Francine Mestrum

‘Het is tijd voor een écht debat over het basisinkomen’

Francine Mestrum Sociaal wetenschapper

Francine Mestrum vraagt zich af wanneer er een écht debat rond het basisinkomen zal plaatsvinden in Vlaanderen, ver weg van het ‘inhoudelijk soepje’ dat momenteel gebrouwd wordt in de gesprekken.

Gisteren, zondag 29 januari, werd Benoît Hamon de overwinnaar van de socialistische voorverkiezingen in Frankrijk.

Maar hoe hij het kon halen van boegbeelden als Manuel Valls en Arnaud Montebourg?

Het is tijd voor een écht debat over het basisinkomen!

Dat Hamon voorstander is van een basisinkomen, een onvoorwaardelijke uitkering van 750 euro per maand voor alle volwassenen, heeft ongetwijfeld meegespeeld. Het idee heet vernieuwend te zijn en kon grote massa’s in Frankrijk bekoren. De kandidaat moest echter wel zijn plan bijspijkeren, want 20 procent van het bruto binnenlands product op die manier besteden, met daarnaast het behoud van de sociale bescherming en de openbare diensten, dat valt niet meteen te financieren.

Het voorstel heeft een groot politiek debat opgeleverd. Er verscheen de afgelopen maanden in Frankrijk enorm veel literatuur bomvol voor- en nadelen van ‘het basisinkomen’.

Ook bij ons wordt er al langer gediscussieerd. Nu ja, discussiëren. We zien twee kampen die lijnrecht tegenover elkaar staan, zonder dat er één ook maar denkt aan bewegen.

Over hoe de voorstanders stellen dat het basisinkomen naar een nieuwe wereld van vrijheid zonder arbeid voert, en hoe de tegenstanders wijzen op de kosten, de blijvend noodzakelijke arbeid en de toenemende ongelijkheid wil ik het niet hebben.

Waar is het basisinkomen?

Zowel in Frankrijk als in België wordt een inhoudelijk soepje gebrouwd in de debatten. Vaak hanteert men de term basisinkomen – voor iedereen, arm en rijk – terwijl men eigenlijk een minimuminkomen – voor wie het nodig heeft – bedoelt. Uiteraard zijn dit twee erg verschillende voorstellen, maar ik kan me niet van de indruk ontdoen dat deze begripsverwarring vaak bewust in de hand wordt gewerkt.

Het grootste netwerk dat het basisinkomen verdedigt, ‘BIEN’ (Basic Income Earth Network), gesticht door UCL-hoogleraar Philippe Van Parijs, vertelt nieuwsbrief na nieuwsbrief over allerhande initiatieven in de hele wereld, maar verzwijgt dat het in negen van de tien gevallen in feite over een minimuminkomen gaat.

Een minimuminkomen is perfect haalbaar en bijzonder wenselijk – in deze rijke wereld zou armoede namelijk helemaal niet mogen bestaan – maar dit gebruiken om propaganda te voeren voor een basisinkomen – wat in bepaalde gevallen neerkomt op geld geven aan rijken – is hoogst bedenkelijk.

Een minimuminkomen is perfect haalbaar en bijzonder wenselijk, maar dit gebruiken om propaganda te voeren voor een basisinkomen is hoogst bedenkelijk.

Hetzelfde geldt voor de voorbeelden die telkens weer uit de kast worden gehaald. Steeds opnieuw vergeet men dat er nog nooit ergens een basisinkomen werd ingevoerd. Wel vinden er momenteel experimenten plaats, zoals in Finland, en worden er plannen opgesteld, zoals in diverse Nederlandse steden, om uitkeringstrekkers een minimuminkomen te garanderen. Alweer, dat kunnen erg positieve initiatieven zijn, maar ze kunnen niet gereduceerd worden tot ‘het basisinkomen’.

Nog een voorbeeld is het dividend dat in Alaska wordt uitbetaald aan alle inwoners als deel van de olie-inkomsten. Ook dat kan een erg positief verhaal zijn, maar moeten we ons niet afvragen of dit enkel haalbaar is voor landen en regio’s met voldoende natuurlijke hulpbronnen? En laten we niet vergeten dat het initiatief niet verbonden is met de uitgaven voor sociale bescherming – wat bij het basisinkomen wel het geval is.

Individu versus maatschappij

Kijk, het basisinkomen is een fundamenteel liberaal idee, gericht op individuen en niet, zoals de sociale bescherming, op maatschappelijke solidariteit. Het wordt vaak voorgesteld als iets wat de links-rechts tegenstelling zou overbruggen. Het wordt bijvoorbeeld verdedigd door pirate Sarah van Liefferinge én door zakenman Roland Duchâtelet.

Meer dan een overstijging van de links-rechts tegenstelling moet dit duidelijk maken dat het debat vandaag uit de weg gegaan wordt. En zo wordt het pad geëffend voor zij die de macht hebben om iets te veranderen. Ook is het tekenend voor het feit dat de begripsverwarring in stand wordt gehouden en mensen zand in de ogen wordt gestrooid.

Wat weten we vandaag dan wel zeker? Het basisinkomen op het niveau van de armoedegrens – zo’n 1000 euro per maand – is onbetaalbaar in combinatie met de bestaande sociale bescherming. De meeste mensen kijken begerig uit naar geld dat hen zomaar in de schoot zou worden geworpen. Maar dat zou dus betekenen dat de sociale bescherming op de schop moet. Willen we dat?

Een basisinkomen op het niveau van de armoedegrens zou betekenen dat de sociale bescherming op de schop moet. Willen we dat?

Helaas worden dit soort vragen in Vlaanderen niet gesteld of beantwoord. Er zijn volgens mij heel wat bruggen te slaan tussen onze huidige sociale bescherming en een of andere vorm van minimuminkomen en basisinkomen, maar dit moet in alle ernst worden besproken. Daar is tot nog toe geen bereidheid toe.

Professor Danny Pieters van de N-VA deed afgelopen week enkele zeer bedenkelijke uitspraken over armoede, maar hij lanceerde ook een oproep om de sociale bescherming eens grondig te bekijken en te vernieuwen. Dat is een schitterend idee waar ik al jaren voor pleit, maar wie neemt de handschoen op?

Iedereen weet ook dat in vergelijking met de periode waarin de verzorgingsstaat werd uitgebouwd – meer dan zestig jaar geleden – de economie en de samenleving grondig zijn veranderd. Mensen hebben vandaag andere behoeften. Ook de arbeidsmarkt staat voor fundamentele aanpassingen. Tezelfdertijd wordt er enkel bezuinigd en bespaard. Zijn we bereid de structurele solidariteitsmechanismen gewoon overboord te gooien of willen we ze aanpassen aan wat de nieuwe tijd vergt?

Partner Content