Luc Baltussen
Luc Baltussen Luc Baltussen is redacteur bij Knack.

Vlaamse subsidies duwden de zonne-panelenverkoop in 2009 naar een absoluut hoogtepunt. Maar iemand moet die subsidies wel betalen.

Volgens voorzitter Geert Versnick van netwerkbeheerder Eandis zullen we vanaf 2013 aanzienlijk meer moeten betalen voor onze elektriciteit. Eandis wil dan met name de distributietarieven met 30 procent optrekken, en de distributie vormt een aanzienlijk deel van de totale elektriciteitsprijs. Eandis is bij Vlaams decreet verplicht om de groenestroomcertificaten op te kopen bij al wie groene stroom injecteert in het elektriciteitsnet. En wel tegen een decretaal vastgelegde prijs: 450 euro (per 1000 kWh) voor installaties die operationeel waren voor einde 2009, 350 euro voor installaties die in 2010 werden opgestart. Volgens Versnick legde het bedrijf voor de periode 2009-2012 in totaal 80 miljoen euro opzij voor de certificaten, maar blijkt nu dat het in totaal 300 miljoen méér nodig zal hebben. Als het de correcte kosten voor de certificaten pas vanaf 2013 mag doorberekenen, zal de prijsaanpassing behoorlijk bruusk zijn en daarom wil Eandis graag nu al beetje bij beetje de prijs corrigeren. De federale energiewaakhond Creg, die toestemming moet geven voor elke prijsaanpassing in de sector, heeft al laten weten niet van plan te zijn te tornen aan de prijzen die voor 2009-2012 zijn vastgelegd.

Het is niet de precieze timing van de prijsverhoging die het weekend van 1 mei voor velen vergalde, maar wel het besef dat het de elektriciteitsverbruikers zijn die uiteindelijk de subsidiëring van de zonnepanelen zullen moeten betalen. Hallo, Vlaams minister van Energie Freya Van den Bossche, was dat dan niet de bedoeling? Woordvoerder Joris Vandenbroucke: ‘Jawel, het is altijd de bedoeling geweest dat Eandis de kosten voor de certificaten zou doorberekenen in de distributietarieven en dus ook in de elektriciteitsprijs. Het probleem is vooral het enorme en snelle succes van de zonnepanelen én het feit dat de aanpassing pas over drie jaar kan ingaan.’

Het kabinet benadrukt dat het beleid in de eerste plaats de investeringen in de groene-stroomproductie wil stimuleren. En dat blijft ook zo. Een debat is wel mogelijk over welke technologieën ondersteund moeten worden en over de meest kostenefficiënte manier om de steun toe te kennen. ‘De snelle evolutie van diverse technologieën – zonnepanelen, biomassa, warmtekrachtkoppeling, wind – beïnvloedt de relatieve rentabiliteit van die productiemiddelen. En daar moet je bij de subsidiëring rekening mee houden’ aldus Vandenbroucke, die ook suggereert dat Eandis zich behalve tot de overheid ook tot zijn aandeelhouders zou kunnen richten, met name tot Electrabel. ‘Electrabel is een belangrijke aandeelhouder van Eandis en berekent wel kunstmatig hoge productiekosten voor de elektriciteit, terwijl het de winsten voor het openhouden van kerncentrales laat afvloeien naar Frankrijk.’

Uiteindelijk is het probleem natuurlijk dat de Vlaamse overheid niet bevoegd is om de grote elektriciteitsproducenten te verplichten meer te investeren in groenestroomproductie. Op dit ogenblik koopt Electrabel wel groenestroomcertificaten van Eandis over, maar tegen de ‘marktprijs’ – en die bedraagt amper 110 euro (per 1000 kWh). Voor het verschil met de decretaal opgelegde afnameprijs kan Eandis uiteindelijk niet weg, tenzij naar de eindverbruiker. Terwijl Electrabel dankzij de certificaten wel sneller naar zijn verplicht quorum groene stroom toewerkt. Of hoe Vlaamse consumenten uiteindelijk de verplichtingen van Electrabel (zullen) financieren.

Luc Baltussen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content