Olieconcerns investeren steeds meer in alternatieve krachtbronnen.

In september 2004 opende BP in het Duitse Merseburg een centrale die bestaat uit 25.000 zonnemodules. De Britse petroleumgigant heeft de voorbije 5 jaar volgens CEO Peter Davies al 500 miljoen dollar in zonne-energie geïnvesteerd. Hij is op dat vlak de marktleider in Europa. Eveneens in Duitsland, in Beieren, begint het Nederlands-Britse Shell vanaf augustus te bouwen aan wat de grootste zonne-energiecentrale van Europa moet worden. En dat net nadat in de buurt van Leipzig een vijf-megawatt-installatie in gebruik is genomen. Voor de Britse kust ter hoogte van Kent en Sussex plant Shell bovendien het grootste windpark ter wereld, dat bijna 1000 megawatt zal produceren. Voor de Belgische kust wil Total een windmolenpark neerpoten, dat met een productie van 100 megawatt 150.000 mensen van stroom zal voorzien. Bij het Noord-Spaanse Santona gaat de Franse groep een krachtcentrale opzetten die energie opwekt uit stroming en golfslag.

De Duitse krant Welt am Sonntag ging na waarom de olieboeren plots zo veel belangstelling aan de dag leggen voor vernieuwbare energiebronnen. Had BP, dat enkele jaren geleden de naam ‘British Petroleum’ al naar de geschiedenisboekjes verwees en zich terugplooide op het letterwoord, niet de slagzin ‘Beyond Petroleum’ gelanceerd? In plaats van een petroleumbedrijf, laat BP zich dan ook liever een ‘energieconcern’ noemen. Total is binnen een vergelijkbare redenering een ‘dienstverlenend bedrijf op het vlak van mobiliteit’. Na de niet alleen over de zee, maar over elk tv-scherm in de hele wereld uitgesmeerde zwarte papvlekken na de ramp met de Exxon Valdez (Alaska, 1989) en het bijna gezonken platform ‘Brent Spar’, hebben de olieboeren uiteraard wel wat werk aan hun imago.

Maar dat alleen kan niet verklaren waarom zij de voorlopig zo geringe opbrengst uit hun inspanningen voor lief nemen. Shell is in 75 landen actief op het vlak van zonne-energie, maar komt pas na 25 jaar stilaan in de zwarte cijfers terecht. Bij een olieprijs van 60 dollar per vat, is er nog altijd meer poen te scheppen in het zwarte goud. Het zijn dan ook die megawinsten die hen in staat stellen om mee te investeren in de alternatieve energie, beter nog, die mee te controleren. Want ook Shell, BP, Total en co weten dat de fossiele-brandstofvoorraden ooit wel eens op zullen zijn. De oliereserves kunnen nog wel voor minstens 40 jaar verzekerd worden, maar ook de vraag neemt toe. De huidige wereldproductie van olie is zelfs al klein, gezien de explosieve groei van de Chinese economie. Extra reserves liggen ofwel in politiek moeilijke gebieden zoals Libië en Irak, ofwel diep onder de zeebodem en dus moeilijk – en zeker niet op een goedkope wijze – op te pompen. Tegelijk kan de technologische vooruitgang ervoor zorgen dat het winnen van alternatieve energie steeds goedkoper wordt. Zo zal men in de nabije toekomst zonne-energie kunnen winnen uit flinterdunne folie, wat de huidige dure zonnecellen overbodig zal maken.

De petroleumconcerns hebben de rekening al lang gemaakt. Zo gaat Shell ervan uit dat vernieuwbare energie in 2050 een derde van de op dat moment bestaande behoeften zal dekken, die op zich twee tot drie keer hoger zullen liggen dan nu. Tot dan zal aardgas een soort brugfunctie uitoefenen.

Marcel Schoeters

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content