De Gentse SP.A-burgemeester Daniël Termont wordt door het World Mayor Project uitgeroepen tot de op één na beste burgemeester ter wereld.

Daniël Termont: Ik dacht niet dat ik de top drie kon halen. Ik vond het al een buitengewone eer om bij de laatste 25 te zijn. Vergeet niet dat Gent tegen kleppers als Barcelona of Houston moest opboksen, en tegen figuren als Alain Juppé, burgemeester van Bordeaux en ex-premier van Frankrijk.

Waaraan heeft u die tweede plaats dan te danken?

Termont: Dat is de verdienste van de stad en de Gentenaars. Maar ik ben nu eenmaal het uithangbord van de stad, en ik doe zeer hard mijn best om Gent in het buitenland aan te prijzen. Ik ben ook vicevoorzitter van Eurocities, het Europees netwerk van burgemeesters. Ik loop dus wel in the picture. Daarnaast heeft men zich bevraagd over mij en het beleid van de stad. Als sterke punten kwamen daar de inspraak van de bevolking naar voren, mijn bereikbaarheid, de bouw van de Ghelamco Arena en de Stadshal op het Emile Braunplein waar iedereen eerst zo tegen was.

Eenmaal de shortlist bekend was, kon iedereen online stemmen. Hebt u alle Gentenaars niet gewoon aangespoord om te klikken en liken?

Termont: Je kon hooguit een mail sturen – mét motivering. Uiteindelijk hebben zo’n 140 Gentenaars daar de tijd voor genomen. De jury oordeelde enkel inhoudelijk, niet op basis van het aantal stemmen. Anders hadden we nooit tegen die miljoenensteden kunnen opboksen.

Uw bereikbaarheid en nabijheid werden gelauwerd. U beantwoordt al uw mails zelf en iedereen kan bij u terecht met zijn klachten of problemen. Waarin verschilt dat nog van het PS-cliëntelisme?

Termont: Ik doe geen individueel dienstbetoon. Als men mij wat vraagt, laat ik mijn kabinet dat bekijken. Maar er valt niks te regelen met mij. Ik schrap bijvoorbeeld geen boetes, zoals me wel bijna dagelijks gevraagd wordt. Daarvoor heb ik een aantal standaardantwoorden klaar. (haalt de Blackberry boven en demonstreert) Ik moet maar het woord ‘boete’ intikken en ik krijg een standaardmail waarin ik duidelijk maak dat ik geen negatief injunctierecht heb. Ik ben daar zeer correct in.

Dit jaar verkoos de SP.A John Crombez als nieuwe voorzitter. U steunde hem openlijk.

Termont: En daar heb ik nog geen moment spijt van gehad. Sommige mensen stonden erop dat ik me kandidaat moest stellen, maar ik wou in Gent blijven tot mijn pensioen. Ik ben een van de weinige burgemeesters die nooit gecumuleerd hebben. Ik denk dat de Gentenaar dat apprecieert. Ik snap trouwens niet hoe collega’s dat bolwerken: ik heb nu al de handen vol.

Vorige keer wilde men u ook al als voorzitter. U paste en steunde Bruno Tobback, om later te beseffen dat dat misschien niet de beste keuze was. De partij heeft uw onvoorwaardelijke verankering aan Gent cash betaald?

Termont: Ik was het niet altijd honderd procent eens met Tobbacks manier van aanpakken, en daar hebben we dikwijls, eh, vriendschappelijke gesprekken over gevoerd. Ik had de indruk dat mijn voorstellen nooit goed voor hem waren. Nu goed, Gent is Vlaanderen niet. Mocht ik zeker weten dat de Gentse methode zou aanslaan in Vlaanderen, had ik het mijn plicht gevonden om voorzitter te worden. Maar dat weet ik niet.

Termont: Dat laatste is te kort door de bocht. Maar ik ben zeer blij dat John en ik inhoudelijk helemaal op dezelfde lijn zitten. We verstaan elkaar zeer goed. En ik probeer de signalen die ik op straat krijg aan hem door te spelen. Want ik kom als burgemeester nu eenmaal wat meer onder de mensen.

Eigenlijk ben ik geen goed politicus. Ik ben een goed bestuurder, bezig met de problemen van de mensen, en net daarom sla ik hen niet constant om de oren met de socialistische principes. Wat ook aan de grondslag van mijn populariteit ligt, denk ik. Ik ben een vrijzinnig socialist, maar ik ben zowel in kerken, moskeeën, als bij het Liberaal Verbond welkom. Veel mensen stemden op mij zonder mijn politieke overtuiging te delen, maar wel met het volle geloof in de manier waarop ik de stad wou besturen. En dat moeten we ook uitstralen als partij. Wij zijn geen doctrinaire socialisten of halve communisten, maar we staan wel voor een andere aanpak dan de huidige regering. Wij willen sámen aan de maatschappij bouwen, en vooral: we willen iedereen mee trekken. Wie in de problemen zit, maar bereid is inspanningen te doen, verdient onze steun. John moet de mensen daarvan overtuigen. Hij heeft gelukkig nog tijd.

In Gent zette Groen de deur opnieuw open voor een kartel. Op federaal vlak houden ze de boot al lang af. Wordt u de uitgestoken hand nooit moe?

Termont: We zullen nooit een kartel realiseren als we grote verklaringen in de pers afleggen. Ik weet wel dat Groen en SP.A voor 95 procent op dezelfde lijn zitten. Dat merk ik als ik met Filip Watteeuw praat, de Gentse schepen van Mobiliteit maar voordien ook Groen-fractieleider in het Vlaams Parlement.

Watteeuw was dit jaar kop van Jut. Schrijver Herman Brusselmans noemde hem ‘de pipo’ vanwege de aanhoudende verkeerschaos in Gent en de gebrekkige communicatie over wegenwerken.

Termont: Het is altijd makkelijk om één schietschijf te hebben, maar in se zet Watteeuw het beleid van de afgelopen zes jaar verder. We hebben een visie op heel lange termijn. Al vijftien jaar geleden, toen nog zonder de groenen, hebben we de binnenstad verkeersvrij gemaakt. Mijn voorganger moest toen drie weken met een kogelvrije vest rondlopen, zo kwaad waren de Gentenaren. Vandaag zou ik zo’n vest moeten dragen als ik terug auto’s in de binnenstad zou toelaten. Zo ziet u maar hoe relatief dat allemaal is.

Ik ben zeker dat ze nog met lof zullen zwaaien naar het college en ‘die pipo’. We gaan nu eenmaal naar een nieuwe samenleving waarin de leefbaarheid in de wijken fel zal verbeteren en de auto niet meer op de eerste plaats komt.

De SP.A houdt zich opvallend op de achtergrond in de veiligheidsdiscussie. Verschilt u daarin van mening met Crombez? Het is geen geheim dat u op de lijn van Mark Elchardus zit, socioloog en pleitbezorger van meer veiligheid.

Termont: Ik ben het inderdaad met Elchardus eens. De SP.A heeft destijds de trein van de Vlaamse identiteit gemist, waardoor we heel wat linkse kiezers aan rechts hebben overgeleverd. Daarenboven hebben we ons altijd ingehouden als het over migratie ging, uit schrik stemmen te verliezen. Dat was twee keer totaal verkeerd. Nu ook nog eens het veiligheidsdiscours uit de weg gaan, zou helemaal fout zijn. Links heeft toch ook de plicht de burger te beschermen? En de plicht om dat terroristisch crapuul uit te schakelen, zonder alle vluchtelingen over dezelfde kam te scheren.

Eind mei werd bij u darmkanker vastgesteld. In juni volgde een operatie. Hoe gaat het met u?

Termont: Goed. Zeer goed zelfs. Tot begin december moest ik preventieve chemotherapie volgen, maar daar had ik wonderwel geen last van. Ik kon onverminderd doorwerken. Tweemaal per maand moest ik wel drie dagen aan een baxter, maar toen haalde ik gewoon mijn papierwerk in. Alle onderzoeken zijn voorlopig positief, dus ik heb alle hoop dat ik volledig zal genezen.

Nooit overwogen om het wat rustiger aan te doen?

Termont: Geen moment. Ik had thuis kunnen klagen en iedereen tot last zijn, maar zo zit ik niet in elkaar. Het leven moet verder. Enkel die week waarin ik de diagnose kreeg, was de goesting voor ’t zingen even weg. Op donderdag speelde AA Gent kampioen, op zondag voer ik samen met de ploeg nog op bootjes de stad binnen terwijl 125.000 supporters ons toejuichten en op dinsdag kreeg ik na een routinecontrole te horen dat ik kanker had. Een mokerslag. Op zes dagen van absolute vreugde naar ondenkbaar verdriet.

Maar het rustiger aan doen is geen optie. Anders kan ik de sjerp maar beter doorgeven. Burgemeester van Gent moet je 24 op 24 zijn. Al wil ik graag even de misvatting de wereld uit helpen dat ik een workaholic ben: ik ben eigenlijk zeer lui. Ik lig zo graag in mijn zetel. Het liefst van al doe ik niets, maar daarvoor heb ik te veel werk. (lachje)

Over drie jaar gaat u met pensioen. Zal u zich dan laten verleiden tot een functie in de energiesector, die u als uw broekzak kent?

Termont: Ik kan alleen zeggen dat mijn voorzitterschap van netbeheerder Fluxys in mei hernieuwd is, en dat ik de aandeelhouders beloofd heb om die zes jaar uit te doen. Verder hou ik voorlopig alle vragen van het bedrijfsleven of het middenveld af. Ik heb John beloofd dat ik actief zal blijven in de partij, maar ik wil vooral tijd voor mezelf. Tijd om bijvoorbeeld piano te leren spelen. Ik heb er een gekocht, al ben ik niet het type om een hele dag stil te zitten.

Gaat u wel met pensioen? Uw stadsgenoot en Kamervoorzitter Siegfried Bracke (N-VA) wou er geld op inzetten dat u zich herverkiesbaar stelt in 2018.

Termont: Ik heb hem een weddenschap voorgesteld: als ik aanblijf, krijgt hij 10.000 euro. Als ik stop, moet hij dat bedrag aan het Kinderkankerfonds. Maar hij durft niet. Ach, meneer Bracke is ook diegene die eerder voorspelde dat ik na drie jaar als burgemeester mijn plaats zou afstaan aan Freya Van den Bossche.

Maar ze moet nog wachten tot 2018?

Termont: (droog) We beslissen pas in juni wie mij opvolgt als lijsttrekker.

Maakt het vooruitzicht van een Gent zonder Termont de partij nerveus? Uw drie aspirant-opvolgers – Freya Van den Bossche, Karin Temmerman en Tom Balthazar – haalden bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen amper een tiende van uw 44.561 stemmen.

Termont: We moeten niet overdrijven. Ik zie bij alle drie positieve punten. Misschien zal niemand mijn score nog evenaren, dat kan. Maar toen mijn voorganger Frank Beke de politiek verliet, schreven de kranten ook dat het een regelrechte ramp was voor de Gentse SP.A. Louis Tobback zwoer zelfs op zijn blote knieën van Leuven naar Gent te kruipen om Beke te vermurwen. Niemand is onvervangbaar, ook ik niet.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content