Marlène Dietrich. Een tentoonstelling.

Zij speelt met haar lichaam alsof het een marionet is : op afstand bediend door een kalkulerend bewustzijn. Haar lichaam lijkt te klein om die krachtige wil, om die scherpte van observaties te bevatten. Daarom is zij het hoogtepunt van glamour : haar aantrekkelijkheid staat nooit los van het bewustzijn dat het effekt op de beschouwer onderzoekt. Datzelfde proces van tonen en de kijker beoordelen schilderde Manet met zijn ?Olympia”. Altijd is ze zowel het beeld dat ze projekteert en de kritische evaluatie van de werking van dat beeld : het ?beeld” is dan ook de plaats zelf waar ze bestaat, waarin zij bestaat : een schimmenleven tussen de sterren.

Hoe het bestaan van de levende vrouw eruitziet, durft men amper te denken. De priesteres offert haar hele zijn op aan haar beeld. Marlène Dietrich is een myte : eindeloos beweeglijk en gefixeerd in een ongenaakbare vorm. Het is precies de metamorfoze die de beschouwer aan de grond nagelt : de film is het instrument bij uitstek om de onstabiele manier van zijn, eigen aan de myte, te traceren. Nooit weten we of zij nu het objekt van onze blik is, of omgekeerd, of wij het objekt van haar verschijning zijn. Het is haar verschijnen als objekt die ons tot objekt maakt. De fascinatie begint bij de schoen en de benen. De hele tentoonstelling aksentueert dat cruciale gegeven. Geen armen die omhelzen en een boezem dragen waarin het kind ligt. Zij is geen tuin, geen paradijs, maar een amazone.

Door haar schoeisel en benen blijkt beweging haar natuurlijk element. Diana eerder dan Demeter. Tweeslachtige kruisvaarder in de filmische utopie : kordaat op weg naar de lokkende verte. De fascinatie gaat over naar het licht op gelaat en schouders niet op boezem, of heupen. Als een zeegodin vangt ze de golven van licht en laat ze uitspatten tot verkwikkend schuim. Het licht maakt niet zichtbaar, maar vertroebelt de blik. Het licht betast haar niet, maar laat haar vibreren.

En ten slotte is er de geschiedenis. Zoals alle menselijke scheppingen is ook de ?star” het resultaat van een konstruktie en onderhevig aan veranderingen. Dietrichs imago wordt opgebouwd (de tentoonstelling mist de kans dat effektief te laten zien) en onder het scherpe oog van de maakster, Dietrich, bewaakt. Geen foto van haar gaat de wereld in zonder dat ze die korrigeert : haar imago is haar levenswerk. Daartoe behoort haar aanwezigheid onder stervelingen, haar helende en helpende rol bij hun tragische geschiedenissen en oorlogen. In soldatenpak maakt ze van alle mannen ?boys” aan haar voeten.

Dirk Lauwaert

?Marlene Dietrich”, Kunst- und Ausstellungshalle, Bonn, tot 21/1.

‘Lola-Lola, postkaart met vederen bekleed, uit Der blaue Engel : een schimmenleven tussen de sterren.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content