Duurzame initiatieven in Afrika boeken opmerkelijke successen

Duurzame initiatieven in Afrika boeken opmerkelijke successen. Veelal kleinschalige projecten, maar enkele landen koesteren ook ambitieuze plannen.

11.11.11 focust dit jaar op de prijs die het Zuiden betaalt voor de (onze) klimaatopwarming. Maar intussen zitten ze ter plekke ook niet stil. Duurzame initiatieven in Afrika boeken opmerkelijke successen: kleine projecten hebben een instanteffect op mens en milieu, en enkele landen koesteren ambitieuze plannen.

Daar waar in Europa ecologie nog vaak een zaak is van goedverdienende hogeropgeleiden die zich zuinige maar dure hoogtechnologische snufjes kunnen permitteren, is in Afrika vaak het omgekeerde het geval: met enkele simpele duurzame ingrepen kan de levenskwaliteit van de allerarmsten er spectaculair op verbeteren.

Zonneoven

Een mooi voorbeeld hiervan is SEE of Solar Energy Economy, een onlangs gestarte Europees-Afrikaanse samenwerking om koken op zonne-energie te promoten. De technologie achter de kooktoestellen is uiterst eenvoudig: spiegels bundelen de zonnestralen, die zo het eten kunnen verhitten tot zo’n 135 à 250 graden. Er komt dus geen elektriciteit aan te pas, noch dure of ingewikkelde onderdelen.

De voordelen van het systeem zijn legio. Eén toestel zou gemiddeld zo’n ton hout per jaar kunnen besparen, en op die manier een aanzienlijke bijdrage leveren tegen het probleem van de voortschrijdende ontbossing in Afrika. Eén familie gebruikt er immers jaarlijks gemiddeld zo’n vier ton brandhout. Na de aanvankelijke investering leveren de apparaten bovendien een flinke besparing op: velen van de armste Afrikanen besteden maar liefst een derde van hun inkomen aan energie.

Daarbij komt nog dat er elk jaar naar schatting 1,6 miljoen mensen, de helft van hen kinderen, sterven aan luchtwegenaandoeningen ten gevolge van verontreinigde binnenlucht. En jonge meisjes zijn dagelijks vaak uren in de weer met het sprokkelen van hout, tijd die ze niet op de schoolbanken kunnen doorbrengen.

SEE is mede opgericht door de Fransman Didier Delval, CEO van Carbocia, die in het verleden al een soortgelijk project opzette met de Malinese vzw Mali Tilé. De bedoeling is dat de organisatie de zonneovens mee gaat financieren – een toestel kost zo’n 200 dollar maar wordt ter plaatse verkocht voor 70 à 100 dollar – en de lokale bevolking opleidt in het gebruik ervan. Er zijn momenteel al zo’n 200 apparaten in gebruik.

Minizonnepanelen Eerder berichtten we op de Planet Earthsite van Knack ook al over het groeiende succes biogasinstallaties in West-Afrika (‘West-Afrikaanse gezinnen koken op koeienmest’). Biogas is gemakkelijk en goedkoop te winnen uit mest en organisch afval, en bovendien veel beter voor milieu en gezondheid dan koken op hout.

En nu ook zonnepanelen steeds goedkoper en efficiënter worden, worden ze stilaan betaalbaar voor heel wat Afrikanen. Zo meldde ‘The New York Times’ dat er in afgelegen boerendorpjes in Kenia, ver van het elektriciteitnet, steeds vaker minizonnepanelen op de huizen verschijnen. Ze kosten nauwelijks zestig euro, en produceren net genoeg energie om een gsm op te laden en een viertal zuinige lampen te laten branden.

Het lijkt weinig naar Europese normen, maar voor mensen die tot voor kort na zonsondergang waren afgesloten van de wereld en de avond doorbrachten bij het licht van een flakkerend vuur, maakt het wel degelijk een groot verschil. Zo verbeteren bijvoorbeeld de schoolresultaten van de kinderen doordat ze ’s avonds genoeg licht hebben om te studeren. En besparen de gezinnen op kaarsen, batterijen en kerosine voor de lampen. Ook in andere Afrikaanse landen groeit de markt voor zulke kleine, goedkope systemen van hernieuwbare energie.

Wind Farm Al blijft het niet bij kleinschalige projecten. In Kenia wordt momenteel volop gewerkt aan de Lake Turkana Wind Farm, het grootste windpark van Afrika. Bij oplevering in 2014 moeten de meer dan 350 windturbines samen zo’n 300 megawatt leveren, of bijna dertig procent van de huidige elektriciteitsbehoefte van het land. Het Turkanadistrict is een erg heet en kurkdroog gebied dat tot voor kort economisch oninteressant werd geacht. Tot twee Nederlandse ondernemers opmerkten dat het er bijna onophoudelijk hard waait.

In Rwanda, het dichtstbevolkte land van Afrika, onderzoeken de autoriteiten momenteel of ze elektriciteit kunnen opwekken met geothermische energie. Maar het grootste milieusucces heeft het land geboekt met zijn strikte verbod op plastic zakken. Sinds 2006 mogen er geen plastic draagtassen meer gebruikt worden of het land binnenkomen. Omdat boeren klaagden dat het zwerfvuil hun oogsten aantastte, en geblokkeerde afvoersystemen bij hevige regens voor overstromingen zorgde. Rwanda dreigde te verstikken onder de plasticberg maar wist het tij te keren. Buurlanden als Tanzania, Kenia en Oeganda hebben intussen het voorbeeld gevolgd.

Ecologie in Afrika wordt gekenmerkt door een groot pragmatisme. Waardoor de projecten interessante casestudy’s worden voor het Westen, waar ecologie nog vaak een zaak is van hightech, ingewikkelde constructies en grote budgetten. Terwijl simpeler oplossingen dikwijls voor de hand liggen.

Jan Haeverans

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content