Gedachtegoed dat 2000 jaar oud is, bereikt ineens een massapubliek. Wat is het toch dat de stoïcijnen in tijden van onzekerheid zo aantrekkelijk maakt?
De filosofierekken van een Amerikaanse boekhandel kun je zo langzaamaan verdelen in twee secties: de stoïcijnen en de anderen – en ze zijn allebei ongeveer even groot. Naar Aristoteles moet je vaak ver zoeken, maar helemaal anders is het met heruitgaven, nieuwe vertalingen of zelfhelpversies van de beroemdste stoïcijnen Epictetus, Seneca en Marcus Aurelius. Wie niet wil lezen, kan op YouTube podcasts of levenstips bekijken – honderdduizenden andere belangstellenden gingen u al voor.
In eigen land vindt jaarlijks Stoicon-X Gent plaats, een dag vol workshops en lezingen over het stoïcisme. En in Nederland is de Olympische schaatskampioen Mark Tuitert (45) een succesauteur. Van zijn boekjes rond stoïcijnse filosofie zijn sinds 2021 70.000 exemplaren verkocht. ‘Oud-sporter en stoïcijn Mark Tuitert is misschien wel de bekendste Nederlandse filosoof van dit moment’, zo staat in een recent proefschrift over de stoïcijnen. Qua verkoop en impact is dat zeker niet gelogen.
Vierde worden
Tuitert zat ten tijde van de Olympische winterspelen van 2010 tegen zijn vervaldatum aan als snelschaatser. Eerder had hij voor de Spelen van 2002 wegens zware overtraining verstek moeten laten gaan. In 2006 raakte hij niet door de kwalificaties. Tussendoor worstelde hij met de vechtscheiding van zijn ouders en de verhouding met zijn vader, met wie hij zes jaar lang niet communiceerde.
Hij was al langer geïnteresseerd in filosofie en ook in de stoïcijnen. In de weken voor de Spelen van 2010 kwam dat in een stroomversnelling. ‘Ik dacht: wat als ik vierde word? Ik heb er zo lang voor getraind. Dan heb ik alles voor niks gedaan’, vertelt hij aan de telefoon. ‘Ik had genoeg filosofische bagage om te weten dat het in de kern niet zo is. Maar weten en daadwerkelijk voelen zijn heel verschillende dingen.’
Hij had een fragment van Seneca gelezen, over moed en moedig zijn. ‘We zijn altijd bezig met resultaten die de wereld van ons verwacht. Vlak voor de Olympische Spelen is dat als topsporter je leven. Journalisten stellen vragen over verwachtingen en resultaten. Familie reist mee en verwacht iets van je.’
Dat valt allemaal in het niets bij wat je van jezelf verwacht, gaat Tuitert voort. ‘Als je heel hard getraind hebt, ga je voor goud. Daar is ook niets mis mee. Macht, eer – dat hoort er allemaal bij. Maar het kan je ook naar beneden halen. Als ik alleen maar met het resultaat bezig ben of met wat andere mensen van me vinden, ben ik bezig met dingen die, zoals Epictetus zou zeggen, niet in mijn controlesfeer liggen.’ Wat wel in zijn controlesfeer, in zijn macht lag, was: moed tonen. Die insteek vond hij bij Seneca.
Angst ontkennen
Op de 1000 meter gebeurde het worstcasescenario. Tuitert werd niet vierde maar vijfde, 15 honderdsten of zo van een medaille verwijderd. Daar was hij ook wel even woest over. Drie dagen later stond de 1500 meter op het programma.
‘Moed tonen is niet mijn angst ontkennen. Dat is alles voelen, ook angst, maar alsnog je hoofd schoon houden: de ruis uit je hoofd laten verdwijnen om je te richten op dat wat je moet doen. Die taak ligt voor je. En voor mij is dat als het startschot gaat, alles geven wat ik in me heb. De rest is niet van belang.’
Tuitert won het goud op de 1500 meter, zou dat ook gelukt zijn zonder dat inzicht, zonder het stoïcisme? ‘Dat weet je niet. Ik was liever niet overtraind geweest op mijn twintigste. Ik had liever de scheiding van mijn ouders niet meegemaakt. Dat is ook een stoïcijnse boodschap: dit is jouw realiteit en die ligt voor je. Je kunt een andere realiteit wensen, maar die bestaat niet eens.’
Nadenken over filosofie en stoïcisme leidde tot de publicatie van drie boekjes. Het eerste, Drive, zag in 2021 het daglicht en ging ruim 60.000 keer over de toonbank.
Bij Amerikaanse auteurs krijg je makkelijke zelfhulptips, quick wins en quick fixes – en dat is het tegenovergestelde van hard werk en het lot omarmen.
De cruciale vraag voor hem is heel persoonlijk, zegt hij: ‘Hoe balanceer je gedrevenheid en ambitie met innerlijke rust? Ik vind die tegenstelling altijd heel mooi. Ze veronderstelt een soort worsteling, die vele mensen herkennen, en die ik ook nog altijd heb.’
In Drive beschrijft Tuitert onder meer hoe de verhouding met zijn vader weer beter werd toen hij zijn eigen frustratie en woede over de scheiding kon relativeren, door zich in de situatie van zijn vader te verplaatsen – een klassieke stoïcijnse techniek.
Spreken zijn boekjes vooral mensen aan die onder zware druk staan, zoals topsporters of bedrijfsleiders? ‘Ik denk dat het mensen aanspreekt die niet per se stoïcijns zijn. En daar reken ik mezelf bij. Mensen die zich afvragen hoe ze meer kalmte en rust in hun leven kunnen ervaren. Hoe ze een betere connectie met andere mensen kunnen ervaren. Hoe ze zich niet laten verblinden of laten meeslepen door de zucht naar eer, naar verlangen, naar al die dingen die zo menselijk zijn.’
Filosofe Eva Rousselle: ‘Het is belangrijk om de dood aanwezig te maken’
Gereedschapskist
De stoa, genoemd naar een gaanderij aan de agora van Athene waar de stoïcijnse leraars hun onderricht gaven, ontstond in Griekenland en is vooral bekend gebleven via werken van auteurs die in het Romeinse Rijk opereerden. De werken van de eerdere stoïcijnen zijn grotendeels verloren gegaan.
Danny Praet, professor antieke en middeleeuwse filosofie aan de UGent, schetst het zo: ‘De stoa ontstond rond 300 voor onze tijdrekening, dat is na de dood van Alexander de Grote en Aristoteles. De kleine stadstaat, de polis, waarover de oudere filosofen hadden nagedacht, had eigenlijk geen politieke betekenis meer. De oude stadsraden werden ongeveer zo relevant als een gemeenteraad nu. De beslissingen werden genomen op hoger niveau, in grote territoriale rijken. Mensen werden burgers van de wereld, eerder dan van hun polis. Je kreeg een enorme verruiming van de sociale blik. Maar dat ging gepaard met een depolitisering van het individu, waarbij dat individu geen vat meer had op de situatie. Dat is natuurlijk heel vergelijkbaar met de huidige situatie en speelt ongetwijfeld mee in het vernieuwd succes van de stoïcijnen.’
In die periode van onzekerheid werden de oude, vrij abstracte filosofieën vervangen door meer op praktijk gerichte filosofieën, waaronder het stoïcisme. ‘De stoïcijnen uit het antieke tijdperk’, zegt Praet, ‘gaven de mens een gereedschapskist om met de nieuwe onzekerheid om te gaan, zonder dat het persoonlijk geluk in het gedrang zou komen.’ Die onzekerheid was trouwens niet alleen politiek: het kon gaan over persoonlijke angsten, ziektes, kindersterfte, hongersnood, epidemie.
Er zijn enkele cruciale inzichten in de stoïcijnse filosofie: aan sommige dingen kun je iets veranderen, maar aan vele andere dingen juist niet. Het beroemde Handboekje van Epictetus begint met die vaststelling. Hij somt zelfs op waar je niets aan kunt veranderen, je reputatie is daar een voorbeeld van. Maar wat je altijd kunt veranderen, is de manier waarop je oordeelt over wat gebeurt of niet gebeurt. ‘Je krijgt dus een gereedschapskist’, zegt Praet, ‘niet zozeer om de externe wereld te veranderen, maar om met die wereld om te gaan, om binnen de tsunami van gebeurtenissen rust te vinden – een afwezigheid van te positieve of negatieve inschattingen en passies.’
Dat kan op het simpelste niveau gaan over tot tien tellen om een heftige emotie te laten de-escaleren. In ideale vorm bekijk je het probleempunt van alle kanten en inzicht leidt dan tot het milderen van de emoties. Nog een techniek bestaat erin dat je de kwalijkste gevolgen van een situatie bedenkt, en dat je die dan gaat relativeren.
‘De ideale stoïcijn is volmaakt gelukkig, zelfs als hij op de folterbank ligt en gepijnigd wordt.’
Door zijn emoties te controleren kan de mens meer volgens de ratio leven – datgene wat volgens de stoïcijnen de menselijke natuur karakteriseert. Zo’n leven volgens de ratio helpt niet alleen het individu maar ook de maatschappij.
Geluk op de pijnbank
Gerard Boter, emeritus professor Grieks aan de Vrije Universiteit Amsterdam, vertaler van onder meer Epictetus en co-auteur van een handig boekje over het stoïcisme, legt de essentie van de leer vast in één zin: het enige wat je in de hand hebt, is hoe je reageert. ‘Je bent zelf de baas over je eigen gevoelens en over je eigen reacties. De ideale stoïcijn is volmaakt gelukkig, zelfs als hij op de folterbank ligt en gepijnigd wordt. Dat is meer theorie dan praktijk, dat snappen de meeste mensen, maar het is wel de consequente doordenking van dat idee.’
Die oude stoïcijnen waren behoorlijk radicaal. Epictetus, zelf een vrijgelaten slaaf, vond dat je in slavernij nog altijd vrij kon zijn. De grote drie – die de grote drie werden omdat de geschriften van vele andere stoïcijnen verloren gingen – waren elk op hun manier opmerkelijk. Marcus Aurelius, de oorlogvoerende keizer, had eigenlijk liever vrede gewild. Epictetus was een ex-slaaf die zijn eigen filosofische school begon. En Seneca, een van de rijkste mensen van Rome, minister en adviseur van Nero, pleegde zelfmoord onder druk van zijn baas, die hem verdacht van betrokkenheid bij een complot.
Waarom is hun leer ineens weer populair? Zo plots is het niet gegaan, nunceert Praet. De wortels van de huidige opleving liggen minstens in de jaren 80, toen Pierre Hadot basiswerken schreef en ook Michel Foucault zich over de hellenistische filosofie boog. Sinds een jaar of tien, vijftien – de bankencrisis, de pandemie, de oorlogen, migratiegolven – is er een verhoogde belangstelling.
Die oude stoïcijnen wisten al wat een oneliner was.
Boter ziet enkele redenen voor de opverende belangstelling, maar vooral dat ene aantrekkingspunt: ‘De stoa gaat uit van de autonomie van mensen. Je bent volledig meester over jezelf en je indrukken. Wat er ook aan gevaren dreigt, ik ben ten minste veilig in mijn eigen geestelijk leven.’ Dat slaat aan in het huidige tijdsgewricht.
Je hoort nog andere redenen. Die oude stoïcijnen, en met name Epictetus, wisten al wat een oneliner was. Ze praatten in termen die op het internet in weinig lettertekens te vatten zijn. Hun adviezen lijken zinnig, kosten niets (of toch niet veel) want worden via boeken of seminars of podcasts verspreid, en leunen aan bij technieken die ook in de psychotherapie gebruikt worden. Het is een seculiere leer. Er zijn geen tien geboden en er is geen hel.
Stoïcisme: wat u kunt leren van Marcus Aurelius
Zelfhulp?
De moderne interpretaties van de leer willen nogal eens verschillen van wat de oude stoïcijnen in gedachten hadden. Michiel Buis promoveerde eind maart aan de Erasmusuniversiteit Rotterdam op de vergelijkende studie tussen nieuwere en klassieke stoïcijnen. ‘Het scheelt nogal of je zoals de oude stoïcijnen een heel deterministisch wereldbeeld hebt, waarin alles vastligt, en waarin die vrijheid maar heel klein is, of een wereldbeeld waarin je het gevoel hebt dat je zelf je succes kunt creëren en dat alles in het teken staat van succes.’ Zelfs de mislukking is een middel om later succesrijk te zijn.
Met een vertaling naar een andere tijd komt er altijd wel een vervorming, zegt hij, maar misschien zijn de moderne stoïcijnen daarin te ver gegaan. De klassieke stoïcijnen gingen uit van een deterministische wereld waarin vrijheid erin bestond te willen wat voorvalt, en waarin filosofie gezien werd als een ambacht – je moest werken om gevoelens en reacties onder controle te houden en te voldoen aan een ideaal, dat eigenlijk een maatschappelijk ideaal was. De nieuwe stoïcijnen bieden vaak een neoliberale, individualistische versie, stelde Buis vast. Tegenwoordig is van dat hard aan jezelf werken en van de sociale context veel minder sprake.
‘Het is misschien een heel cynische opmerking’, zegt hij, ‘maar je boekje verkoopt wat minder goed als je zegt dat het heel moeilijk gaat worden.’ Bij Amerikaanse auteurs krijg je makkelijke zelfhulptips, quick wins en quick fixes – en dat is het tegenovergestelde van hard werk en het lot omarmen.
Influencers
Buis pleit voor een verdieping van het moderne stoïcisme. En dat komt er misschien ook wel, denkt hij. ‘Het oude stoïcisme heeft 500 jaar gehad om zich te ontwikkelen en verdiepen. Je kunt een dergelijke verdieping niet verwachten in tien jaar modern stoïcisme.’
Het wegdeemsteren van het sociale karakter is ook iets wat professor Praet signaleert. De klassieke stoïcijnen waren zeker geen revolutionairen, zegt hij. Ze waren bijvoorbeeld niet voor de afschaffing van de slavernij, maar als kosmopolieten namen ze wel opmerkelijke standpunten in. Ze maakten geen principieel onderscheid tussen mensen van verschillende volkeren, of tussen vrouwen en mannen – iedere mens is bedeeld met ratio. Op basis van dat inzicht formuleerden ze bijvoorbeeld regels voor oorlog.
Mark Tuitert zit momenteel zelf in een periode van verdieping. Hij gaat even niet publiceren, maar zelf studeren. Hij is het niet eens met de kritiek als zou bij hem de nadruk buiten proportie op het individu en de individuele ontwikkeling liggen, en weg van het sociale, waarbij zijn interpretatie van de filosofie dichter aanleunt bij zelfhulp. ‘Aan jezelf werken, meer wijsheid vergaren en het goede doen voor andere mensen is geen tegenstelling voor mij. Als iedereen op deze wereld iets meer naar zichzelf kijkt en meer praktische wijsheid vergaart, zou de wereld voor iedereen veel mooier en beter worden.’
‘Als we te veel controleren, worden we koude mensen, als we te weinig controleren, wordt de stoïcijnse filosofie nietszeggend.’
Maar hij ziet ook wel andere strekkingen in het moderne stoïcisme. ‘Er zijn natuurlijk ondernemers, influencers die het helemaal trekken naar het individuele. Die vinden dat ze niet te raken zijn. Dat heeft helemaal niks meer met stoïcijnse filosofie te maken.’ In Drive maant Tuitert zijn lezers aan om zelf op onderzoek te gaan, en hun eigen invulling te vinden.
Stoa in het leger
Wie ook verdieping zoekt, en als halve stoïcijn zowel de klassieke als de moderne stoïcijnen bekritiseert, is Nancy Sherman. Ze doceerde enkele jaren ethiek aan de Amerikaanse Naval Academy en had ook daarna regelmatig contact met militairen. Een van hen was admiraal James Stockdale. Hij werd boven Vietnam neergeschoten en overleefde martelingen, isolatie en jarenlange gevangenschap met behulp van het Handboekje van Epictetus. Stockdale probeerde bijvoorbeeld zijn bewakers te begrijpen.
Sinds zijn terugkeer uit gevangenschap is stoïcisme bijna de officieuze filosofie van het leger geworden, vindt Sherman. Daar was niet zoveel voor nodig, zegt ze, want het was toch al gedeeltelijk de feitelijke filosofie: ‘Suck it up and truck on’, is de houding van de rekruten – een Amerikaanse versie van het Gentse nie neute, nie pleuje. En dat is gevaarlijk, zegt ze, want het gaat voorbij aan reële trauma’s en schuift onrecht onder de mat. Vrouwelijke militairen die met ongewenste intimiteiten te maken krijgen, vinden het bijvoorbeeld vanuit de ‘suck it up’-filosofie lastig om een klacht in te dienen. En een therapeut inschakelen na oorlogservaringen wordt te vaak als zwakte ervaren.Sherman zou liever een bredere, meer genuanceerde interpretatie van de filosofie zien.
Ze is bezig met een boek over Aristoteles. Hij had volgens haar een meer genuanceerd, en meer menselijk beeld van de samenleving dan de meer extreme stoïcijnen. Zij moet niets weten van de quick fixes, of van de interpretaties van techbro’s in Silicon Valley. In plaats van de dood een plaats te geven, fantaseren zij over het eeuwige leven.
Maar ze vindt dat ook het oude stoïcisme hervormd moet worden. Ze wijst op de problematische aspecten van het controleren van je emoties. Als we te veel controleren, worden we koude mensen, als we te weinig controleren, wordt de filosofie nietszeggend. ‘Psychologische beheersing mag niet ten koste gaan van menselijke kwetsbaarheid’, schrijft ze in haar boek Stoic Wisdom. Of nog: ‘Het ontkennen van pijn, van lichaam of geest, is geen permanente oplossing.’
Tuitert ziet zelf ook grenzen aan wat het stoïcisme kan bereiken. Zijn moeder is uit het leven gestapt. Ze was zwaar depressief. ‘Dan helpt het niet meer om heel stoïcijns tegen haar te zeggen: je moet anders gaan denken. Daar zijn dan andere dingen voor nodig. Er is veel wijsheid en troost te halen bij het stoïcisme, maar beperk je er niet toe’.
– Van Mark Tuitert verschenen bij uitgeverij Maven Publishing de boekjes Drive, Flow en Innerlijke Kracht.
– Leven als stoïcijn of niet? van Gerard Boter en Floris Leest (2023, ISVW Uitgevers) biedt een dialoog over het stoïcisme.
– Nancy Sherman schreef ettelijke boeken over het stoïcisme waarvan het recentste Stoic Wisdom is (2021).
Het proefschrift van Michiel Buis kreeg de titel ‘Naar een nieuw stoïcisme? De hedendaagse en klassieke Stoa vergeleken’ (2025)