Vrije Tribune

On(der)wijs

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

Er zijn twee opties wanneer je in het onderwijs stapt: ofwel geloof je erin, ofwel doe je het om een job te hebben. Dan heb je drie nieuwe opties: ofwel blijf je erin geloven, ofwel doe je gewoon voort, zonder dat je je er te veel van aantrekt, ofwel stap je eruit.

Meer dan een decennium geleden schreven een collega en ik een artikel dat jullie publiceerden, en waarin wij ons ongenoegen uitten over de onderwijsvernieuwingen, als je die al vernieuwing kan noemen. Wij hebben dat niet uit frustratie geschreven, maar met de bedoeling om uit te drukken wat er bij vele van onze collega’s leefde. Sommige van die collega’s leven niet meer, maar dat terzijde. Wij wel.

En we willen ons nog laten horen. Er zijn namelijk twee opties wanneer je in het onderwijs stapt: ofwel geloof je erin, ofwel doe je het om een job te hebben. Dat zorgt al voor een flinke kloof tussen ons, leerkrachten. Dan heb je drie nieuwe opties: ofwel blijf je erin geloven, ofwel doe je gewoon voort, zonder dat je je er te veel van aantrekt (en dat hou je geen ganse carrière vol), ofwel stap je eruit (wat jammer genoeg maar al te vaak gebeurt).

Wie is er ziek in het bedje dat “onderwijs” heet? Wij hebben, en misschien moet ik binnenkort de verleden tijd gebruiken, zowat een van de beste onderwijssystemen in heel de wereld. Wij zitten met een goed systeem, en we hebben heel wat gemotiveerde leerkrachten. Of moet ik daar ook binnenkort een verleden tijd van maken? Een merkwaardig probleem is, en dat is niet nieuw, dat elke nieuwe onderwijsminister of -verantwoordelijke zich genoopt voelt om zijn of haar stempel te drukken op zijn/haar beleid. Aangezien de verantwoordelijken in kwestie zelf geen visie hebben, nemen ze die van anderen over.

Een nieuwe wind waait vanuit de Verenigde Staten, over Nederland, en komt een jaar of vier later over Vlaanderen gewaaid. Ik noem het een wind, eigenlijk is het een orkaan. En van orkanen hoopt iedereen dat ze zo vlug mogelijk aan kracht verliezen. Niet zo voor onze onderwijsverantwoordelijken: als de orkaan allang in de VS en in Nederland, en zelfs in Frankrijk uitgewaaid is, moet hij in België weer wat aangewakkerd worden. De koppigheid van het onderwijsbeleid in België maakt slachtoffers bij onze leerlingen. Wij, leerkrachten, al onze ervaring ten spijt, mogen zeggen wat we willen, geluisterd wordt er niet. Nooit.

En wat nu weer? We zullen nog maar eens het Latijn aanvallen. Dit is trouwens niet de eerste keer. Het VSO en het Eenheidstype hebben het ook al gedaan. Tja, De Croo, Coens, Vanderpoorten, … ze moesten en zouden allemaal hun stempel drukken. Maar ten koste van wie?

De verklaring die nu gegeven wordt voor het invoegen van technische vakken ten koste van theoretische vakken zoals Latijn en Wiskunde is dat we onze leerlingen meer moeten voorbereiden voor de arbeidsmarkt. Heeft Latijn nut? En wiskunde? Neen, eigenlijk zijn die overbodig, we kunnen de leerlingen beter leren hoe ze een stekker aan een electriciteitskabel moeten hangen. Hé? Zulk een houding getuigt mijns inziens van een ongelooflijke minachting voor onze jeugd. We (enfin, ik niet) willen er uitvoerders van maken, robots die goed zullen functioneren in een technische taak.

We hebben er geen oog meer voor dat we die jonge mensen ook moeten leren nadenken, en dat kan je alleen maar met abstracte (?) vakken. Natuurlijk heb ik nooit zelf Latijn (9 uur in het eerste jaar) moeten spreken, natuurlijk heb ik nooit een brug moeten ontwerpen (9 uur wiskunde in het laatste jaar), maar ik heb wel leren nadenken over heel veel dingen. Is het dat wat men wil vermijden? Ik weet het niet, en ik begrijp het niet. En ik sta al meer dan 30 jaar in het onderwijs.

We – nogmaals, niet ik – hebben van de lagere school een speeltuin gemaakt (“het lager onderwijs mag geen voorbereiding zijn op het middelbaar”) en nu het middelbaar al verzwakt is door de vorige beleidvoerders gaan we er nog eens een doodssteek aan geven. Waarom begrijp ik dit niet? Misschien te weinig technisch onderricht gehad in de jaren zeventig?

Indien iemand mij, ooit eens, een zinnige verklaring kan geven voor die hervormingen (de basis is altijd geraadpleegd, ja, dat zal wel), indien iemand mij ooit eens een motivatie kan geven waarom er zo gesold wordt met onze jonge mensen, die méér willen, niet minder, laat het mij weten. Zoals het er nu aan toegaat… ach, we blijven sterk, maar veel van mijn collegae, en ikzelf, zien het met lede ogen aan.

Ons onderwijsbeleid leert ook niks van de ervaringen vanuit het buitenland. Alle vernieuwingen die sinds de jaren zeventig in België zijn doorgevoerd waren in de “vooruitstrevende landen” al lang daarvoor herroepen, zelfs in Italië. En dat wil wat zeggen (sorry). De gevolgen zijn legio én dramatisch: hogeschoolstudenten – het regentaat vroeger – kunnen hun vak wel, maar kennen het niet. Omdat ze geen achtergrond hebben. Het is niet hun schuld niet, wij (en weeral: niet de leerkrachten) geven hen minder en minder kansen. Aan de universiteiten is het idem dito. Veel (vaak gemotiveerde) studenten moeten tot de vaststelling komen dat ze niet over de nodige bagage beschikken om die studies tot een goed einde te brengen, en moeten dan tegen wil en dank afhaken. Wij hebben mensen nodig in het onderwijs, maar mensen die over de nodige competenties beschikken, over de nodige kennis. Dat iemand een kast ineen kan steken is mooi meegenomen.

Waarom wij, leerkrachten, geen stem krijgen (hallo? is er iemand van jullie al geconsulteerd?) zegt genoeg, denk ik. Ik hoop dat vele collega’s toch maar de moed hebben om te blijven vechten. Niet voor ons, maar voor onze leerlingen en onze studenten.. Wél tegen iemand, en ik denk dat het duidelijk is tegen wie.

Michel Levrie (leraar Frans)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content