Tom Vandyck

Obama en de ayatollahs: Beter iets dan niets

Tom Vandyck Tot 2014 correspondent in de VS voor Knack.be

Barack Obama heeft weer een buitenlands succes geboekt. Iran bevriest zijn nucleaire programma voor zes maanden. Voorspelbaar stijgt gehuil op dat de VS-president te soft is. Ten onrechte. Het alternatief is oorlog.

De deal met Iran wordt her en der als historisch onthaald. De bevriezing van het Iraanse kernprogramma komt er om ruimte te scheppen voor een bredere definitieve overeenkomst.

In afwachting houdt Iran op met het verrijken van uranium boven vijf procent. Daarmee kan je brandstof maken voor kerncentrales, maar ben je nog een heel eind verwijderd van splijtstof voor atoombommen. De voorraad van tot twintig procent verrijkt uranium wordt omgezet in militair onbruikbaar oxide.

Tegelijkertijd verbindt Iran zich ertoe om geen nieuwe uraniumcentrifuges (de machines die je gebruikt om het goedje te verrijken en om te zetten in nucleaire springstof) aan te bouwen of in gebruik te nemen. De bouw van een kweekreactor voor plutonium, de andere spijtstof voor atoombommen, wordt stilgelegd.

In ruil daarvoor krijgt Iran verlichting van de economische sancties, zodat het ietwat ademruimte kan creëren voor zijn zieltogende economie, met dien verstande dat de sancties zo weer hersteld kunnen worden als het zich niet aan de deal houdt.

Tweeten aan de zijlijn

Is deze deal een definitieve oplossing? Tuurlijk niet. Is hij met wat slechte wil een beetje slapjes? Absoluut. Maar hij is een niet minne stap in de goeie richting. Na de komende zes maanden staat Iran in principe verder van de Bom dan vandaag. Dat is niet niks.

Obama en de andere grote machten hebben het beste gemaakt van de opening die ontstond na de verkiezing van de ietwat gematigde nieuwe Iraanse president Hassan Rohani. Dat we nu de eerste aanzet zien van een globale deal is lovenswaardig. Het definitieve verdict horen we over zes maanden wel weer. De Iraniërs beweren al tijden dat ze niet geïnteresseerd zijn in kernwapens. Nu moeten ze maar bewijzen dat het menens is.

Je kon er echter je klok op gelijk zetten: het nieuws over de deal was nog niet koud of uit de voorspelbare hoeken steeg protest op. Het is niet genoeg, valt te horen. Obama is weer eens te soft. Hij geeft de Iraniërs godbetert iets in ruil voor hun eerste teken van toegeeflijkheid sinds decennia. Verraad! Appeasement! München!

“Een historische vergissing”, zei premier van Israël Benjamin Netanyahu. “Een gigantische overwinning voor Iran”, zei John Bolton, George W. Bush’ VN-ambassadeur die er in 2010 al op aandrong dat Israël Iran zou bombarderen. “Een reddingspakket voor de Mollahs”, schreef columnist Charles Krauthammer. “Verbazingwekkend wat het Witte Huis zou doen om de aandacht af te leiden van Obamacare”, tweette de Republikeinse senator John Cornyn.

Da’s natuurlijk makkelijk gezegd van aan de zijlijn. Je moet ook in gedachten houden dat die kritiek komt van neoconservatieve ideologen, dezelfde lui die tien jaar geleden stelden dat een inval in Irak de democratie zou doen uitbreken in het Midden-Oosten en dat de Iraki’s de Amerikaanse troepen zouden inhalen als bevrijders. Waarom die mensen überhaupt nog hun mond durven opendoen, is een levensgroot vraagteken, laat staan dat je naar hen zou moeten luisteren.

Dit of oorlog

In ieder geval: in Washington en Tel Aviv hebben zulke lui nog steeds invloed. Je doet er dus goed aan om je af te vragen wat het alternatief is voor het voorlopige akkoord dat in Genève uitgewerkt werd. En dat is duidelijk. Krijg je het Iraanse kernprogramma niet stilgelegd met diplomatieke middelen, dan kan je het nog even proberen met strengere sancties, maar dat pad leidt onvermijdelijk naar één ding: militaire actie.

Militaire actie, dat is dus een nieuwe oorlog in het Midden-Oosten. Mensen stellen zich voor dat je het Iraanse kernprogramma kan uitschakelen met een paar chirurgische aanvallen, bij voorkeur met drones en kruisraketten, maar zo simpel is het niet.

Heel wat Iraanse kernfaciliteiten zitten diep onder de grond verborgen. Die schakel je niet zomaar uit. Gesteld dat het al vanuit de lucht zou kunnen, zou je er wekenlange bombardementen voor nodig hebben. Daarbij zou je eerst de niet te onderschatten Iraanse luchtafweer moeten uitschakelen. Dat kunnen de Amerikanen natuurlijk aan, maar het zou een hoop werk zijn en er zou heel wat bloed vloeien.

Je zou er overigens niet eens zeker van zijn dat je alles kon uitschakelen. En als je dat wel zou kunnen, zou je geen garanties hebben dat de Iraniërs niet meteen weer opnieuw zouden beginnen. Je kan namelijk wel opwerkingsfabrieken platgooien, maar geen technische knowhow. De enige manier om zeker te zijn van je zaak is – hoe noemden ze dat ten tijde van Irak ook alweer? – jawel, ‘regime change’.

Bovendien heeft Iran volop middelen om terug te slaan. Het zou bijvoorbeeld Amerikaanse troepen Afghanistan kunnen aanvallen. Het zou Hezbollah kunnen loslaten op Israël. Of het zou olietankers in de Golf kunnen bestoken met Silkworm-raketten. Tref er één (je hoeft hem niet eens daadwerkelijk te kelderen) en de gevolgen zijn niet te overzien. Als u denkt dat de economie vandaag kut met peren is, stelt u zich dan maar eens voor wat het zou worden met olie die dubbel zo duur is.

Om maar te zeggen: diplomatie, hoewel verre van perfect en niet erg sexy of manhaftig, valt veruit te verkiezen boven het alternatief.

Geen softe, maar een harde

Probleem is: leg dat maar eens uit aan de neocon-ideologen. In hun fantasiewereld is niks goed genoeg als het geen 110 procent succes is. Andere landen moeten onvoorwaardelijk door de knieën. Als ze dat niet doen, kunnen ze bommen om hun oren krijgen. Militair optreden is het enige geloofwaardige instrument van buitenlands beleid. Diplomatie en multilaterale samenwerking zijn tekenen van zwakte.

Dat is een compleet kinderachtige manier om de wereld te bekijken. Zulke lui geloven in superhelden. Captain America daagt op en meteen gaan de slechteriken in een hoekje zitten bibberen. Dat is natuurlijk wishful thinking. Amerika heeft in Irak en Afghanistan uitvoerig bewezen dat het daar niet toe in staat is. En als de Iraniërs door de jaren heen iets bewezen hebben, dan is het wel dat ze niet als kleine jongens in elkaar krimpen voor Amerika.

Het plaatje dat ze schilderen van Barack Obama – een softe appeaser die door allerlei dictators over zich heen laat lopen – is net zo goed onzin. Obama heeft het behoorlijk zwaar te verduren op het thuisfront, maar in het buitenland heeft hij een mooi palmares bij elkaar gespeeld. Hij heeft de scalp van Osama bin Laden aan zijn riem hangen, maakte mee een einde aan het Khadaffi-regime in Libië, beëindigde de oorlog in Irak, is in Afghanistan op weg om hetzelfde te doen en zorgde er in Syrië onlangs voor dat Bashar Al-Assad zijn chemische wapens opgaf.

Dat neemt niet weg dat je Obama qua buitenlands beleid een en ander kan verwijten. Maar dan niet dat hij te soft is en wel dat hij te hard is. Kijk maar naar zijn drieste gebruik van drone-aanvallen, waarbij honderden, zoniet duizenden mensen omkwamen, of naar het schaamteloze bespioneren van vriend en vijand waaraan de inlichtingendiensten zich ook onder hem aan bezondigen. Ook de ijskoude manier waarop hij Bin Laden liquideerde, spreekt nog steeds boekdelen.

Feit is: met Iran heeft Obama gedaan wat hij in 2008 al beloofd had. Hij verklaarde zich bereid om met Teheran te onderhandelen en werd daarvoor toen al weggehoond, maar ondertussen scherpte hij wel de sancties tegen Iran aan en op die manier kreeg hij de ayatollahs aan tafel. Zijn de Iraanse nucleaire ambities daarmee bezworen? Dat valt te bezien. Maar het is in ieder geval iets, en iets is beter dan niets.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content