Nadat de menselijke intelligentie in de twintigste eeuw bleef groeien, gaat ons IQ de laatste decennia achteruit. Volgens een studie gebaseerd op IQ-testen van verschillende landen zal het gemiddelde IQ wereldwijd met acht punten afnemen. Dat schrijft De Morgen.
Sinds de algemene invoering van IQ-testen in het begin van de twintigste eeuw is onze intelligentie alleen maar gestegen. Dat fenomeen, dat het ‘Flynn-effect’ genoemd wordt, naar onderzoeker James Flynn van de Nieuw-Zeelandse universiteit van Otago, werd als onomkeerbaar beschouwd. Flynn verklaarde het stijgend IQ door een gezonder leven, een betere voeding, meer scholing en meer prikkelende levensomstandigheden.
Maar nadat de eerste tekenen van stabilisatie van het gemiddeld IQ voor het eerst in de jaren zeventig optraden, boert het vandaag verder achteruit. Volgens een studie van de universiteit van Hardford daalt het gemiddeld IQ met één punt per decennium.
De onderzoekers zijn het niet eens over de redenen van die daling. De een beweert dat de intelligentie een hoogtepunt bereikt heeft en dat het dus logisch is dat ze eerst daalt in de meest ontwikkelde landen. Anderen menen dat het om een fenomeen van voorbijgaande aard gaat.
Michael Woodley, psycholoog aan de VUB, bestudeerde de snelheid van de reactietijd en besloot daaruit dat er sprake is van een genetisch ‘stofzuiger-effect’. Ondanks de vele kritieken beweert hij namelijk dat het algemene IQ-kapitaal opraakt omdat de meest intelligente mensen gemiddeld minder kinderen krijgen dan hun minst intelligente tijdgenoten. (CB)
