Met sinoloog en essayist Pierre Ryckmans, alias Simon Leys, verliest België een intellectueel van internationaal formaat.

Ligt het misschien aan de afstand? Het overlijden van Pierre Ryckmans op 11 augustus in het Australische Sydney is in deze nieuwsrijke zomer nagenoeg ongemerkt gepasseerd. Nochtans verliest België met de 78-jarige sinoloog en essayist een intellectueel van wereldformaat.

De in Ukkel geboren Ryckmans schreef onder zijn pseudoniem Simon Leys zowel in het Frans als in het Engels, met groot succes in beide taalgebieden. In Frankrijk kreeg hij onder meer de Prix Renaudot voor essay, terwijl hij op het eeuwfeest van de Prix Fémina met een eenmalige oeuvreprijs werd bekroond. Hij publiceerde bij een toonaangevende Australische uitgeverij. In Amerika raakte hij bekend als correspondent voor de befaamde New York Review of Books.

Leys was van vele markten thuis. Als sinoloog vertaalde en becommentarieerde hij klassiek Chinese poëzie en literatuur en schreef hij over kalligrafie en schilderkunst. Als literatuurcriticus bestreek hij een register dat van Cervantes over Victor Hugo tot Evelyn Waugh en Georges Orwell reikte. Zijn levenslange fascinatie voor de zee resulteerde in een stroom boeken en essays over maritieme onderwerpen zoals zeilen, schipbreuken en ontdekkingsreizen. Toch zal Simon Leys vooral worden onthouden als de man die de Chinese leider Mao Ze Dong al bij leven en welzijn van zijn voetstuk stootte. Les habits neufs du président Mao (1971) en Ombres chinoises (1974) kwamen als mokerslagen aan bij talloze westerse intellectuelen die dweepten met de Culturele Revolutie.

Antwerpse stamboom

Pierre Ryckmans stamt uit een bekend Antwerps geslacht. Zijn vader, de conservatieve katholiek Alphonse Ryckmans, was schepen in Antwerpen en vicevoorzitter van de Senaat. Zijn oom en naamgenoot Pierre Ryckmans was gouverneur van Belgisch Congo tijdens de Tweede Wereldoorlog.

De jonge Pierre studeerde rechten en kunstgeschiedenis in Leuven toen hij in 1955 werd uitgenodigd voor een groepsbezoek aan de Volksrepubliek China. ‘Hij was meteen gebeten’, zegt biograaf Philippe Paquet. ‘Na zijn studies in Leuven is hij met een bescheiden beurs naar Taiwan getrokken om zich in de Chinese taal en cultuur te verdiepen. Daar hij heeft ook Hanfang leren kennen, zijn Taiwanese vrouw met wie hij vier kinderen zou krijgen. Ryckmans heeft als een van de eersten gebruik gemaakt van het statuut van gewetensbezwaarde en is zo als docent in Singapore beland. Dat is abrupt afgelopen. Hij was geabonneerd op de Renmin Ribao, de partijkrant van communistisch China. Uit academische belangstelling, maar het volstond voor het paranoïde regime in Singapore om hem van rode sympathieën te verdenken. Ironisch als je het vervolg kent.’

Dat vervolg speelt zich af in Hongkong, een cruciale episode in de later dit jaar te verschijnen biografie van Simon Leys. Auteur Philippe Paquet, zelf sinoloog en journalist buitenland bij La Libre Belgique, heeft hem meer dan dertig jaar persoonlijk gekend. Leys schreef overigens het voorwoord bij Paquets bekroonde biografie van de weduwe van Chiang Kai Shek, de leider van de kuomintang. ‘Mijn manuscript is klaar’, vertelt Paquet. ‘Gelukkig heeft hij het nog kunnen nalezen. Ik stond op het punt naar Sydney te vertrekken. Afscheid nemen, hij had kanker en zijn dagen waren geteld. Helaas, de dood is ons te vlug af geweest.’

Culturele Revolutie

Hongkong is de plek waar Pierre Ryckmans tot Simon Leys vervelde, naar het hoofdpersonage uit een roman van de Franse schrijver-arts Victor Segalen. De naamsverandering kwam er op aanraden van zijn Franse uitgever die visumproblemen met de Volksrepubliek China voorzag. Begrijpelijk, want het was uiterst controversieel wat Simon Leys in Les habits neufs du président Mao op de wereld losliet. Paquet: ‘In dat boek weerlegt hij minutieus alle mythes over maoïstisch China die vooral linkse, intellectuelen koesterden. Mei ’68 zinderde na, het was bon ton om de Culturele Revolutie te verheerlijken. Mao was aardig op weg om het ware volksparadijs op aarde te bouwen, het beloofde land waar de mens definitief het juk van het kapitalistische systeem had afgeworpen. En dan komt zo’n iconoclast als Simon Leys vertellen dat de Culturele Revolutie (1966-1969) helemaal geen revolutie is, en dat ze vooral niks met cultuur te maken heeft, maar alles met een brute strijd om macht. Een paleisintrige was het, waarvan het scenario met heel veel bloed werd geschreven. Leys baseerde zich op Chinese kranten die hij in Hongkong dagelijks las, en op de getuigenissen van vluchtelingen die met duizenden tegelijk binnenstroomden. Vandaag is dat boek haast onleesbaar, het bulkt van de feiten en namen waaraan het destijds natuurlijk zijn geloofwaardigheid dankte. Ombres chinoises daarentegen blijft een aanrader, dat boek is een levendig en bij wijlen geestig verslag van zijn zes maanden durende verblijf in Peking.

‘Dat kwam zo: nadat België eind 1971 de Volksrepubliek had erkend, moest er een ambassade worden opgericht. Landgenoten met een goede kennis van Mandarijn waren niet dik gezaaid, en dus heeft Buitenlandse Zaken Simon Leys als cultureel attaché gevraagd. Voor Leys was het een buitenkans om achter de schermen van het land te kijken. Het waren de nadagen van de Culturele Revolutie, Lin Biao was al uit de weg geruimd. In Ombres chinoises beschrijft hij het dagelijkse leven, en de manier waarop de Chinezen met de chaos en de verschrikkingen van de Culturele Revolutie omgaan.’

Leys belandde in het oog van een storm. ‘Maoisten en gelijkgezinden reageerden woedend’, zegt Paquet. ‘Leys werd voor leugenaar uitgescholden, ze maakten hem verdacht als propagandist en agent van de CIA.’ Nergens klonk de kritiek scherper dan in Parijse kringen, waar het literaire avant-garde blad Tel Quel, met kanonnen als Philippe Sollers, Roland Barthes en Jacques Derrida, de hetze aanvoerde.

Vandaag wordt zijn analyse van de Culturele Revolutie als visionair geroemd, onder andere door de bekende Nederlands-Britse sinoloog Ian Buruma. De rehabilitatie kwam er pas echt na het bloedbad op het Tiananmenplein, een drama waarover Leys zich niet echt kon verbazen. Tot het einde van zijn leven bleef hij hameren op dezelfde spijker: het totalitaire, communistische regime van Peking valt niet te verzoenen met respect voor mensenrechten, ook niet als het de economie op een kapitalistische leest schoeit.

Belgische nationaliteit

‘Na die zes maanden in Peking is Leys naar Australië verhuisd’, vertelt Paquet. ‘Tijdelijk was de bedoeling, hij zou een jaar of drie doceren aan de universiteit van Canberra. Hij is er nooit meer weggegaan. De familie voelde er zich thuis, en hij kon er werken in omstandigheden die in België ondenkbaar waren.’

Een intellectueel met principes, zo moeten we Leys volgens Paquet onthouden. In 1994 ging hij vroegtijdig met emeritaat in Sydney, deels uit onvrede over de toenemende commercialisering van de academische wereld.

Zijn lange pensioen werd overschaduwd door een merkwaardige affaire. In 2006 werden zijn tweelingzoons Marc en Louis Ryckmans door een administratieve vergissing van hun Belgische nationaliteit beroofd. Zeven jaar en ettelijke procedures zou het duren om deze blunder recht te zetten. ‘Dat heeft hem gekraakt’, zegt Paquet. ‘Ook al woonde hij aan de andere kant van de wereld, hij bleef aan België gehecht. Zozeer zelfs dat hij noch zijn vrouw in die veertig jaar de Australische nationaliteit heeft aangevraagd. Vergeet niet dat hij zelf nog voor de Belgische diplomatie had gewerkt, de instantie die zijn zonen hun nationaliteit probeerde af te pakken. Alleen al daarom was het een kaakslag, maar de angel zat dieper. Leys zag het als een vorm van machtsmisbruik en bureaucratische arrogantie, twee kwalen die hij in China zo vaak had bestreden.’

DOOR ERIK RASPOET

Het totalitaire, communistische regime van Peking valt niet te verzoenen met respect voor mensenrechten, ook niet als het de economie op een kapitalistische leest schoeit.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content