Tom Vandyck

Pech voor Obama: Amerika is onbestuurbaar

Tom Vandyck Tot 2014 correspondent in de VS voor Knack.be

Amerika heeft een sterke Republikeinse partij nodig. Maar laat dat de partij van Reagan en Eisenhower zijn en niet die van de Tea Party.

Barack Obama heeft tijdens zijn tweede regeerperiode nog niks klaargekregen. Of daar verandering is komt, valt te betwijfelen. Kan ook niet anders: het Amerikaanse politieke systeem is gekaapt door een Republikeinse partij die van obstructie en nihilisme haar handelsmerk heeft gemaakt.

President Obama kreeg de wind behoorlijk van voren toen hij tijdens een persconferentie afgelopen week bij herhaling liet horen hoe moeilijk hij het heeft om zijn job te doen. Van het door de Republikeinen gedomineerde Congres krijgt hij namelijk keer op keer het deksel op de neus.

Een journalist vroeg of de president, nu zijn wapenwet roemloos ten onder is gegaan, nog wel genoeg ‘juice’ over heeft om iets van zijn agenda waar te maken. “De geruchten over mijn einde zijn lichtjes overdreven”, pareerde Obama, losjes Mark Twain parafraserend.

“U lijkt te suggereren dat de die mensen daar (in het Congres; red.) geen verantwoordelijkheid dragen en dat het mijn taak is om ervoor te zorgen dat ze zich gedragen”, wierp hij de journalist voor de voeten. “Dat is hún job. Ze zijn verkozen om te doen wat goed is voor hun kiezers en voor het Amerikaanse volk.”

Superman

In een stukje dat bijzonder veel stof deed opwaaien, stelde New York Times-columniste Maureen Dowd, die erom bekend staat dat ze mensen met drie welgemikte woorden een etiket kan op kleven dat er nooit meer van af gaat (‘Obambi’ noemt ze Obama), dat dat net wél de baan is van de president.

Obama moet van zijn voetstuk komen en zijn handen vuilmaken, schreef Dowd. Het is zijn taak om “op de een of andere manier dit oliedomme, verbluffend afschuwelijke Congres de dingen te laten doen die hij wil. Dat heet leiderschap.”

Dat klinkt leuk, maar het strookt niet met de realiteit. Van de Amerikaanse president wordt wel vaker verwacht dat hij een soort Superman is die de wereld met een simpel woord naar zijn hand kan zetten. Graag verwijst men dan naar Franklin D. Roosevelt of Lyndon Johnson, notoire bullebakken die er niet voor terugdeinsden om hun politieke tegenstanders de arm om te wringen en beiden een indrukwekkende legislatieve erfenis achterlieten.

Het verschil is dat FDR en Johnson over grote meerderheden beschikten in het Congres. Die heeft Obama niet. In de Senaat heeft zijn Democratische partij een handjevol zetels op overschot. In het Huis van Afgevaardigden is ze in de minderheid. Dan mag je zoveel armen omwringen als je wil. Als je tegenover een onverzettelijke, ideologisch verstarde oppositie staat die als enige doel heeft om alles wat je doet te blokkeren, kom je nergens.

De minderheid beslist

Het probleem met de Republikeinen is dat ze geen normale politieke partij meer zijn. Hun doel is niet om, zoals dat gaat in een democratie, door middel van debat en compromis stukje bij beetje zoveel mogelijk van hun agenda uit te voeren. Hun doel is Obama met alle mogelijke middelen stokken in de wielen steken. Het Amerikaanse politieke systeem geeft heen daarvoor op allerlei manieren de wapens in handen:

De filibuster

Ofte het blokkeren van een stemming in de Senaat door het debat eindeloos te rekken. Vroeger was dat een praktijk die alleen in uitzonderlijke gevallen uit de kast gehaald, vandaag gebruiken de Republikeinen hem in zo goed als elk dossier.

Om een filibuster af te breken en tot stemming over te gaan zijn in de honderd zetels grote Amerikaanse Senaat zestig stemmen nodig. Gevolg: om een wet goed te keuren, heb je de facto niet meer de helft van de stemmen plus één nodig, zoal de grondwet voorschrijft, maar minstens zestig.

Op die manier kan de Republikeinse minderheid met haar 45 zetels alles tegenhouden. Het klassieke filibusteren, met mensen die het spreekgestoelte uren aan een stuk bezet houden, komt nog nauwelijks voor. Alleen al de dreiging van een filibuster is genoeg om wetgeving tegen te houden. Wie niet vooraf zeker is van zijn zestig stemmen, begint er niet eens aan. Wat natuurlijk compleet ondemocratisch is: niet de meerderheid, maar de minderheid beslist.

Knoeien met kiesdistricten

Amerikaanse staten krijgen hun zetels in het Huis van Afgevaardigden toegewezen op basis van hun bevolkingsaantal. Maar hoe ze die zetels laten verkiezen, beslissen ze zelf. In de VS zijn het dus de staten die de kiesdistricten uittekenen. Bijgevolg kunnen politici hun kiezers kiezen, in plaats van andersom.

De Republikeinen, die op dit moment aan de macht zijn in de meeste staten, weten dat zeer goed. Zij hebben dertig miljoen dollar geïnvesteerd via het in Washington gevestigde Republican State Leadership Committee on het hertekenen van de kiesdistricten nationaal te coördineren op de manier die hen het beste uitkomt. En zo kom je te zitten met een situatie waarin de Democraten bij de verkiezingen van 2012 voor het Huis meer dan een miljoen stemmen meer dan de Republikeinen, maar in dat halfrond toch eindigden met 33 zetels minder.

Het overwicht van de primaries

Uit het voorgaande vloeit voort dat steeds meer leden van het Huis van Afgevaardigden opkomen in ‘veilige’ districten, waar de eigenlijke verkiezing van geen tel meer is. Wie naar Washington mag, wordt uitgemaakt in de voorverkiezingen. De lui die daar komen stemmen, zijn de hardleerse partijmilitanten en bij de Republikeinen zijn die een stuk hardleerser dan bij de Democraten.

Gevolg: een Republikeinse politicus die zijn baan wil houden, moet noodgedwongen hard naar rechts. Doet hij dat niet, dan ziet hij zich bij de volgende voorverkiezing geconfronteerd met een nog conservatievere uitdager en kan hij het schudden. Op die manier bestaat de kunstmatig opgeblazen Republikeinse meerderheid in het Huis ook steeds meer uit ideologische extremisten. Nogmaals: de minderheid beslist.

Apocalyptische paranoia

Het Amerikaanse tweepartijensysteem kan alleen werken als beide partijen op zijn minst hun best doen om elkaar te vinden in het centrum. Als één van beide partijen dat vertikt, loopt de boel onherroepelijk spaak. En de Republikeinen vertikken dat wel degelijk. Niet alleen zijn ze zolang Obama in het Witte Huis zit hoegenaamd niet geïnteresseerd in beleid maken, ze zijn ook zo streng geworden in de ideologische leer dat er met een flink deel van hun parlementairen geen land meer te bezeilen valt.

Ter illustratie: een nieuwe peiling van de Fairleigh Dickinson-universiteit in New Jersey geeft aan dat 44 procent van de Republikeinse kiezers vindt dat een gewapende revolutie de komende jaren nodig kan zijn om hun vrijheid te vrijwaren. Dat is een lichtelijk abberante manier van denken in een democratisch land, maar je moet niet te lang zoeken om te weten waar het vandaan komt.

De apocalyptische paranoia over de rooie dictator Obama, die een en stoemelings een communistisch economie uitbouwt die vervolgens onvermijdelijk instort, waarna Amerika herschapen wordt tot een soort Mad Max-wereld waar het vuurwapen in je kast het enige is dat je over hebt om jezelf staande te houden, komt recht uit de koker van de Tea Party. Die verspreidt zulke indianenverhalen al jaren om mensen op te jutten tegen Obama.

Vergist u zich trouwens niet, de Tea Party ís de Republikeinse partij. Ze werd bekostigd door Republikeinse geldschieters en het organisatorische vernuft kwam van Republikeinse apparatsjiks.

Nog zo’n voorbeeld: de platte leugens waarmee de Republikeinen campagne voerden tegen de sowieso al fel verwaterde nieuwe wapenwet die twee weken geleden weggefilibusterd werd in de Senaat. Die zou verplichte achtergrondonderzoeken instellen voor alle vuurwapenverkopen. Dat zou leiden tot een nationaal wapenregister, waarschuwden de Republikeinen. En bij het uitbreken van Obama’s socialistische tirannie zou dat dan weer gebruikt worden door federale agenten die van deur tot deur zouden gaan om brave burgers hun wapens af te pakken.

Los van het feit dat zo’n register een goed idee is (het is absurd dat je je auto wel moet laten registreren, maar je vuurwapen niet), is dat een flagrante leugen. De wettekst die ter stemming voorlag bevatte een expliciet verbod op zo’n nationaal wapenregister. Maar feiten tellen al lang niet meer voor de Republikeinse partij. Wat wel telt is het met alle mogelijke middelen oppoken van paranoia over Obama.

Ouwe blanke mannen

Anders gesteld: waanbeelden van het bruine randje zijn mainstream geworden in de Republikeinse partij. Het is duidelijk dat een aantal Republikeinse Washingtonveteranen daar niet gelukkig mee zijn. Maar het is voor hen bijzonder link om er tegenin te gaan. De partij heeft zichzelf klemgereden in het extremisme dat ze zelf heeft opgestookt. Wie het waagt om op zoek te gaan naar een eerbaar compromis, krijgt meteen de rekening gepresenteerd.

Zie ook: Marco Rubio, de jonge senator uit Florida die op zoek is naar zo’n redelijk compromis over immigratiebeleid. Dat is iets dat de Republikeinen broodnodig hebben, aangezien ze ongemeen onpopulair zijn bij minderheden. De snelst groeiende etnische groep in de VS zijn de Latino’s. Rubio zelf heeft Cubaanse roots. Hij heeft wat dat betreft dus enige street credibility. Bovendien lag hij tot recent goed bij de Tea Party. Maar wat zie je? Rubio, die doorging voor de coming man van de partij, wordt nu ongenadig afgebrand door de achterban de bevriende media. ‘Rubio’s dwaasheid’ kopte het tijdschrift National Review, één van de Republikeinse Bijbels, deze week op zijn cover

Dat is geen goed idee voor de Republikeinen. Ergens tegen 2040 zullen minderheden in de meerderheid zijn in de VS. Maar lang voor die tijd al zal het voor de Republikeinen onmogelijk worden om verkiezingen te winnen. Zoals de laatste paar verkiezingen aantonen: minderheden vallen nog liever dood dan voor de huidige Republikeinse partij te stemmen.

De koers van de partij is misschien goed om vandaag Obama te saboteren, maar op termijn is het zelfmoord. De demografische trends zijn niet te stoppen. Als je alleen maar op ouwe blanke mannen rekent, dan kom je in de problemen, omdat er in de VS simpelweg steeds minder ouwe blanke mannen te vinden zijn.

Electorale crash

Het is overigens niet uitgesloten dat de Republikeinse crash er al vroeger komt. Bij de tussentijdse parlementsverkiezingen van 2014, bijvoorbeeld. Dan zouden de Republikeinen wel eens cash kunnen betalen voor de manier waarop ze twee weken terug de wapenwet kelderden. In kringen van wapenfanaten is het leedvermaak daarover groot, maar de peilingen tonen aan dat negentig procent van de Amerikaanse bevolking voor verplichte achtergrondonderzoeken is. Een aantal senatoren die tegen stemden, zien hun populariteitscijfers nu al kelderen.

Stelt u zich maar eens voor wat er zou gebeuren als bij de volgende massaschietpartij (en zoals de recente Amerikaanse geschiedenis leert, is het geen kwestie van óf die er komt, maar wanneer) blijkt dat de schutter zijn geweer heeft gekocht op één van de wapenbeurzen waar je dat onder de huidige, veel te slappe wetgeving kan doen zonder achtergrondonderzoek? De volkswoede zou niet te overzien zijn.

Of je nu voor of tegen Obama bent, zo’n Republikeinse crash zou gezond zijn voor de VS. In een tweepartijenstelsel heb je twee partijen nodig die beleidsklaar zijn. Dat is de Republikeinse partij op dit moment niet. Wellicht moet ze door de kiezer gedecimeerd worden voor ze in staat is om zich uit de greep van haar zelfgekweekte fanatici en samenzweringstheoretici te bevrijden.

Laat het duidelijk zijn: Amerika heeft een sterke Republikeinse partij nodig. Maar laat dat de partij van Reagan en Eisenhower zijn en niet die van de Tea Party. De grootste economie en enige supermacht ter wereld die door aanhoudende obstructie en ideologisch extremisme stilaan compleet onbestuurbaar wordt, dat is geen goed idee.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content