Rik Van Cauwelaert
Rik Van Cauwelaert Rik Van Cauwelaert is directeur van Knack.

Ooit schreef gewezen premier Jean-Luc Dehaene in een vrije tribune in De Standaard dat een referendum over het ontwerp van een Europese grondwet geen pas gaf, want ‘ hoeveel burgers zullen de grondwet gelezen hebben, waarover ze verondersteld worden zich uit te spreken’.

Vorige week hechtte de Kamer van Volksvertegenwoordigers met een overweldigende meerderheid – 118 stemmen voor, 18 tegen en slechts 1 onthouding – haar goedkeuring aan die Europese grondwet. Op gezag van Jean-Luc Dehaene moeten we dus aannemen dat de 118 ja-stemmers het verdrag zorgvuldig hebben gelezen en daarna, met het welzijn van de natie voor ogen, hun keuze hebben bepaald. Waardoor ze de burger de last van zo’n zwaarwichtige beslissing van de schouders tilden.

De Belgische volksvertegenwoordigers laten zich niet betrappen op de politieke lichtzinnigheid waarvan ze in Frankrijk en Nederland blijk geven. Daar hebben de regeringen het in hun hoofd gehaald om de tekst van de grondwet, via een referendum, aan de kiezers voor te leggen. Wat blijkt nu? In onze twee buurlanden lijken -als we de opiniepeilers mogen geloven – de nee-stemmers de bovenhand te zullen krijgen.

En laat het niet gezegd zijn dat de Nederlanders niet gewaarschuwd waren voor de funeste gevolgen van een eventuele nee-stem. Minister van Economie Laurens Jan Brinkhorst gaf de bevolking duidelijk te verstaan dat het verwerpen van de grondwet vrijwel zeker de instorting van de economie tot gevolg zou hebben.

Zijn collega van Justitie, Piet Hein Donner, deed er nog een schepje bovenop met zijn bewering dat we in Europa te dicht op elkaar leven en dat we, om in vrede te kunnen samenleven, een overheid nodig hebben ‘die geschillen kan beslechten, regels stellen en in het algemeen belang optreden’. En Donner gaf graag het voorbeeld van Joegoslavië dat ‘meer geïntegreerd was dan de Unie nu, maar waar de onwil en het onvermogen om onderlinge irritaties en wedijver te beperken, in korte tijd tot oorlog hebben geleid’.

Kortom: de Nederlanders krijgen van minister Donner de keuze tussen de Europese grondwet en een oorlog.

In Frankrijk verzekerde president Jacques Chirac, die bij elk optreden het percentage nee-stemmen de hoogte injaagt, dat de grondwet een middel is om heel Europa te laten delen in de grote verworvenheden van de Franse Revolutie.

Een opmerkelijke aansporing tot een ja-stem stond enkele weken geleden te lezen op de webstek van de Franse groenen van de Mouvement Ecologiste Indépendent. Daar tikte een van de deelnemers volgende bijbelse vermaning in: ‘Als u deze grondwet niet goedkeurt, zal het gedurende veertig dagen en veertig nachten regenen.’ De steller wilde wellicht vooral de apocalyptische waarschuwingen relativeren van diegenen die menen dat Frankrijk door een nee-stem helemaal uit de boot zal vallen.

De Conventie belast met het opstellen van het grondwettelijk verdrag, dat door de voorzitter van de vergadering, de Franse oud-president Valéry Giscard d’Estaing, een beetje pretentieus als een grondwet werd omschreven, had tot doel in het kader van de uitbreiding van de Unie tot een betere besluitvorming te komen. Want het Verdrag van Nice was daartoe ontoereikend gebleken.

Het grondwettelijk verdrag is dus eigenlijk niets anders dan een compromis tussen de grote drie, Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk, om de voortdurende spanning tussen de supranationale structuren van de Unie, de lidstaten en de gigantische administratie onder controle te houden.

Een dergelijk compromis is, afgaand op de reacties van de Fransen en de Nederlanders, geen middel om het Europese patriottisme aan te wakkeren. Om dat te kunnen zijn, had die grondwet het fundament moeten vormen voor een rechtvaardig en solidair samenleven van de Europeanen binnen de Unie en met de wereld daarbuiten. En daarvoor had de Conventie zich eerst moeten beraden over de grote maatschappelijke keuzes, zoals de vraag hoe het Europese sociale model kan sporen met de vrije markt.

Dat is niet gebeurd. Sterker nog: wie Europees Commissievoorzitter José Manuel Barroso beluistert, kan alleen besluiten dat ze in de Europese hoofdkwartieren in Brussel dat sociale model hebben opgegeven. Geen wonder dat de Fransen en de Nederlanders niet langer vertrouwen hebben in de Europese zaak.

rik van cauwelaert

De Conventie had zich moeten beraden over maatschappelijke keuzes.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content