Op de meeste plekken scheen in Vlaanderen vandaag de zon. Wat is het effect op de verkiezingsuitslag?
Er wordt wel eens gezegd dat het weer een invloed heeft op de uitslag van verkiezingen. In landen waar geen stemplicht geldt, maar stemrecht, zou er een hogere opkomst zijn bij mooi weer dan bij slecht weer. Dat wordt bevestigd door een grootschalig Amerikaans onderzoek uit 2007 naar de veertien presidentsverkiezingen tussen 1960 en 2000. Daarin werd het opkomstpercentage vergeleken met de data van 22.000 weerstations. De opkomst daalde met 0,9 procent per 25 millimeter méér neerslag in die bepaalde deelstaat. Bij de presidentsverkiezingen van 1972 viel zelfs 110 mm regen waardoor de opkomst 3,8 procent lager.
Een lage opkomst is altijd slechts nieuws voor de progressieve partijen. Linkste stemmers zouden minder geneigd zijn om weer en wind te trotseren voor hun partij dan rechtse kiezers. Linkse partijen in landen met stemrecht houden doorgaans hun hart vast als het ’s avonds begint te regenen. De ouderen, die vaker conservatief stemmen, gaan immers ’s morgens stemmen, terwijl de vaker links georiënteerde werkende mens eerder ’s avonds na het werk zijn stem uitbrengt.
Maar heeft het weer ook een invloed op uw stemgedrag? Moeilijk te bepalen. Verkiezingen vinden doorgaans plaats in de lente of in de herfst. Het weer is daarom zelden extreem genoeg om een rol te spelen. Nederlandse onderzoekers van de Radboud Universiteit deden toch de test en bekeken de zetelverdeling van acht politieke partijen van 1971 tot 2010 in relatie tot het weer op de verkiezingsdag. Er was inderdaad een verband te zien tussen de verkiezingsuitslag en de weerstations in Nederland, weliswaar een land waar geen stemplicht geldt.
Als het 10 millimeter regent, wint het christendemocratisch CDA één zetel. Het sociaaldemocratische PvdA verliest één zetel bij 10 millimeter regen en een temperatuur van 10 graden Celsius en twee zetels bij 5 graden. het socialistische SP anderhalve zetel in dat laatste geval. Voor de andere partijen is het weer van minder grote invloed. Volgens de onderzoekers is een mogelijke verklaring dat de CDA-achterban een relatief sterke morele plicht voelt om, weer of geen weer, een stem uit te brengen. (TE)
