In 1995 vielen opnieuw

slachtoffers in de Agusta-affaire. Onder hen sekretaris-generaal

Willy Claes van de Navo.

Nadat de kamer van volksvertegenwoordigers een dag eerder zijn verwijzing naar het hof van kassatie goedkeurde, nam sekretaris-generaal Willy Claes van de Navo op vrijdag 20 oktober ontslag. Kassatie vroeg die verwijzing omdat uit het Agusta-onderzoek bleek dat Claes zich destijds, in 1988, als minister van Ekonomische Zaken al te meegaand had getoond bij de aankoop van 46 Italiaanse gevechtshelikopters. Het gerecht vermoedde ook dat de gewezen minister op de hoogte was van de betaling van 51 miljoen frank Agusta-smeergeld aan voormalig SP-penningmeester Etienne Mangé.

Mangé was op vrijdag 17 februari gearresteerd, samen met de Brusselse advokaat Alfons Puelinckx en gewezen adjunkt-nationaal sekretaris van de SP Luc Wallyn. Zij werden ervan verdacht, in de loop van 1989-1991, 51 miljoen frank smeergeld van de Italiaanse helikopterbouwer te hebben aanvaard. Enkele dagen later liet het gerecht ook Johan Delanghe, ex-kabinetschef van Willy Claes, oppakken. Met de arrestatie van de vier kreeg het Agusta-onderzoek, dat eind ’93, begin ’94 in een stroomversnelling geraakte door de opheffing van de onschendbaarheid van de drie Guy’s Coëme, Spitaels en Mathot , een Vlaamse wending richting SP.

Door onderzoek in Italië, bij Agusta, en in Zwitserland kon het Luikse gerecht aantonen dat 51 miljoen frank van Agusta transiteerde, via een Zwitserse rekening van de Panamese vennootschap Kasma Overseas, naar ABN-AMRO-rekeningen van Luc Wallyn in Zürich.

Kasma Overseas was een schermvennootschap van de Syrische zakenman/makelaar Mohammed Bashi, die een rekening ter beschikking stelde van zijn Brusselse vriend en advokaat Puelinckx om de miljoenen naar de rekeningen van Wallyn en uiteindelijk, via Mangé, naar de SP-kas te sluizen.

Het geld van Agusta was “een blijk van dankbaarheid” voor de aankoop eind ’88 van de 46 gevechtshelikopters voor de Belgische landmacht. Zo kaartte Puelinckx destijds de zaak aan bij zijn vriend Luc Wallyn. Aanvankelijk was Agusta bereid 100 miljoen aan de SP over te maken. De betaling van dat bedrag zou worden gespreid over drie jaar, of de leveringstermijn van de helikopters. Uiteindelijk werd gekozen voor een kleiner bedrag, 51 miljoen frank, te betalen in een tweetal schijven. Dat voorstel zou bij penningmeester Mangé zijn gesuggereerd door onder meer Johan Delanghe, toen nog kabinetschef van vice-premier en minister van Ekonomische Zaken Willy Claes.

Na de aanhouding van Mangé, Wallyn en Puelinckx hield de SP-top vol van de hele zaak niet op de hoogte te zijn geweest. Schoorvoetend gaven voormalig SP-voorzitter Frank Vandenbroucke en diens opvolger Louis Tobback toe tijdens een bijeenkomst, samen met Claes, op 19 januari ’89 door Mangé te zijn gepolst omtrent een mogelijke “gift” van Agusta. De drie SP-leiders beweerden het aanbod zonder de minste aarzeling van de hand te hebben gewezen. Wat Mangé tijdens de ondervragingen in Luik bevestigde. Die zou echter het geld van Agusta hebben aanvaard omdat hij als penningmeester een oplossing zocht voor de kwalijke financiële gevolgen van het faillissement van de krant De Morgen, een avontuur dat de SP zo’n 140 miljoen en de socialistische beweging meer dan 450 miljoen kostte.

ZELFMOORD.

Enkele weken na de opsluiting van de vier arrestanten in de Luikse Lantin-gevangenis zou ook uitlekken dat, behalve het Agusta-geld, nog zestig miljoen afkomstig van de Franse vliegtuigbouwer Dassault op de rekeningen van Wallyn was geparkeerd. Dat geld zou zijn betaald nadat de Belgische overheid besloot de F-16’s van de luchtmacht uit te rusten met het elektronisch beveiligingssysteem Carapace van Dassault. Van dat bedrag beweerde Mangé echter geen cent te hebben ontvangen, al had hij daarvoor in september ’94 een attest ondertekend. Maar, zo klonk de uitleg van de penningmeester, hij zou die attesten voor het Agusta- en Dassault-geld slechts hebben getekend om de vraag van de Belgische justitie tot de opheffing van het bankgeheim op de rekeningen van Kasma en Wallyn te counteren.

Voor de SP kwam de nieuwe Agusta-opstoot hoogst ongelegen, want enkele maanden voor de vervroegde parlementsverkiezingen op 21 mei. Bovendien geraakte ook Frank Vandenbroucke, die eind ’94 Claes als minister van Buitenlandse Zaken opvolgde, in moeilijkheden. Hij nam op woensdag 22 maart ontslag uit de regering nadat Knack, in de marge van het Agusta-onderzoek, onthulde dat Vandenbroucke destijds als SP-voorzitter het bevel had gegeven zwart geld, gevonden in een bankkluis van de partij, te verbranden.

Met het opstappen van Vandenbroucke zette de Agusta-zaak het land voor de derde keer in enkele weken tijd in rep en roer. Op 8 maart immers had luchtmachtgeneraal Jacques Lefèvre zelfmoord gepleegd, nadat zijn naam in het onderzoek was gevallen.

Gaandeweg spitste het onderzoek zich toe op de rol die Willy Claes als minister van Ekonomische Zaken in het Agusta-kontrakt had gespeeld. Daarom vroeg het hof van kassatie een onderzoek te mogen beginnen tegen hem, maar ook tegen Tobback en gewezen defensieminister Guy Coëme.

Na ondervragingen en huiszoekingen werd het onderzoek tegen Tobback afgeblazen. Voor Claes en Coëme daarentegen vroeg het hof van kassatie de pasverkozen kamer het onderzoek te mogen voortzetten en dus de beide ex-ministers naar ’s lands hoogste rechtbank te verwijzen, omwille van hun rol in de Agusta- en Dassault-kontrakten.

In het geval van Coëme oordeelde de kamer de aanwijzingen onvoldoende sterk om tot een verwijzing te besluiten. Kassatie kreeg alleen de toestemming om de enquête voort te zetten. Voor Claes echter werden “de lichte voorkeur” die hij destijds voor Agusta uitsprak, de beloofde bouw van een komposietfabriek in het Limburgse Lummen en het feit dat zijn toenmalige kabinetschef van één en ander op de hoogte was, voldoende zwaar bevonden om een verwijzing te wettigen wat zoveel betekende als een inbeschuldigingstelling.

R.V.C.

Met de aanhouding van Etienne Mangé en drie andere verdachten nam de zaak een “Vlaamse wending”, richting SP.

De kamer verwees Willy Claes naar het hof van kassatie : een moment van hoogdramatisch gehalte.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content