Koning Albert II doet afstand van de troon en zijn zoon Filip legt de eed af als nieuwe koning van België.

Mark Van den Wijngaert (emeritus professor hedendaagse geschiedenis, KU Leuven): In de herfst van 2011, na meer dan een jaar politieke impasse, sprak Albert al van aftreden. Hij voelde zich moe en verzwakt en wist dat hij de grenzen van zijn invloed had bereikt. Wat hij ook probeerde, het leverde niets op. Maar de regering in lopende zaken weigerde. (lacht) Geen regering en ook geen koning – dat was van het goede te veel.

Dat Albert uiteindelijk in de zomer van 2013 troonsafstand deed, ondanks het verzoek van de regering om te blijven tot na de verkiezingen van 2014, kwam toch een beetje onverwacht. Aan de andere kant: als er één persoon is die er geen zin in heeft om weer een regeringsvorming mee te maken, is het wel koning Albert (lacht).

Maar is dat geen vergiftigd geschenk voor koning Filip, die nauwelijks politieke ervaring heeft?

Van den Wijngaert: Albert had bitter weinig contact met zijn zoon tijdens de twintig jaar van zijn koningschap en heeft hem ook nooit ergens bij betrokken. Politieke ervaring bezit Filip dus inderdaad niet. Maar je mag toch hopen dat de nieuwe koning en zijn kabinet iets hebben geleerd uit de langste politieke crisis die ons land heeft gekend. De belangrijkste les is dat de koning minder op de voorgrond moet treden. Koning Albert heeft zich een paar keer verbrand door te veel op één bepaalde politieke strekking te steunen en door vervolgens constant het geweer van schouder te veranderen, waardoor hij werd meegesleept in de negatieve spiraal van de crisis. Dat is dodelijk. De koning moet onpartijdig zijn en boven het gewoel staan.

Waarom heeft Albert zijn zoon eigenlijk nooit bij zijn activiteiten betrokken?

Van den Wijngaert: Omdat er in die familie geen enkele samenhang is. Astrid, Filip en Laurent zijn zeventien jaar lang aan hun lot overgelaten. Hun ouders leefden apart en zagen hun kinderen zelden. Astrid heeft in de tweede helft van haar leven de band met haar vader hersteld. Maar dat geldt niet voor de andere twee. Er wordt nauwelijks met elkaar gesproken en er is geen hartelijkheid. Als Filip zich nu tot pater familias wil ontpoppen, staat hij voor de aartsmoeilijke taak om iedereen in het gareel te doen lopen. Albert is daar nooit in geslaagd. Fabiola met haar omstreden stichting Fons Pereos, Laurent met zijn uitspattingen…, de leden van de koninklijke familie trekken zich nergens wat van aan. Maar de oude koning miste dan ook het morele gezag van zijn broer Boudewijn.

Zal koning Filip ook een gebaar doen richting Delphine Boël, die koning Albert in de rechtszaal wil dwingen haar als zijn dochter te erkennen?

Van den Wijngaert: Dat zou me verwonderen. Vergeet niet dat Filip nooit rechtstreeks wat met Delphine te maken heeft gehad. Wat Filip zich vooral uit die periode herinnert, is een immens gevoel van verlatenheid door zijn ouders, die er nooit waren. Dat geldt ook voor Laurent, hoor, die wel eens zoete broodjes gaat bakken met Delphine Boël, maar dan toch vooral om zijn vader en het paleis tegen de schenen te schoppen.

Van koning Filip wordt gezegd dat hij, veel meer dan zijn vader, voor zichzelf een prominente politieke rol ziet weggelegd. Is dat zo?

Van den Wijngaert: Iemand als Frans Van Daele, de nieuwe kabinetschef van koning Filip, zal wel weten dat dat geen optie is. Van Daele is een man die al lang meedraait en die de Belgische politiek door en door kent.

Premier Di Rupo probeerde koning Albert nog op zijn stappen te doen terugkeren. Niet meteen een blijk van vertrouwen in de troonopvolger, niet?

Van den Wijngaert: Ach, bij politici haalt vlak voor belangrijke verkiezingen de conservatieve reflex nu eenmaal de bovenhand. Paniekvoetbal, als je het mij vraagt. Ik betwijfel zeer of er in 2014 echt grote verrassingen zullen opduiken.

Maar wat als we opnieuw in een politieke impasse terechtkomen?

Van den Wijngaert: Dat is een rampscenario waaraan ik weinig geloof hecht. Je moet al oerdom zijn om je twee keer aan dezelfde steen te stoten. De N-VA kan dan wel zeggen dat ze niet in een regering stapt zonder een akkoord over confederalisme, behalve CD&V is niemand bereid hen daarin te volgen.

Zou de nieuwe koning voortaan beter helemaal afzijdig blijven tijdens de regeringsvorming?

Van den Wijngaert: Waarom niet? In de gewesten en de gemeenschappen komen regeringen tot stand zonder enige tussenkomst van de koning. De grootste partij in het parlement neemt daar het initiatief voor de onderhandelingen. De koning moet in elk geval de bal altijd zo snel mogelijk naar de politici terugspelen en zich niet voor hun kar laten spannen, want dat maakt de werking van de monarchie onmogelijk.

Zou men de grondwet dan niet in die zin moeten aanpassen?

Van den Wijngaert: Het is doodjammer dat vóór de troonswisseling geen nieuwe afspraken over de monarchie zijn gemaakt. Men heeft aan de dotaties gesleuteld, maar dat waren technische ingrepen waarmee iedereen in tijden van bezuinigingen gemakkelijk akkoord kon gaan. Maar over de rol van de koning is niet gesproken.

Maar toen bekend raakte dat koning Filip gratie heeft verleend aan met name een aantal verkeersovertreders werd in het parlementaire halfrond moord en brand geschreeuwd.

Van den Wijngaert: Het oorspronkelijke persbericht daarover was een schoolvoorbeeld van desinformatie. Men heeft niet eens de moeite gedaan om de procedure in verband met de gratieverlening uit de doeken te doen. De koning speelt daarin nauwelijks een rol. De procedure verloopt via een gerechtelijk onderzoek en een advies van de minister van Justitie. De koning ondertekent die gratiebesluiten als hoofd van de uitvoerende macht, meer niet. Hij heeft daarin geen enkele persoonlijke inbreng. De bevoegde ministers dragen hier de volle verantwoordelijkheid. Daarmee rekening houdend was dat zogenaamde spectaculaire nieuws dus helemaal geen nieuws geweest.

Maar moet dat genaderecht toch niet op de schop wegens niet meer van deze tijd?

Van den Wijngaert: Sinds de strafuitvoeringsrechtbanken in 2007 werden geïnstalleerd, was het genaderecht hoe dan ook aan het uitdoven. Maar het zou een gemiste kans zijn als de politieke discussie zich tot artikel 110 van de grondwet zou beperken.

Waarover moet de discussie dan nog gaan?

Van den Wijngaert: Wat mij verontrust, is de enorme kloof tussen wat in de grondwet staat en wat er anno 2013 nog van het koningschap overblijft. Neem de bevoegdheid van de koning om ministers te benoemen en te ontslaan. Leopold I ontsloeg zijn ministers nog als ze hem niet aanstonden. Maar vandaag verneemt de koning vaak via de pers wie de volgende dag bij hem de eed komt afleggen. Of neem het opperbevelhebberschap van het leger. Sinds wij in 1949 bij de NAVO zijn aangesloten, hebben wij een Amerikaanse generaal als opperbevelhebber. Het bekrachtigen van de wetten dan? Boudewijn heeft geweigerd de abortuswet te ondertekenen, dat klopt. Maar toen heeft de regering dat gewoon in zijn plaats gedaan. Als je als buitenstaander naar onze grondwet kijkt, zou je de indruk krijgen dat de Belgen een verdraaid machtige koning hebben. Die macht is echter totaal uitgehold. Maar we hebben nooit de politieke moed gehad om de artikelen in verband met de koning zelfs maar voor herziening vatbaar te verklaren.

Maar zou koning Filip kunnen leven met een grondwettelijk sterk ingeperkte taakomschrijving?

Van den Wijngaert: Dat is de verkeerde vraag. Hij mag denken wat hij wil, hij mag het koningschap desgevallend als een missie beschouwen, maar als er nieuwe regels komen voor een koning van de 21e eeuw, dan heeft hij zich daarnaar te schikken. Dat zou trouwens ook voor de koning zelf een luxe zijn. Dan weet hij tenminste waaraan hij zich moet houden.

Wat vindt u van de wittebroodsweken van koning Filip?

Van den Wijngaert: Daar valt eigenlijk nog maar weinig over te zeggen, behalve dat er tijdens de blijde intredes niets is misgegaan en dat het er inderdaad blij en vrolijk toeging. Filip zal in elk geval moeten beseffen dat wegen op de besluitvorming er niet meer bij is. Boudewijn was de laatste koning die nog echte politieke invloed had. En koning Filip zal zijn neutraliteit sterker moeten bewaken dan zijn vader. Als hij nog een rol wil spelen, tenminste.

Maar welke rol kan hij dan nog spelen?

Van den Wijngaert: Hij kan zich om te beginnen goed informeren. De meeste mensen die door de koning worden uitgenodigd, komen ook. De koning en zijn kabinet vormen eigenlijk een soort kenniscentrum. Er wordt ook veel gelezen in het paleis. Men weet dus wel wat. De koning kan die kennis onder meer gebruiken om te waarschuwen. Binnenskamers, welteverstaan.

Zijn populariteit is in de eerste maanden van zijn koningschap wat gestegen, ook in Vlaanderen.

Van den Wijngaert: Hij doet in elk geval erg zijn best. Hij probeert dichter bij het volk te komen, overal wat handjes te schudden, ook al druist dat in tegen zijn natuur. Hij is zoals Boudewijn nogal schuw. Maar daarover zeuren helpt ons niet. In een erfelijke monarchie moet je ze nemen zoals ze zich aandienen.

Albert was geen grote intellectueel, maar wel ontzettend populair bij de bevolking. Ik zie het bij Filip ook niet meteen gebeuren dat ’s lands politici bulderend van het lachen om hem heen staan. Maar dat hoeft ook niet. Wat me wel stoort, is dat hij de twee woorden die hij op een balkon van een stadhuis uitspreekt van een briefje afleest. Dat hoeft toch niet? Een spiekbriefje is nuttig bij een ingewikkeld politiek discours, maar is toch niet nodig voor ‘bedankt iedereen’ en ‘leve België’? Hij moet leren om zulke eenvoudige zinnetjes gewoon voor de vuist weg uit te spreken.

Ik heb ooit eens, naar aanleiding van een van mijn boeken, een uur lang met toen nog kroonprins Filip in zijn bureau gesproken. Ik ging met heel lage verwachtingen naar dat gesprek omdat ik bang was dat het een houterige bedoening zou worden, maar dat viel prima mee. De prins sprak voortreffelijk Nederlands en gedroeg zich heel ongedwongen. Maar hij verkrampt als er camera’s in de buurt zijn. Blijkbaar is hij getraumatiseerd door de negatieve commentaar uit het verleden van waarnemers en journalisten.

‘Hij kan het niet, hè’, de beruchte uitspraak van gewezen hofmaarschalk Herman Liebaers, zal hem altijd blijven achtervolgen?

Van den Wijngaert: Kijk, Filip heeft geen vlekkeloos parcours afgelegd, maar zijn blunders dateren toch van minstens tien jaar geleden. Hij werd toen vooral uit Vlaamse hoek onder vuur genomen. Maar Herman Liebaers wilde met zijn uitspraak op de eerste plaats wraak nemen omdat hij aan het hof in ongenade was gevallen. Dat een serieuze journalist als Yves Desmet zo’n revanchist au sérieux nam, heb ik nooit begrepen. En de uitspraak zelf heb ik ook nooit goed begrepen. Wat moet Filip dan precies kunnen? Hij moet in eerste instantie goed kunnen zwijgen. Hoe minder hij zegt, hoe beter. Dat is de onomkeerbare evolutie in de Belgische monarchie: de koning kan alleen nog invloed hebben als zijn meningen niet naar buiten komen en de kroon niet wordt ontbloot. Dat is zijn levensverzekering, waarin in de periode 2010-2011 grote barsten zijn gekomen omdat politici het colloque singulier aan hun laars gingen lappen. Niet alleen Bart De Wever, hoor, ook zelfverklaarde royalisten als Armand De Decker. Dat is levensbedreigend voor de koning.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content