Waarom Trump de nominatie niet had gepakt in een eerlijker verkiezingssysteem

© reuters

Was Donald Trump niet de Republikeinse genomineerde geworden met een betere, eerlijke verkiezingsmethode? Het is althans wat Eric Maskin, hoogleraar speltheorie aan de universiteit van Harvard, beweert.

Eric Maskin is er zeker van: de huidige methodes om presidenten te verkiezen brengen niet automatisch de meest gewilde kandidaat aan de macht. Toch veranderen kiessystemen zelden of nooit grondig. Volgens Maskin heeft dat te maken met de eeuwenoude democratische tradities, waar veel mensen aan gehecht zijn. Om iets in beweging te zetten, heb je al een ramp nodig. Lees: een mogelijke overwinning van Donald Trump, of een zege van Marine Le Pen (Front National) in de Franse presidentsverkiezingen in 2017′, zegt Maskin op nrc.nl.

Laten we het voorbeeld van Trump eens bekijken. De vastgoedmagnaat won nu 36 van de 45 voorverkiezingen, kreeg op de Republikeinse conventie 1.543 gedelegeerden achter zich, terwijl hij er aan 1.237 genoeg had gehad. Maar zijn overwinning is eerder vertekend dan afgetekend, zegt Maskin. ‘Het is het systeem van the winner takes it all: iemand die de meeste stemmen heeft in een staat, krijgt alle gedelegeerden van die staat. Opvallend: bij zijn zeventien eerste overwinningen, haalde Trump geen meerderheid. In Florida haalde hij slechts ongeveer een derde van de stemmen. Met meerdere tegenkandidaten, zoals nu het geval was, heeft Trump het gehaald. Maar wat als er één anti-Trumpfiguur iedereen had verenigd?

Rangschikken

Er zijn meer beroemde voorbeelden. Bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen in 2000 was de uitslag in Florida doorslaggevend. Maskin: ‘George W. Bush won in die staat met ongeveer zeshonderd stemmen verschil van Al Gore. Maar tegelijkertijd gaven zo’n honderdduizend mensen in die staat de voorkeur aan een derde kandidaat, Ralph Nader. Als hen was gevraagd te kiezen tussen Bush en Gore, had een overweldigende meerderheid zijn stem gegeven aan laatstgenoemde.’ In totaal kreeg overigens Gore de meeste stemmen, maar door het kiesmannensysteem werd Bush president.

Maskin noemt op nrc.nl ook de Franse presidentsverkiezingen van 2002. In de eerste ronde haalde de rechtse kandidaat Jacques Chirac 19,9 procent, Jean-Marie Le Pen 16,9 procent. De socialist Lionel Jospin kaapte 16,2 procent van de stemmen. Maskin: ‘In het Franse systeem, waarin de eerste twee uit de eerste ronde doorgaan naar de volgende, betekende dit dat Chirac en Le Pen de kandidaten werden in de beslissende tweede ronde. Terwijl Jospin het, blijkt uit alle onderzoeken, in een rechtstreeks duel met Le Pen gemakkelijk had gewonnen. Tegen Chirac mogelijk ook.”

De Harvard-hoogleraar pleit voor een systeem waarbij kiezers deelnemende kandidaten kunnen rangschikken. Hoeveel ze er rangschikken, mogen ze zelf weten. Dan wordt ook duidelijk wie hun tweede, derde en verdere voorkeur hebben. “Bij zo’n soort verkiezing was duidelijk geworden dat kandidaten als Michael Rubio, Chris Christie en ook Ted Cruz eigenlijk meer aanhang hebben dan Trump.’ (JVL)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content