Rik Van Cauwelaert
Rik Van Cauwelaert Rik Van Cauwelaert is directeur van Knack.

Van politiek had Jean-Christophe Mitterrand geen verstand. Van zakendoen daarentegen…

Donderdagavond 21 december, drie dagen voor Kerstmis, werd Jean-Christophe Mitterrand naar de Parijse gevangenis La Santé gebracht. Nog tijdens de autorit door Montparnasse naar het sinistere gebouw in de rue de la Santé waar in de jaren ’70 nog een guillotine stond, werden de eerste persberichten doorgestraald over de arrestatie van de 54-jarige zoon van de gewezen Franse president wijlen François Mitterrand.

Zoon Mitterrand zou kerstavond in de gevangenis doorbrengen. De onderzoeksrechters Philippe Courroye en Isabelle Prévost-Desprez verdenken hem van illegale wapenhandel, fiscale fraude, valsheid in geschrifte en misbruik van vertrouwen. ‘Het is niet gemakkelijk de zoon van de president van de republiek te zijn’, liet gewezen volksvertegenwoordiger Jeanny Lorgeoux optekenen door de krant Libération, nadat hij op de hoogte was gebracht van de aanhouding van zijn vriend Jean-Christophe.

De zaakjes van Jean-Christophe Mitterrand – ‘Christophe’ voor de vrienden – kwamen bij toeval aan het licht na een overval door de zogeheten gang des saucissonneurs. De saucissonneurs hadden de onhebbelijke gewoonte hun slachtoffers in te snoeren als een salami. Het overkwam, midden 1998, de smoorrijke maar wormstekige zakenman Henri Benhamou. Behalve een belangrijke geldsom jatten de saucissonneurs ook een schriftje met allerlei vreemdsoortige berekeningen. Opmerkelijk: Benhamou diende nooit een klacht in.

Tijdens de arrestatie van enkele bendeleden vond het gerecht het kladschrift. Omdat de onderzoekers meenden van doen te hebben met een bewijsstuk voor het witwassen van drugsgeld speelden ze het cahier door aan onderzoeksrechter en fraudebestrijder Courroye. Zo kwam de Parijse justitie luttele maanden later terecht bij de louche advocaat Alain Guilloux, bij wie ze de eerste sporen vond van de wapenhandel waarbij Jean-Christophe Mitterrand betrokken was.

Spilfiguur in die wapentransactie met Angola is Pierre Falcone, wiens bedrijf Brenco vanaf het Britse eiland Man en de Maagdeneilanden opereert. Falcone sleept in 1993, na bemiddeling van de maffieuze Oekraïnse zakenman Arkadi Gaydamak, allerhande wapentuig – gaande van gevechtsvliegtuigen tot granaatwerpers – uit de voormalige Sovjet-Unie en verkoopt de lading aan Angola voor het fijne bedrag van 20 miljard Belgische frank.

Een onwettig contract? Helemaal niet. Falcone werkt trouwens ook als makelaar voor het officiële Franse agentschap Sofremi, wat staat voor Société française de matériels systèmes et services relevant du ministère de l’Intérieur.

Sofremi is een van die schermmaatschappijen die de Franse wapenexporten moeten versluieren. Andere waren tot voor kort het OGA ( Office général de l’air) en Ofema ( Office français de matériels aéronautiques) die in 1995 in ons land opdoken in de marge van het Agusta-onderzoek en in de enquête naar de mysterieuze zelfmoord van luchtmachtgeneraal Jacques Lefebvre. Ooit stond generaal Jacques Mitterrand, broer van François Mitterrand, aan het hoofd van de OGA. Wat aantoont dat ze ten huize Mitterrand altijd een meer dan gewone belangstelling koesterden voor de internationale wapenhandel.

Het Franse gerecht neemt Falcone alleen kwalijk dat hij verzuimde belastingen te betalen op de winsten die hij in Angola opstreek. Dat geldt ook voor Jean-Christophe Mitterrand, die voor zijn assistentie bij het afwerken van het Angolese contract en enkele andere hand- en spandiensten een commissie van 700.000 dollar ontving. In de periode 1993-1998 zou Brenco meer dan 80 miljoen Belgische frank storten aan zoon Mitterrand die het geld op Zwitserse rekeningen parkeerde.

Op 1 december een eerste keer ondervraagd door onderzoeksrechter Courroye ontkent Mitterrand met klem. Het geld op de Zwitserse rekening houdt verband met zijn commissies op oliecontracten. Maar de bewijsstukken stapelen zich op. Enkele dagen voor Kerstmis gaat Jean-Christophe Mitterrand door de knieën.

EEN BUITENBEENTJE

Jean-Christophe was een buitenbeentje in het gezin Mitterrand. Zijn relatie met zijn vader is veeleer afstandelijk. Hij zou trouwens als een van de laatsten van het gezin op de hoogte worden gebracht van diens dood.

In tegenstelling tot zijn broer Gilbert, PS-kamerlid en burgemeester van Libourne, toont Jean-Christophe niet de minste belangstelling voor de politiek. Als jongeman trekt hij eerst op avontuur naar Algerije, daarna naar Israël waar hij op een kibboets werkt.

In de loop van de jaren ’70 gaat hij aan de slag als AFP-correspondent in Mauretanië en in Togo, daarna als diplomatiek verslaggever in Parijs. In 1982 stapt hij het presidentiële Elysée binnen als documentalist van de belangrijke Afrika-cel, die geleid wordt door Guy Penne, een vertrouweling van vader François Mitterrand.

Wat de beruchte Monsieur Afrique Jacques Foccart was voor Charles de Gaulle, was Penne voor Mitterrand: de architect van de Franse Afrika-politiek. Wanneer Penne door een aantal (financiële) onvoorzichtigheden in ongenade valt, neemt Jean-Christophe Mitterrand in 1986 de leiding van de Afrika-cel.

Zijn verblijf in het Elysée blijft ook in Afrika niet onopgemerkt. Begin 1985 al wordt hij door de president van Gabon aangesteld als beheerder van de nationale mijnbouwmaatschappij. In Afrika, waar hij snel de bijnaam papamadit (letterlijk: papa heeft me gezegd) meekrijgt, geldt hij als de boodschappenjongen van zijn vader, de Franse president. Daarom wordt deze fils à papa met alle egards behandeld en krijgt hij rechtstreeks toegang tot de machthebbers in de francofone landen van Afrika die veelal uit Parijse ruiven eten. Nog voor zijn vader aan zijn tweede ambtstermijn begint, wordt fiston Mitterrand omringd door een stoet van kooplui op zoek naar lucratieve Afrikaanse contracten.

LUIDRUCHTIGE UITSTAPPEN

Geregeld trekt Mitterrand met zijn handelskaravaan van Kameroen naar Congo-Brazzaville en Ivoorkust. Zo slaagt een van zijn vrienden van de groep SucDen ( Sucres et Denrées) erin 400.000 ton goedkope cacao weg te slepen nadat de Franse staat eerst een nog goedkopere lening heeft verschaft aan Ivoorkust.

In 1989 koopt Congo-Brazzaville 50 Franse jachtvliegtuigen. Die worden toch wel in Zuid-Afrika geleverd zeker, een land waartegen een handelsembargo van kracht is. Even komt de Afrika-cel in opspraak. Maar vader Mitterrand staat aan de apex van zijn presidentiële macht. Bijgevolg wordt de affaire onder de zo al stoffige tapijten van het Elysée geveegd.

In 1992 verlaat Jean-Christophe het presidentiële paleis. Zijn zakelijke strapatsen en vooral zijn luidruchtige uitstappen met Ali Bongo, zoon van de Gabonese president, wekken de wrevel op van de Franse diplomatieke dienst. François de Grossouvre, adviseur en vriend van vader Mitterrand, hangt een en ander aan de grote klok. Bovendien begint de Franse invloed in Afrika snel te tanen. In 1990 al tijdens een Frans-Afrikaanse bijeenkomst in La Baule roept president Mitterrand de Afrikaanse leiders op de democratie alle kansen te geven. In die jaren gaat het ook steil bergaf met de Afrikaanse economie en zakt de munt van de Afrikaanse landen die hun monetaire lot aan Frankrijk hadden verbonden dwars door het plankier.

Na zijn vertrek uit het Elysée hoopt Jean-Christophe op een ambassadeurschap in Ivoorkust. Maar er komt verzet van president Houphouët-Boigny, die deze pottenkijker niet in zijn onmiddellijke omgeving wil.

Christophe speurt dan naar zakelijke mogelijkheden. Uit die periode dateren zijn eerste contacten met Falcone, die hij meermaals opzoekt in diens vorstelijk optrekje in Scottsdale, Arizona.

Omwille van zijn Afrika-ervaring en zijn politieke en zakelijke connecties haalt Elf-Aquitaine, de Franse petroleummaatschappij die via haar zwarte kassen tal van Afrikaanse dictators stijft, hem op de loonlijst. Want zoon Mitterrand blijft kind aan huis bij de Afrikaanse machthebbers. Wanneer de Angolese president José Edouardo dos Santos in 1994 in Parijs neerstrijkt om een aantal wapencontracten te tekenen, ontvangt hij in het chique hotel Crillon aan de Place de la Concorde eerst minister van Binnenlandse Zaken Charles Pasqua en daarna, iets discreter, Jean-Christophe Mitterrand.

Maar het verblijf bij Elf-Aquitaine is van korte duur. Mitterand gaat in dienst bij de Générale des Eaux, alweer een Frans bedrijf met een kwalijke reputatie. Voor de Générale zal Mitterrand bemiddelen voor bouwcontracten in Angola en Pakistan. Maar enkele uren na de dood van zijn vader op 8 januari 1996 krijgt zoon Mitterrand bij de Générale des Eaux zijn ontslagbrief. En plots is hij helemaal alleen op de wereld. Net zo alleen als die kerstavond in zijn cel in La Santé.

Bronnen: AFP, Le Monde, Libération.

Rik van Cauwelaert

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content