Het gaat niet goed met de Lijst Dedecker. En ook niet met het Vlaamse liberalisme in het algemeen. Daarom pleit LDD’er Boudewijn Bouckaert voor een hergroepering van de Vlaamse liberale partijen na de federale verkiezingen van volgend jaar. ‘Ik sluit absoluut niet uit dat ik naar de Open VLD terugkeer’, zegt hij.

Al vier decennia lang is de Gentse rechtenprofessor Boudewijn Bouckaert politiek actief. Toch haalde hij pas vorig jaar zijn eerste mandaat binnen. Sindsdien zit hij voor de Lijst Dedecker (LDD) in het Vlaams Parlement. ‘In het begin had ik behoorlijk wat aanpassingsproblemen’, zegt hij. ‘Het parlement is natuurlijk een heel andere biotoop dan de universiteit. Ik ben ook al zo lang prof: ik publiceer boeken, geef les, organiseer colloquia. Op de universiteit ga je echt diep op de dingen in. Maar hier moet je constant van het ene onderwerp naar het andere springen en de discussies worden veel minder grondig gevoerd. Soms denk ik ook: wat die kerel van de meerderheid beweert, is zo gek nog niet. Maar dat mag ik natuurlijk niet hardop zeggen, want ik moet meedraaien in het rollenspel van meerderheid en oppositie.’

Bouckaert noemt zichzelf dan ook in de eerste plaats een ideoloog. ‘Ik hou nu eenmaal van systemen die een consistent antwoord bieden op heel uiteenlopende problemen’, zegt hij. Die antwoorden vindt hij al decennialang in het diepblauwe liberalisme. Bij de PVV hield hij samen met Guy Verhofstadt onder meer de pen vast voor een reeks radicale manifesten, jaren later schreef hij mee aan het partijprogramma van de LDD. Maar eerst was er het socialisme: als twintiger was Bouckaert zelfs voorzitter van de Gentse Jongsocialisten.

Bouckaert: ‘Aan het begin van de jaren zeventig was ik inderdaad links. Zeer links zelfs. Maar dat was natuurlijk ook the spirit of the age. Ik ben pas aan het socialisme beginnen te twijfelen nadat ik naar Oost-Europa was gereisd. De confrontatie met de concrete toepassingen van mijn ideologie was een echte eyeopener . Dat heeft me aan het denken gezet. In de jaren daarna heb ik dan werken gelezen van vrij radicale liberalen, zoals Friedrich von Hayek en Ludwig von Mises. Zo ben ik gaandeweg in liberale richting geëvolueerd.’

Wanneer hebt u daadwerkelijk de stap gezet naar de toen-malige PVV?

boudewijn bouckaert: Toen ik begin jaren tachtig in contact kwam met Guy Verhofstadt, die mijn radicaalliberale overtuigingen deelde. Lange tijd heb ik heel nauw met die man samengewerkt. We schreven bijvoorbeeld samen aan de radicaalliberale manifesten van de PVV-jongeren, waarin de kiemen werden gelegd voor de latere hervorming van de partij. Hoewel de PVV toen al aan het vervellen was, wou Verhofstadt nog een stap verder gaan. Hij vond dat we nog te veel vastzaten in de sfeer van de oude PVV, en daarnaast zag hij mogelijkheden om zowel christendemocraten als mensen uit de Volksunie aan te trekken. Dat is de reden waarom hij in 1992 de VLD oprichtte.

Verhofstadts Burgermanifesten vormden de Bijbel van die nieuwe partij. Kon u zich daar helemaal in vinden?

bouckaert: Natuurlijk. Zeker op ideologisch vlak. Wel was de inperking van de staat voor mij de absolute prioriteit en was ik minder geïnteresseerd in dat hele verhaal van burgerdemocratie.

Volgens Hugo Coveliers, die de Open VLD nog voor u verliet, heeft Verhofstadt nooit een woord van die Burgermanifesten gemeend.

bouckaert: Verhofstadt heeft ontegensprekelijk tekortkomingen, maar we mogen hem nu ook weer niet diaboliseren. Ik ben er zeker van dat hij echt in zijn Burgermanifesten geloofde. Zijn afkeer voor de grote zuilen met hun vakbonden en belangengroepen was bijvoorbeeld authentiek. Maar tegen het eind van de jaren negentig is hij, zoals zoveel politici, te veel rekening gaan houden met electorale overwegingen. Dat heb ik onder mijn ogen zien gebeuren.

De Verhofstadt van de Burgermanifesten was nooit premier van dit land geworden?

bouckaert: Natuurlijk niet, en dat begon hij na de verkiezingen van 1995 zelf in te zien. De partij had toen campagne gevoerd met zeer radicale voorstellen, onder meer op het vlak van de sociale zekerheid. Maar veel had dat niet opgeleverd. Daarom begonnen Verhofstadt en zijn medestanders aan die strategie te twijfelen. Ze vreesden dat ze met dat radicale discours nooit aan de macht zouden komen en wilden een meer gematigde weg inslaan. Korte tijd later is Verhofstadt dan stoemelings in het premierschap getuimeld, en toen ging het snel bergaf.

U was toen al geen fan meer?

bouckaert: Ik was niet erg opgezet met die paarse regering, nee. Ik vond de keuze voor de Derde Weg een nogal opportunistische zet. Wel was ik blij dat de toenmalige CVP eindelijk uit alle machtsbastions werd gekieperd. Ach, al bij al viel die eerste regering van Verhofstadt nog wel mee. De echte neergang begon pas na de federale verkiezingen van 2003.

Hoe kwam dat?

bouckaert: Omdat Verhofstadt, die totaal zegedronken was, daarna dacht dat er hem niets meer kon overkomen. Hij heeft toen ook een zeer slecht regeerakkoord onderhandeld en veel te veel toegevingen gedaan aan de Franstalige socialisten. Zijn maatschappijvisie was plots ondergeschikt aan zijn functie. In die perio-de kreeg ik het dan ook erg moeilijk met mijn partij. We voeren een steeds linksere koers, gingen onderuit in dat hele circus rond het migrantenstemrecht en stapten mee in procedures om het Vlaams Belang uit te schakelen. Op die manier vervreemdden we helemaal van de centrumrechtse Vlamingen. Ik kon me toen echt niet meer met het beleid van mijn partij identificeren en vond dat we beter uit de regering konden stappen. Had men toen meer geluisterd naar de rechtervleugel van de partij, dan hadden we misschien wel 30 of 35 procent van de stemmen kunnen behalen.

In de jaren negentig had uw partij een aantal zogenaamde verruimers aangetrokken, onder wie voormalig judocoach Jean-Marie Dedecker. Zag u meteen iets in hem?

bouckaert: Ik vond het positief dat zo’n populaire figuur uit de sportwereld zich bij ons aansloot. Meer niet. Pas toen de interne opiniestrijd verscherpte en Jean-Marie een gooi deed naar het partijvoorzitterschap, begon ik in hem de verpersoonlijking te zien van de rechtervleugel in onze partij. Veel meer dan andere donkerblauwe liberalen, zoals Ward Beysen of Hugo Coveliers, sprak hij de bevolking aan. Hij kon het ook goed uitleggen en wist keer op keer de aandacht naar zich toe te trekken. Bovendien kon hij zich perfect vinden in de lijn van onze liberale denktank Nova Civitas. Samen wilden we de rechterzijde van de VLD beter organiseren, en dat is gedeeltelijk ook gelukt.

Tot Jean-Marie Dedecker uit de partij werd gezet en u hem trouw volgde.

bouckaert: Mijn vertrouwen in de VLD was al zwaar beschadigd toen ik in 2005 uit het partijbestuur werd geduwd. Ik vroeg me echt af wat ik nog in die partij zat te doen. Toen Jean-Marie een jaar later werd buitengegooid, dacht ik dan ook: ik ga met hem mee en dan zien we wel weer. Daarna ben ik hem vol overtuiging naar de N-VA gevolgd, want ik ben een zeer Vlaamsgezinde liberaal. Het was een zware teleurstelling toen we ook daar werden buitengekieperd. CD&V, de toenmalige kartelpartner van de N-VA, sprak zijn veto uit over Jean-Marie, en ik werd in zijn slipstream meegesleurd. Dat was een heel zware periode: al die mislukkingen, die lange politieke zoektocht. Begin 2007 hebben we dan besloten om de Lijst Dedecker op te richten. Echt een sprong in het diepe. Maar we hadden dan ook niets meer te verliezen, hè.

Een paar maanden later behaalde de LDD bij de federale verkiezingen al 6,5 procent van de stemmen en dat succes trok nogal wat goudzoekers aan. Klopt het dat uw partij ondertussen grote schoonmaak heeft gehouden?

bouckaert: Als je in de peilingen 16 procent van de stemmen toegeschreven krijgt, trek je vanzelf avonturiers, querulanten en zelfs mensen van laag allooi aan. Sommigen hebben zich ondertussen in de LDD ingepast, anderen zijn weer vertrokken. Langzamerhand groeit er meer homogeniteit in onze partij. Er is zelfs al sprake van een LDD-gevoel. Bij sommigen toch.

Bent u er bij de Vlaamse verkiezingen van vorig jaar van geschrokken dat de LDD met 7,6 procent van de stemmen ver onder de verwachtingen bleef?

bouckaert: Ik was teleurgesteld, ja. Ik had verwacht dat we rond de 10 procent zouden scoren. Maar we hadden onderschat hoe kwetsbaar onze positie was. In Vlaanderen zijn er op dit moment erg veel partijen die naar de hand van de centrumrechtse kiezers dingen. Bij de minste fout verlies je dus een pak stemmen aan de concurrentie. Dat is precies wat er is gebeurd toen ons sérieux in de aanloop naar de verkiezingen werd ondermijnd door alle heisa rond die privédetective die Jean-Marie had ingehuurd en de uitstap van Dirk Vijnck naar de Open VLD.

In de peilingen glijdt de LDD ondertussen af in de richting van de kiesdrempel.

bouckaert: Peilingen zijn natuurlijk wat ze zijn, maar ik voel ook wel aan dat die tendens klopt. We zijn onze drive kwijt.

Zal de aangekondigde naamsverandering helpen om die terug te vinden?

bouckaert: Onze naam móét gewoon veranderen. Dat houdt aanvankelijk misschien een risico in, maar op langere termijn is het de enige optie. Ik heb er trouwens op aangedrongen om de partijnaam al meteen na de Vlaamse verkiezingen aan te passen, maar anderen waren het daar niet mee eens. Op een goed jaar voor de federale verkiezingen kunnen we dat ook niet meer doen, maar na juni 2011 moet het er echt van komen.

Is ‘Dedecker’ dan geen sterke merknaam meer?

bouckaert: Nu misschien nog wel. Maar dat zal niet blijven duren, hè. Eén, twee jaar geleden wou iedereen Jean-Marie interviewen, zat hij avond na avond in allerlei televisieprogramma’s en werd zijn boek Recht voor de raap meteen een enorme bestseller. Ondertussen is die vedettestatus al verbleekt. Zelf is hij ook veranderd: hij stormt niet meer van de ene parochiezaal naar de andere om er met luide stem zijn boodschap te verkondigen. Nu schrijft hij boeken om zijn ideeën uit te dragen.

Is het dan tijd voor een nieuwe partijvoorzitter?

bouckaert: In maart zijn er voorzittersverkiezingen. Mijn prognose is dat Jean-Marie zichzelf dan zal opvolgen. Maar wel voor de laatste keer.

De LDD wil ook van het imago van schandaalpartij af. Maar is dat niet net jullie handelsmerk?

bouckaert: Voor alle duidelijkheid: wij zullen altijd schandalen blijven uitspitten. De overheden van dit land werken met enorm veel belastinggeld, en het is democratisch volkomen gelegitimeerd dat wij in de gaten houden of dat wel correct gebeurt. Merken we misstanden op, dan zullen we die blijven aanklagen. Maar dat mag niet langer ons enige handelsmerk zijn: we moeten ook veel meer aandacht vragen voor onze programmapunten. Makkelijk zal dat natuurlijk niet zijn, want schandaaltjes zijn een pak mediagenieker dan onze standpunten op het vlak van bijvoorbeeld onderwijs.

U gelooft nog altijd in de toekomst van de LDD?

bouckaert: Ja, maar voor mij is een partij altijd een middel en geen doel op zich. Ik wil streven naar een erg zelfstandig en liberaal Vlaanderen met een minimum aan overheid en regelneverij. Vandaag zie ik de LDD als het instrument om zo’n samenleving te realiseren. Maar blijkt in de toekomst dat andere politieke configuraties doeltreffender zijn, dan zullen we onder ogen moeten zien dat de tijd van de LDD voorbij is.

Vandaar dat ik met heel uiteenlopende liberalen – en dus niet alleen LDD’ers – een onafhankelijke liberale denktank opstart: Libera! Het is de bedoeling om de draad van Nova Civitas weer op te nemen. Zo zal Libera! vanaf nu jaarlijks de Prijs voor de Vrijheid uitreiken, die vroeger door Nova Civitas werd toegekend. Op 19 maart gaat die meteen al naar voormalig Europees commissaris Frits Bolkestein. Tijdens de uitreiking zullen zijn voormalige medewerker en huidig Europees Parlementslid Derk Jan Eppink (LDD) en Patricia Ceysens van de Open VLD een laudatio uitspreken.

De ondervoorzitster van de Open VLD komt de prijs van uw denktank uitreiken? Dat was een paar maanden geleden nog ondenkbaar geweest.

bouckaert: Wij willen met onze nieuwe denktank bruggen slaan. De huidige versnippering van het liberalisme is nefast. Zeker in tijden waarin het economische systeem zwaar onder druk staat. De financiële crisis heeft natuurlijk grote invloed op het liberalisme gehad, hè. Mij heeft die crisis zelfs intellec-tueel in moeilijkheden gebracht. Ik was er altijd van overtuigd geweest dat alles wel goed zou komen als je mensen zoveel mogelijk vrijliet. Ik dacht dat er dan automatisch sterke zelfreguleringsmechanismen zouden spelen. Maar dat was in de financiële sector dus allerminst het geval. Als liberalen is het onze taak om nu grondig te onderzoeken wat er is misgelopen en welke hervormingen noodzakelijk zijn. Dat is de bedoeling van Libera!: we willen wars van alle dogma’s uitvissen hoe we het vertrouwen van de mensen in de zelfregulerende kracht van de vrije markt kunnen herstellen.

Volgens uw partijvoorzitter trekt de Open VLD dezer dagen nogal wat van zijn mandatarissen aan de mouw. Hebt u al iets gevoeld?

bouckaert: Ik ben meer dan twintig jaar lang lid geweest van die partij. Ik heb er vijanden gemaakt, maar ik heb er ook nog altijd veel vrienden. Natuurlijk praat ik met hen over de toekomst van het liberalisme in Vlaanderen. Maar we beseffen allemaal dat een liberale hergroepering uitgesloten is vóór de federale verkiezingen van volgend jaar. De Open VLD maakt nu eenmaal deel uit van de federale regering waartegen wij het sterkst oppositie voeren. Maar na de verkiezingen moeten we de mogelijkheden onderzoeken om de huidige liberale versnippering ongedaan te maken.

Bestaat er een kans dat u nog naar de oude stal terugkeert?

bouckaert: Dat sluit ik absoluut niet uit. De verkiezing van Alexander De Croo tot partijvoorzitter heb ik met vreugde begroet – ook al betekent dat meer concurrentie voor ons dan het geval was geweest met Marino Keulen of Gwendolyn Rutten aan het roer. Wel zijn er twee punten waarover de Open VLD zich moet bezinnen voor er weer eenheid kan komen. In de eerste plaats moet de partij steviger aandringen op een radicale staatshervorming. Ze hoeven niet voor een onafhankelijk Vlaanderen te gaan, maar ik zou wel graag zien dat ze ernaar streven dat het zwaartepunt van het beleid bij de deelstaten wordt gelegd. Het tweede punt is dat de Open VLD beter wat assertiever zou worden op vlak van het integratiebeleid. Wat dat betreft, moet ze eindelijk afstand durven te nemen van haar politiek correcte discours. In andere domeinen zijn de verschillen tussen de Open VLD en de LDD niet erg groot. Op sociaaleconomisch vlak zitten we zelfs grotendeels op dezelfde lijn. U ziet: het water tussen ons is veel minder diep dan sommigen denken.

DOOR ANN PEUTEMAN/FOTO’S FRANKY VERDICKT

‘Dedecker is nog een sterke merknaam, maar dat zal niet lang meer duren, hè.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content