Erwin De Keyzer woont op zijn 44e bewust alleen en geniet met volle teugen van zijn vrijheid. Maar hoe moet dat als hij ouder wordt?

Soms vraag ik het me af: wat mis ik nu? Ik loop dan door de straat en zie een koppel met een kindje tussen hen in, waarmee ze om de paar passen zwieren. Natuurlijk is dat mooi, maar zoiets dag in dag uit? Veel mensen begrijpen niet dat iemand bewust alleen wil blijven. Ze vragen zich af: waarom raakt hij niet aan een vrouw? Wat zou er bij hem mis zijn? Is er een hoek af misschien? Ik heb wel enkele relaties gehad, maar ik heb nooit samengewoond. Er blijft hier ook nooit iemand slapen. Dat is een regel van mij. Blijven slapen is al een stap te ver, dat gaat richting relatie.

Mijn vader was groenteboer, mijn moeder onthaalmoeder. Ik ben opgegroeid tussen de bedjes en boxen. Ik heb altijd gezegd: ik ga nooit naar bed met iemand als dat niet de ware is. Op mijn negentiende heb ik in Evere mijn legerdienst vervuld. Ik had nog nooit een lief gehad, maar toen heb ik voor het eerst iemand leren kennen: de ex-vriendin van mijn beste maat. Zij was mijn eerste grote liefde. Na mijn legerdienst ben ik naar Gent getrokken en dan is die relatie verwaterd.

Een tiental jaren geleden ben ik dé grote liefde tegengekomen. De ware, zoals dat heet. Ze had al een kindje uit een vorig huwelijk, maar daar kon ik goed mee opschieten. We woonden niet samen, maar we zagen elkaar wel elke dag. Het plaatje klopte. Na een paar jaar vroeg ze of we niet samen een huis zouden kopen. In een bui van euforie stemde ik daarmee in. ’s Anderendaags had ik er al spijt van. Samenwonen? En dan samen een huis afbetalen? Maar gaan we wel samenblijven? Is ze wel echt de ware? Wat als ik iemand anders tegenkom die ik nog toffer vind? Ze voelde dat ik daar mee worstelde en ik heb dat ook eerlijk aan haar toegegeven. Ze heeft toen de relatie beëindigd, wat ik zeer goed kan begrijpen.

Ik zeg vandaag niet dat ik de rest van mijn leven alleen wil blijven, maar de kwestie is: ik ben sindsdien nooit meer de ware tegengekomen. Mijn eisen zijn ook steeds hoger geworden. Een volgende vriendin moet de vorige overtreffen. Ik ben ondertussen ook zo vergroeid met het vrijgezellenleven, dat het steeds moeilijker wordt. Ik ben al zo lang alleen en voel me daar zeer goed bij. Ik kan mijn zin doen, heb veel vrienden en vriendinnen en kom op geen enkel vlak iets te kort. In mijn ogen is alleenwonen het aards paradijs. Ik geloof dan ook niet dat ik ooit iemand zal ontmoeten voor de rest van mijn leven, al sta ik er wel voor open. En als ik ooit ‘ja’ zeg, zal ik er echt voor gaan. Ach, ik leef nu. Van dag tot dag. Mijn leuze is: we zien wel.

Ik woon dan wel alleen, maar ik heb me nooit eenzaam gevoeld. Als ik thuis ben, zet ik soms mijn televisie aan om wat beweging en mensen om me heen te hebben. Ik heb veel vrienden en dat is in mijn situatie wellicht honderden keren belangrijk dan als je een gezin hebt. En ik heb twee echte vrienden aan wie ik alles kan vertellen, zoals partners in een relatie. Iemand waar je alles aan kwijt kunt, heb je ook echt nodig. Het is ook niet zo dat mijn leven niet geslaagd zou zijn zonder kinderen. Ik wil me niet absoluut voortplanten. Ik zou geen problemen hebben met kinderen, maar ik vind ze ook geen groot gemis.

Het is een cliché maar daarom niet minder waar: het grootste voordeel van alleenwonen is de vrijheid. Ik kan doen en laten wat ik wil. Ik ben geen egoïst, maar ik hoef nu met niemand rekening te houden. En ook aan niemand rekenschap af te leggen. Dat is toch de grootste luxe die je kunt hebben? Ik bezit nu vijf motoren, zou ik die hebben als ik een vrouw had? Ik denk het niet.

Er zijn natuurlijk vervelende kantjes aan het alleenwonen. Ik ga niet graag alleen naar een toneelstuk bijvoorbeeld. Dat is niet echt gezellig. Je kunt natuurlijk met een vriend of vriendin gaan, maar dan moet je dat zelf organiseren en dan lukt dat wel. En een leven als vrijgezel is ook wel duurder. De huur moet je bijvoorbeeld betalen van één loon.

Ook op kerst of oudjaar mis ik het gezelschap niet. Kerstmis interesseert me sowieso niet. En oudjaar vier ik al jaren op dezelfde manier: ik koop pistolets, gehakt, zilveruitjes, Tierenteynmosterd en een grote fles Duvel. Dat is mijn oudejaarsavondmenu. Om middernacht ga ik naar het bovenste kamertje, doe het venster open en kijk naar het vuurwerk dat in de buurt wordt afgestoken. En rond één uur ga ik slapen en dan heb ik een wreed gezellige avond gehad. Dat is mijn keuze, want ik word veel uitgenodigd voor oudejaarfeestjes, maar daar ga ik niet op in, hoe leuk ik het ook vind dat ze me uitnodigen.

Ik ga ook niet naar vrijgezellenfeestjes of singlebijeenkomsten. Alsof ik niet op een andere manier vrienden of vriendinnen kan maken. Het heeft voor mij ook iets te veel van een beestenkeuring: wie wordt mijn partner, die niet, die niet en die wel. Eerlijk gezegd, ik vind singleparty’s meer iets voor losers. Ik surf wel regelmatig naar de netwerksite Facebook. Dat is een godsgeschenk voor alleenstaanden. Je leert zo makkelijk nieuwe mensen kennen, je kunt er vlot contact mee leggen, chatten en dan eventueel eens afspreken.

Als alleenwonende kun je écht van het leven genieten, zeker zolang alles goed draait. Daar lig ik weleens vanwakker: wat als er financieel iets fout loopt? Wat als ik ziek word? Wat als ik oud ben en op de sukkel raak? Het luxebeeld dat ik kan doen en laten wat ik wil, valt dan natuurlijk in duigen. Dan sta ik er alleen voor en zal ik misschien wel een partner missen die me steun geeft. Als ik morgen bijvoorbeeld in het ziekenhuis terechtkom, zou ik wel aan een vriend kunnen vragen om mijn pyjama te brengen, maar gaat hij naast mijn bed blijven staan? Dan zou ik een partner wel heel erg missen. Maar alleen daarvoor kan ik nu toch geen vaste vriendin zoeken?

‘Ik ben geen egoïst, maar ik kan nu doen en laten wat ik wil.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content