Rusland wil verontschuldigingen van Polen, nadat extreemrechtse relschoppers de Russische ambassade in Warschau hebben belaagd op de nationale feestdag.
Het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken eist excuses van Polen. Dat meldt de Britse omroep BBC. Extreemrechtse relschoppers hadden op de nationale feestdag de Russische ambassade in Warschau belaagd.
Naar aanleiding van wapenstilstand was een groep extreemrechtse demonstranten door Warschau getrokken. Ze gooiden daarbij vuurwerk naar de Russische ambassade. De politie moest waterkanonnen en traangas inzetten om het gebouw te beschermen. Bij de onlusten zijn 19 relschoppers en 12 agenten gewond geraakt. Er werden ook zo’n 70 arrestaties verricht.
Rusland wil nu officiële verontschuldigingen van Polen en maatregelen om de veiligheid van het ambassadepersoneel in Warschau te garanderen in de toekomst. Het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken verwijt de Poolse ordediensten ook laksheid en wil dat Polen opdraait voor de schade aan het ambassadegebouw.
Wapenstilstand
Op 11 november vieren de Polen hun nationale feestdag. Ze herdenken dan het eind van de Eerste Wereldoorlog en de Poolse onafhankelijkheid. Voor 1918 maakte een groot stuk van Polen deel uit van Rusland en ook gedurende de Koude Oorlog werd de Poolse politiek sterk beïnvloed door Moskou. Rusland is daarom dikwijls kop van Jut in rechtse milieus in Polen. (YD)
