Flexibele arbeid wordt niet meer betwist.

In uitvoering van het Toekomstcontract hebben de vertegenwoordigers van de werkgevers en de werknemers dit jaar nog wat af te onderhandelen. Over de verdeling en de herverdeling van de arbeid en de soepeler organisatie van de arbeidsmarkt zijn akkoorden nodig op centraal en sectorieel vlak en ?waar nodig? op bedrijfsniveau.

Bij centraal akkoord zal ten laatste 31 december 1998 de werktijd krimpen van 40 tot 39 uur per week. Zo’n kwart miljoen werknemers hebben nu nog een veertigurenweek, vooral in de zelfstandige kleinhandel, maar ook in de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen, de hotels, het vervoer, de tuinbouw en het koetswerk. De kosten van die werktijdverkorting met loonbehoud vallen binnen de toegelaten marge voor loonsverhoging. Inzake overuren blijft de toestand onveranderd. De toeslag tikt slechts aan vanaf het 41ste uur. Of, de sectoren kunnen een akkoord sluiten om 65 niet extra bezoldigde overuren per jaar te werken bij piekactiviteiten.

Nog als arbeidsherverdeling, krijgt in elke onderneming één procent van de werknemers recht op loonbaanonderbreking. Normaal schuift volgend jaar de leeftijd voor het brugpensioen weer omhoog van 55 naar 58 jaar. Het is bekend dat de overheid op termijn het brugpensioenstelsel wegens te duur wil laten uitdoven. Voor bouwvakkers en werknemers in ploegwerk met nachtdienst blijft brugpensioen mogelijk op 55 jaar in 1997 en op 56 jaar in 1998. Terzelfdertijd komt er een deeltijds brugpensioen vanaf de leeftijd van 58 jaar, wat nu ook al in vele sectoren bestaat, met verplichte overgang naar voltijds brugpensioen op 58 jaar.

Flexibele arbeid krijgt nu stilaan onbetwist bestaansrecht. De akkoorden erover zullen (kunnen) de bestaande stelsels versoepelen en de overheid geeft een steuntje. Zo zal de regering in het kader van de modernizering van de sociale zekerheid de deeltijdwerknemers betere pensioenrechten verlenen. De actualisering van de mogelijkheden om een beroep te doen op interimarbeid, kan niets anders betekenen dan dat de wettelijke beperkingen sneuvelen : nu mag het niet voor gewoon werk en nooit in de bouw. Sectoren en ondernemingen kunnen akkoorden sluiten over de spreiding van de arbeidstijd op jaarbasis. Concreet wordt dan meer gewerkt in drukke periodes en minder als het kalm is. Daardoor ontsnapt de onderneming aan de betaling van dure overuren.

Binnenkort roepen de ministers van Justitie en van Tewerkstelling en Arbeid een rondetafelconferentie bijeen ter intensifiëring van de strijd tegen het zwartwerk. Minder illegaal werk staat immers voor meer reguliere werkgelegenheid. Maar, zoals bekend, ligt de kern van het probleem bij het uitblijven van bestraffing door het gerecht. Veertig procent van de processen-verbaal van de inspectie gaat direct de papiermand in. Dat kan geen minister verhelpen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content