Bijna was ze er niet geweest : op twaalf weken zwangerschap een dreigend miskraam met een losscheurende placenta. ?Wat moet gebeuren, zal gebeuren,” dacht haar moeder. En tegen doktersadvies in, ging ze door met haar gewone leven : maanden platliggen, dat zag ze niet zitten. En de baby, vasthoudend als die toen al was, bleef. Net als haar zusje Dina drie jaar eerder, werd Alice thuis geboren, maar deze keer moest haar moeder meteen daarna naar het ziekenhuis, om die placenta, die té vast was gegroeid, heelkundig te laten verwijderen. ?Van in het begin was Alice een kind dat weet wat ze wil en het te pakken krijgt ook,” zegt haar vader. ?Kijk maar : als ze een kruimeltje van de tafel wil oprapen, grabbelt ze er niet lukraak naar. Heel doelgericht, zonder aarzelen neemt ze het heel precies tussen duim en wijsvinger.” Voor hem is dat een teken van doorzettingsvermogen en perfectionisme.

Maar Alice weet nergens van. Ze brabbelt er vrolijk op los : brr en blablabla, en hijgen dat het niet mooi meer is. Veel verstaanbaars komt er nog niet uit. Da, zou Dina zijn en ook mamma behoort tot het vocabularium, papa nog niet. Njam, njam zegt ze, zoals het iemand van haar leeftijd past, als de fles eraan komt. Onlangs werd haar repertoire uitgebreid met ai en au, want sinds Kerstmis kreeg het ene virus na het andere haar te pakken. Van een oorontsteking, over valse kroep naar een nieuwe oorontsteking, en dan nog een raadselachtig virus dat haast alle kindjes van de crèche in zijn macht had. Nu is Alice er weer bovenop, en kan ze weer lachen, met glanzende oogjes, een gerimpeld neusje en twee onderste tandjes bloot.

In haar loopwagentje danst ze met veel kabaal de hele kamer rond : voor- en achteruit, opzij, ze maakt pirouetjes als een volleerd ijsschaatser en heeft dolle pret. Ze kijkt verrast en verrukt als ze aan een snoer trekt en de telefoon rinkelend op de grond valt. Er is nog maar weinig dat haar verbaast in deze wereld. Als ze maar op tijd haar natje en haar droogje krijgt. De wereld : dat is wat haar ouders een tikkeltje zorgen baart : ?Hoe zal de toestand in de wereld eruit zien, als Alice opgroeit ?” Verder maken ze zich er niet druk om. Plannen voor de toekomst van Alice hebben ze niet. ?Absoluut niet,” zeggen ze. ?Het enige wat we voor de kinderen willen, is dat ze gelukkig worden. En ik hoop van harte dat ze met minder geremdheden opgroeien dan wij, dat ze zich lichamelijk veel vrijer voelen dan onze generatie.”

G.S.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content