Artsen Zonder Grenzen vroeg aan mensen uit het zuiden om een commentaar te schrijven bij foto’s uit en van het noorden. Hierbij, exclusief : wat Eduardo Galeano denkt bij deze beelden uit België.

Uit de kolonies van weleer stromen de gekoloniseerden toe. Ze komen uit streken waar koloniale bezettingstroepen en militaire strafexpedities landden. Degenen die deze reis nu in omgekeerde richting maken, zijn geen soldaten die de opdracht hebben om te doden ; het zijn arbeiders die verplicht zijn hun werkkracht te verkopen tegen om het even welke prijs. Ze komen uit Zuid-Amerika, uit Afrika, uit Azië en, de laatste jaren, sinds de val van de bureaucratische macht aldaar, ook uit Oost-Europa. Wie droomt er in de sloppenwijken van de wereld niet van om te verhuizen naar de centra van de welvaart ?

De verfoeilijke Berlijnse Muur, die op zo’n banale wijze gevallen is, heeft vele jaren standgehouden. In geschiedkundige termen echter weinig meer dan een ogenblik. De andere muur daarentegen, de scheiding tussen Noord en Zuid, tussen bezitters en bezitlozen, tussen bazen en knechten, tussen opinieleiders en opinievolgers, gaat al minstens vijf eeuwen mee en wordt steeds breder en hoger. Het lijkt een onneembare hindernis, maar duizenden en duizenden indringers weten er overheen te klimmen, en hun aantal blijft groeien. Velen overleven hun pogingen niet en liggen verdronken op de bodem van de Middellandse Zee of van de Caribische Zee. Maar veel meer raken er na een moeizame reis binnen, en vechten om een plaatsje aan de tafel waar, zo belooft de televisie, het oneindige feestmaal van de consumptiemaatschappij gehouden wordt. De rijkste landen zijn het slachtoffer van hun eigen zelfverheerlijking.

ER BESTAAT GEEN TOVERINKT

Nooit eerder is er in officiële redevoeringen zoveel sprake geweest van vrijheid. In deze tijden van mondialisering worden de grenzen opgeheven. Maar ze verdwijnen voor het geld, niet voor de mensen. Het recht op vrij verkeer geldt niet voor personen, alleen voor het kapitaal, dat uit het zuiden vlucht op zoek naar veilige bankkluizen en vanuit het noorden op zoek gaat naar lage lonen en de vrijheid om te vervuilen… Steeds talrijker zijn de wanhopige arbeiders die de onbeschaamdheid hebben te doen of ze zo vrij zijn als het geld. Gedreven door de honger, trekken ze weg uit de verdoemde sloppenwijken van de wereld, en sluipen ze binnen in de verboden centra van de macht en de rijkdom. Ze betalen voor deze ontsporing met eeuwige onzekerheid. De indringers hangen meedogenloze dreigingen boven het hoofd : de dreiging van de uitwijzing, die vaak werkelijkheid wordt, en de dreiging van de bestraffing, die vaak in bloed vertaald wordt : in elkaar geslagen Mexicanen, verbrande Turken, neergestoken Arabieren, neergeschoten zwarten. De arme immigranten doen het zwaarste en slechtst betaalde werk, op de akkers en in de straten. Na de werkuren volgen de uren van het gevaar. Er bestaat geen toverinkt om hen onzichtbaar te kleuren.

De uitsluiting is het trieste teken van onze tijd. Wat zien we op de wereldkaart ? Het zuiden en het noorden, honger en overladen magen, ballingschap en koninkrijk : een reusachtige meerderheid uitgeslotenen, schipbreukelingen op de reis van de kapitalistische ontwikkeling, en een minderheid van uitverkorenen. Maar de werkelijkheid laat zich niet simplificeren. Zij schudt de kaarten. En niet alleen omdat de ballingschap zich hardnekkig inmengt in het koninkrijk, ondanks alle verboden en alle vervolgingen, maar ook omdat de werkelijkheid van het koninkrijk in weinig lijkt op het paradijs dat zijn professionele lofzangers prijzen.

Het koninkrijk weet niet wat het moet aanvangen met de paradoxen die het schept. De werkloosheid bijvoorbeeld, die in de landen van het noorden om zich heen grijpt doordat fabrieken uitwijken naar de landen van het zuiden, waar ze hongerlonen kunnen betalen. Tegelijkertijd, en paradoxaal genoeg, trekken de arbeiders uit het zuiden voor anderhalve dollar naar de landen van het noorden in de hoop te ontsnappen aan de werkloosheid en de werkdagen van veertien uur.

DE CONCURRENT, DE VIJAND

In sommige Europese landen vindt één op vier jongeren geen werk, doordat de industrie wegtrekt naar arme streken, en ook door de duizelingwekkende vooruitgang van een technologie die steeds minder arbeiders nodig heeft. Volgens de IAO, de Internationale Arbeidsorganisatie, zijn de huidige werkloosheidspercentages in de wereld de hoogste sinds de crisis van 1929. Dit is niet alleen zo in de regio’s die gebukt gaan onder de weggeefprijzen voor hun producten en de woekerrente op leningen, maar ook in de bolwerken van het voorrecht zelf, waar de technologische vooruitgang niet leidt tot meer vrije tijd en ruimte voor vrijheid, maar daarentegen leed en angst zaait.

De angst is de moeder van het racisme. De angst om geen werk te vinden, de angst om zijn werk te verliezen, de angst om er niet langer bij te horen en een van de vele uitgeslotenen te worden. Die onzekerheid leidt tot angst voor de medemens : de concurrent, de vijand. En als die medemens uit verre landen komt en binnendringt op de plaatselijke arbeidsmarkt, verandert de angst snel in haat. Minachting, die alles afwijst wat onbekend is, verschaft excuses. Racistische misdrijven beroepen zich zoals altijd op het heilige belang van de bedreigde beschaving. Per slot van rekening verdient de ?andere? de uitsluiting, omdat hij lelijk is, en vuil, en een donkere huid heeft, en omdat hij geboren is in God weet wat voor afgelegen uithoek van de wereld. Door zijn schuld worden de blanke en beschaafde uitverkorenen van de Heer ten onrechte slachtoffer van de uitsluiting.

Voor ze getroffen werden door werkloosheid, konden de bewoners van bevoorrechte landen geloven dat ze uitverkoren waren door de grote universele loterij, die de beschaafden beloont voor hun werklust en hun deugdzaamheid en die de barbaren bestraft, die zich overgeven aan luiheid en slechte gewoonten. Marginalisering was veraf, en oogstte hoogstens onverschilligheid of medelijden. Maar nu de arbeidsmarkt zo onverbiddelijk mensen blijft uitspuwen, worden de vreemdelingen uit onbekende streken zondenbokken en krijgen ze de slechtste rol toebedeeld, de rol van de schurk in alle films.

Eduardo Galeano

Foto’s : Alain Kazinierakis

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content