In West-Europa krijgt Italië het statuut “gedeeltelijk vrij” wegens de inmenging van de overheid in de openbare media.
Vorig jaar is de persvrijheid voor het achtste jaar op rij achteruitgegaan. Dat stelt het rapport van de Amerikaanse ngo Freedom House.
De landen die het slechtst scoren zijn Wit-Rusland, Myanmar, Cuba, Equatoriaal-Guinea, Eritrea, Iran, Libië, Noord-Korea, Turkmenistan en Oezbekistan. De belangrijkste achteruitgangen werden opgetekend in Subsaharisch Afrika, Latijns-Amerika, het Nabije en het Midden-Oosten.
In het Nabije en Midden-Oosten haalt Iran de slechtste punten door de protesten in nasleep van de betwiste presidentsverkiezingen in juni 2009. Ook de Maghreblanden gingen achteruit. Israël krijgt opnieuw het statuut “vrij” nu de beperkingen na de Gaza-oorlog eind vorig jaar opgeheven werden. Hiermee is het land de uitzondering op de regel in de regio.
De Afrikaanse landen Zuid-Afrika en Namibië onderscheiden zich onder de talrijke verslechteringen in de regio door te veranderen van “vrij” naar “gedeeltelijk vrij”. Madagascar komt in de categorie “niet vrij” terecht. In Latijns-Amerika is de belangrijkste terugval op te tekenen in Mexico en Honduras. Maar ook Ecuador, Nicaragua en Venezuela scoren minder goed.
In Azië zetten Bangladesh en Bhutan een stap in de goede richting. Beide landen kregen het statuut “gedeeltelijk vrij” in plaats van “niet vrij”. Ook in zes andere landen, waaronder India en Indonesië, was er vooruitgang, maar niet in China.
Italië en Rusland
Dichter bij huis krijgt Italië het statuut “gedeeltelijk vrij” wegens de mediaconcentratie en de inmenging van de overheid in de openbare media. Ook Rusland doet het niet goed. Het land is volgens het rapport “een van de meest repressieve en gevaarlijke omgevingen voor de media”.
