Piet Piryns
Piet Piryns Piet Piryns is redacteur bij Knack.

Op de Democratische conventie in Boston meldt presidentskandidaat John Kerry zich voor de dienst.

Hoe koelbloedig en onverschrokken de jonge luitenant John F. Kerry zich dertig jaar geleden op die patrouilleboot in de Mekongdelta heeft gedragen, wisten de Amerikanen intussen wel zo’n beetje. Het verhaal van zijn heldendaden raakt afgezaagd. Maar zijn dochter Alexandra deed er tijdens de Democratische conventie nog een schepje bovenop. Zij memoreerde hoe de Golden Retriever van het gezin Kerry tijdens een boottochtje de kooi met de troetelhamster van haar zusje omstootte, waardoor die in het water terechtkwam. Daddy aarzelde geen seconde: hij dook het ongelukkige knaagdier achterna, bracht het op het droge, en redde het met mond-op-mondbeademing van een wisse dood.

Zo’n getuigenis mag lichtelijk onnozel lijken, maar het paste perfect in het scenario dat voor de conventie in Boston was uitgetekend. De boodschap die vier dagen lang moest worden uitgedragen, was: John Kerry is niet zo’n zachtgekookt ei als hij eruitziet. De presidentskandidaat zelf deed er in zijn aanvaardingstoespraak alles aan om duidelijk te maken: hier staat een man uit één stuk! Hij salueerde op de wijze van wijlen Pim Fortuyn: ‘Mijn naam is John Kerry. Ik meld me voor de dienst.’

Die kon George Bush – die ten tijde van de Vietnam-oorlog, net als Bill Clinton, wist te ontsnappen aan militaire dienst – wel in zijn zak steken. De voornaamste reden waarom zowat de helft van de Amerikanen nu al besloten heeft op 2 november voor Kerry te stemmen, is het zogenaamde ABB-sentiment: anything but Bush. Of het er meer dan de helft worden, hangt af van twee vragen: vertrouwen ze Kerry als president in oorlogstijd en willen ze hem vier jaar lang als huisgenoot op hun televisiescherm? Niet het verkiezingsprogramma maar het karakter – of de uitstraling – van de kandidaten geeft straks de doorslag. Het hoofdthema van de verkiezingen wordt hoe dan ook de zorg om de nationale veiligheid, want sinds ‘9/11’ is het voor de Amerikanen oorlog, punt uit. Dat verklaart ook waarom Kerry zo vaag blijft over de manier waarop hij zich wil terugtrekken uit het Iraakse wespennest. Zeker, hij belooft de Amerikanen niet te beliegen, hij wil een einde maken aan het unilateralisme en nauwer samenwerken met de bondgenoten, maar het verschil tussen Kerry en Bush zit hem toch meer in de toon en de stijl van campagne voeren dan in de ideologie. Linkse praatjes vullen geen gaatjes, beseft Kerry – laat die maar aan Michael Moore over. De bange, zwevende kiezer bevindt zich in het centrum en houdt van huisdieren. Make no mistake!

Piet Piryns

John Kerry is niet zo’n zachtgekookt ei als hij eruitziet.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content