In Savar, Bangladesh, sterven meer dan duizend arbeiders wanneer een textielfabriek van acht verdiepingen in elkaar stort.

Taslima Akhter (Bengalese fotografe van een hartverscheurende foto van twee slachtoffers onder het puin, elkaar omhelzend in de dood, die de wereld rondgaat): Het was iets na negen uur ’s morgens. Ik was thuis aan het werk toen ik telefoon kreeg van een vriend. ‘Het Rana Plaza is ingestort’, zei hij. Ik ben meteen naar daar gereden en tegen halftien was ik ter plaatste. Huilende moeders klampten me aan en vroegen of ik hun zoon of dochter had gezien. Roepende familieleden probeerden hun geliefden te vinden. Gewonde arbeiders werden van onder het puin gehaald. Ik herinner me nog altijd de angst in de ogen van al die mensen daar.

Wanneer vond u de twee arbeiders, verstrengeld onder de brokstukken?

Akhter: Ik ben de hele dag ter plekke gebleven om reddingswerkers te helpen en om foto’s te maken van de tragedie die zich daar afspeelde. Ik was fysiek en mentaal uitgeput tegen middernacht, maar ik wilde de ramp van nog dichter bij fotograferen. Met de hulp van enkele vrienden baande ik me een weg door het puin. Een van hen probeerde nog een vrouw te redden die geklemd zat, maar dat mislukte. Afschuwelijke taferelen speelden zich daar af. Rond twee uur ’s nachts vond ik deze twee mensen in elkaars armen. Ik weet niet op welke verdieping ze werkten, maar hun onderlichamen waren helemaal begraven onder de vergruizelde stenen. Het bloed dat uit het oog van de man liep, rolde langs zijn gezicht als een traan. Ik kon niet geloven wat ik zag. Het beeld greep me naar de keel, het was alsof ik dat koppel kende. Hun poging om elkaar te redden was zo intiem, zo menselijk en herkenbaar.

Weet u wie ze zijn?

Akhter: Ik heb al zo veel vragen gekregen over die foto. Ik ben wanhopig op zoek naar aanwijzingen over die twee mensen. Ik weet niet wie ze zijn, wat hun relatie was. Ik wil weten wat ze dachten in die laatste momenten van hun leven. Ik wil weten wat hun toekomstplannen waren.

Hoe voelde u zich bij het maken van die foto?

Akhter: Zeer ongemakkelijk. Het was alsof hun lichamen me wilden zeggen: wij zijn meer dan goedkope werkkrachten. We zijn niet zomaar een nummer. We zijn mensen, met een leven, met dierbare dromen. Het beeld blijft me achtervolgen. Het dodental is uiteindelijk opgelopen tot meer dan duizend mensen. Zo’n driehonderd lichamen zijn nog niet geïdentificeerd. Het is vreselijk dat mensen behandeld worden als nummers en voor een hongerloon moeten werken in die onveilige omstandigheden.

Zijn de werkomstandigheden voor textielarbeiders in Bangladesh ondertussen verbeterd?

Akhter: Na de instorting van de fabriek kwam er protest uit vele hoeken van de wereld. Mijn foto is in heel wat internationale kranten en magazines afgedrukt. Time riep de foto uit tot een van de tien beste beelden van 2013. Maar acht maanden na de ramp zijn betere werkomstandigheden voor arbeiders geen belangrijk thema meer in Bangladesh. Er gebeuren nog altijd ongelukken in fabrieken. Daarom wil ik dat de wereld die gruwelijke beelden blijft delen. De mensen die hier verantwoordelijk voor zijn, moeten zwaar gestraft worden. Anders zullen zulke tragedies zich blijven herhalen.

Het is niet de eerste keer dat u als activiste het moeilijke leven van textielarbeiders in beeld brengt. Enkele jaren geleden maakte u er een tentoonstelling over. Hebt u een persoonlijke band met het onderwerp?

Akhter: Mijn werk als activiste vertrekt altijd vanuit sterke gevoelens. Gevoelens van haat of verbijstering, soms ook van liefde. Onze textielarbeiders zijn zeer belangrijke werkkrachten voor de wereldeconomie, maar in plaats van met zorg worden ze als dieren behandeld. Met mijn foto’s wil ik hun leven en hun strijd in beeld brengen en bijdragen aan veiliger werkomstandigheden, meer zekerheid en een beter loon.

Maar mijn foto’s draaien ook om meer: ze vertellen een verhaal over burgerrechten, genderissues, de vooruitgang van ons land. De toekomst van de arbeiders gaat ook over de mijne. Ik ben opgegroeid in een conservatief gezin. Als meisje ondervond ik al snel wat discriminatie betekende, zelfs binnen mijn eigen familie. In mijn zoektocht naar een ander leven, zonder vooroordelen, ben ik geïnteresseerd geraakt in politiek en activisme. Fotografie is daarbij het medium waarin ik mij het best kan uitdrukken. Deze beelden gaan dus niet alleen over textielarbeiders, maar ook over dingen die me persoonlijk aan het hart liggen. Mijn foto’s zijn mijn protest.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content