Torfs: “Geen Amerikaans systeem”

Rik Torfs, rector van de Katholieke Universiteit van Leuven, vindt de stijging van het inschrijvingsgeld voor het hoger onderwijs in Vlaanderen aanvaardbaar. Dat heeft hij gezegd in een reactie aan VTM NIEUWS. “We krijgen geen Nederlandse of Amerikaanse toestanden. Studenten zullen geen studielening moeten aangaan.” “Natuurlijk hadden we het liefst geen stijging van het inschrijvingsgeld gezien”, zegt Torfs. “Maar dan was er geen besparing in het hoger onderwijs. Daar heeft de regering niet voor gekozen. Er is wel gekozen voor sociale correcties, waardoor het inschrijvingsgeld in de lagere categorie in Europa blijft.” Het inschrijvingsgeld stijgt in het hoger onderwijs stijgt met 270 euro naar 890 euro voor niet-beursstudenten. Voor bijna-beursstudenten stijgt het inschrijvingsgeld met 60 euro naar 270 euro. Voor niet-beursstudenten blijft het inschrijvingsgeld hetzelfde (105 euro). Bovendien versoepelen de voorwaarden voor bijna-beursstudenten en verdubbelt het aantal studenten dat hiervoor in aanmerking komt. “Een goede zaak”, vindt Torfs. “Er komt geen financiële discriminatie, geen toestanden zoals in Nederland of Amerika, waar studenten een studielening moeten aangaan.”

Rik Torfs, rector van de Katholieke Universiteit van Leuven, vindt de stijging van het inschrijvingsgeld voor het hoger onderwijs in Vlaanderen aanvaardbaar. Dat heeft hij gezegd in een reactie aan VTM NIEUWS. “We krijgen geen Nederlandse of Amerikaanse toestanden. Studenten zullen geen studielening moeten aangaan.” “Natuurlijk hadden we het liefst geen stijging van het inschrijvingsgeld gezien”, zegt Torfs. “Maar dan was er geen besparing in het hoger onderwijs. Daar heeft de regering niet voor gekozen. Er is wel gekozen voor sociale correcties, waardoor het inschrijvingsgeld in de lagere categorie in Europa blijft.” Het inschrijvingsgeld stijgt in het hoger onderwijs stijgt met 270 euro naar 890 euro voor niet-beursstudenten. Voor bijna-beursstudenten stijgt het inschrijvingsgeld met 60 euro naar 270 euro. Voor niet-beursstudenten blijft het inschrijvingsgeld hetzelfde (105 euro). Bovendien versoepelen de voorwaarden voor bijna-beursstudenten en verdubbelt het aantal studenten dat hiervoor in aanmerking komt. “Een goede zaak”, vindt Torfs. “Er komt geen financiële discriminatie, geen toestanden zoals in Nederland of Amerika, waar studenten een studielening moeten aangaan.”