Er was in alle commotie vorige week te weinig aandacht voor. De meest opmerkelijke zin in de afscheidsboodschap van koning Albert II was zeker degene waarin hij zei dat de burgers de enige rechtmatige titularissen zijn van de soevereiniteit. Hij legde het lot van de monarchie met die woorden galant in de handen van de mensen die de voorbije twintig jaar zijn onderdanen waren. Dat was, van de kant van een koning, een opvallend blijk van bescheidenheid. Zoals de Brits-Amerikaanse dichter en Nobelprijswinnaar T.S. Eliot al zei: bescheidenheid is de enige vorm van wijsheid waarvan een mens mag hopen dat hij ze verwerft.

Albert heeft de les van de geschiedenis geleerd en hij kent zijn grenzen. Zijn voorganger en broer Boudewijn vond op een bepaald moment nog dat hij toch boven de grondwet stond. Zijn vader, Leopold III, hoopte zelfs ooit om zijn troon te redden door een pact te sluiten met Adolf Hitler. Maar tegelijk citeerde Albert natuurlijk gewoon een artikel uit de grondwet, dat zegt dat alle macht in het land uitgaat van de natie. Dat wil zeggen: van de verzameling burgers, die samen binnen de grenzen van één staat wonen. Die staat is in dit geval België – en dat is ook niet zonder belang.

In dezelfde gedachte zei Albert trouwens ook dat het koningschap moet meegaan met zijn tijd. Het lijkt dat hij daarmee een realistischer kijk heeft op de toekomst van de instelling dan veel politici. Het is ook op deze pagina al eerder betoogd dat de koning of zijn omgeving het best zelf het initiatief neemt om de koninklijke functie te herschrijven. Onder meer SP.A-voorzitter Bruno Tobback vond de ingreep vorige week niet nodig. Albert, zei hij, heeft het koningschap in de feiten al uitsluitend ceremonieel ingevuld. Maar wie garandeert Tobback dat alle opvolgers van Albert evenveel terughoudendheid aan de dag leggen? Het is zowel voor het land als voor de instelling beter dat er duidelijke afspraken worden gemaakt.

Ondertussen zijn toch vooral Franstalige partijen er beducht voor om de bevoegdheden van de koning te beperken. Ze zijn bang dat de kans dan groter wordt dat het touwtje breekt dat de delen van het land aan elkaar knoopt. Dat maakt eigenlijk weinig uit: als het touwtje moet breken, dan zal het ook breken. Dat kan geen koning tegenhouden. Goede afspraken kunnen dat misschien wel.

Dit blad publiceerde de voorbije weken een reeks brieven van vooraanstaande Belgen aan de kroonprins, die straks de zevende koning der Belgen wordt. Er staan er nog een aantal in dit nummer. Operadirecteur Gerard Mortier verwijst naar de Duitse Bondsrepubliek om aan te tonen dat een rechtstreeks verkozen president niet noodzakelijk een beter staatshoofd oplevert. In Berlijn wordt de president verkozen door het verzamelde parlement op basis van een politiek compromis tussen de politieke partijen. Toch genieten veel Duitse presidenten een groot moreel gezag. Professor Carl Devos vindt op dezelfde manier dat een ceremonieel koningschap niet noodzakelijk betekent dat de koning geen gezag heeft. Of er naar hem wordt geluisterd, hangt vooral van hemzelf af. Zoals de Nederlandse koning Willem-Alexander bij zijn aantreden in een interview zei: lintjes knippen is niet noodzakelijk zonder betekenis.

Op zich maakt het weinig uit of een land wordt geleid door een koning of door een verkozen president. Die zijn zoals bekend ook niet allemaal even voorbeeldig, terwijl Europese monarchieën tot de meest democratische en welvarende landen van de wereld behoren. Van belang is wat het bestuur doet voor de mensen. Zoals Albert zei: zij zijn de baas. Van alles wat er de voorbije week is gezegd, is het dat wat telt.

Hubert van Humbeeck is senior writer van Knack

Wie garandeert dat alle opvolgers van Albert evenveel terughoudendheid aan de dag leggen?

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content