Ann Peuteman

Partijen zonder verhaal

De Vlaamse traditionele partijen moeten dringend op verhaal komen. Want nu hebben ze er geen, of vergeten ze het te vertellen.

Nog niet zo gek lang geleden zagen politici er weinig graten in als ze even zonder verhaal zaten. En hun kiezers ook niet. Er waren toen meer dan genoeg spindoctors die de tijdelijke leegte in welluidende slogans verpakten. ‘Gratis!’ ‘200.000 extra jobs!’ ‘Voor de mensen!’ Tot het geld op was en het diezelfde mensen begon op te vallen dat het allemaal wel erg oppervlakkig was geworden. Tijd om terug te keren naar de inhoud dus. Daar leek het toch op. In werkelijkheid verhuisden de communicatiestrategen gewoon naar discretere kantoren, waar ze bleven broeden op leuzen als ‘vijf minuten politieke moed’ en ‘wie gelooft die mensen nog?’

Toen ook dat recept uitgewerkt bleek, restte alleen nog the real thing. De kiezers hadden het zo gehad met mediagenieke boodschappen en one-hit wonders dat ze weer leken te snakken naar gefundeerde verhalen en authentieke politici. Met andere woorden: de traditionele partijen moesten een manier vinden om hun geloofwaardigheid terug te verdienen. Maar dat is natuurlijk gemakkelijker gezegd dan gedaan als je je partij eerst jarenlang in alle mogelijke richtingen hebt uitgerekt en je je niet eens meer kunt herinneren waar je de studiedienst ergens hebt ondergebracht.

Omdat ze ondertussen ook electorale klappen moesten verwerken, een federale regering probeerden te vormen en onophoudelijk naar de N-VA zaten te staren, kwamen de Open VLD, de SP.A en de CD&V tot nu toe nog niet aan die inhoudelijke herbronning toe. Dat is voor na de gemeenteraadsverkiezingen. U leest het goed: ze zullen zich over hun verhaal buigen nadat u op 14 oktober op hen hebt gestemd. Of niet hebt gestemd natuurlijk.

Zelf zullen ze wel weer zeggen dat de gemeenteraadsverkiezingen over lokale thema’s moeten gaan en niet over de nationale partijlijn. En daar hebben ze ook gelijk in, maar het is toch altijd fijn als al die voorstellen en beloftes deel uitmaken van een groter geheel, van een visie op de hele samenleving. Dat die pas na de verkiezingen zal worden herschreven, is dus toch niet zo handig.

De Vlaamse socialisten zijn daar eerlijk in, en laten de hele campagne wijselijk aan hun plaatselijke kandidaten over. Die hebben meestal wél een wervende boodschap, zeker in de steden. Bij de Open VLD lijken ze dat nog niet echt begrepen te hebben. Hoe meer voorzitter Alexander De Croo benadrukt dat de gemeenteraadsverkiezingen niet over het nationale beleid mogen gaan, hoe meer hij over de N-VA en de federale regering doorboomt. Nochtans ligt er een heel bruikbaar discours voor het oprapen. Want zit de Open VLD op Vlaams niveau niet in de oppositie? En is het niet net de Vlaamse regering die de grootste impact heeft op het lokale bestuursniveau? De Open VLD zou de N-VA dus beter vragen wat hun Vlaamse ministers eigenlijk hebben gedaan voor dat dorp of die stad.

Ook bij de CD&V geven ze zich dezer dagen over aan dat soort zelfkastijding. Zelfs voorzitter Wouter Beke gaf afgelopen week deemoedig toe dat zijn partij een duidelijk verhaal mist. ‘Dat wordt ook hét werkpunt na de verkiezingen’, zei hij vorige week in Metro.

Hoe kunnen die mannen nu verwachten dat de Vlamingen op hun partij zullen stemmen als ze zelf toegeven dat ze eigenlijk niets te zeggen hebben? Hadden ze dat niet beter stilgehouden tot na 14 oktober? Daarna kunnen ze ideologische congressen organiseren zoveel ze willen. En misschien houden ze dan beter ook een zitje vrij voor iemand met een diploma in de communicatie.

Ann Peuteman

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content