Japanners zo graag eten, bevatten concentraties van jodium die tienduizend keer hoger zijn dan in hun leefomgeving, omdat de stof hen beschermt tegen nefaste effecten van andere menselijke vervuilers. Die zijn veel schadelijker voor het milieu dan de radioactieve besmetting.

DOOR DIRK DRAULANS

De radioactieve besmetting die uitging van Fukushima zou slechts vijf tot zes procent bedragen van die van Tsjernobyl.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content